Door het aanhoudende warme weer was het ook hier een non-wetsuit swim. Geen probleem, ik zwem inmiddels wel zo aardig dat ik daar geen extreme achterstand meer mee oploop. Ook niet zo goed dat ik met de eersten het water uit kom, maar ik doe leuk mee.
Ik had me zelfs bedacht om gewoon vooraan te gaan liggen. Gewoon, voor de grap. Kijken hoe dat is. Na het startschot werd ik niet eens echt overzwommen. Er komen wat mensen hard voorbij, maar ik zit redelijk snel goed in mijn slag. En nadat een 20-30 man me voorbij is kan ik aanhaken. In het tweede gedeelte zelfs weer mensen inhalen. Want dat is zowel mijn manco als mijn kracht: echt interval zwemmen kan ik niet. Maar een steady pace goed volhouden: makkelijk.
Aan het eind van de tweede ronde nog even een flinke duw uitgedeeld ook. Voor het eerst. Maar de zwemmer rechts van me wijkt steeds meer af van zijn lijn, terwijl ik recht zwem, zie ik al navigerend op de boei. Dus na enkele keren contact ga ik maar iets verder naar links zwemmen. Eindelijk weer ruimte, maar die klojo doet weer precies hetzelfde. Ik ga nog iets naar links om ruimte te maken, maar als hij mij weer opzoekt ben ik het zat. Een onvriendelijke beuk in zijn zij is zijn verdiende loon. Addergebroed.
Het zwemonderdeel is trouwens aan de lange kant dit keer. De Polar geeft 1750 meter aan. Dat verklaart ook de dramatische zwemtijd van 29’52”. Ik heb hier al eens 20’31” geklokt, maar toen was het aan de korte kant. Maar normaal gesproken zwem ik de 1500 meter onder de 24 minuten. De snelste zwemmer doet er dit keer ruim 24 minuten over, de winnaar van 2 jaar terug (toen goed voor 18 minuten zwemtijd) is nu ook ruim 26 minuten bezig. Dus relatief laat ik niet echt veel liggen op de beste zwemmers.
De wissel loopt gesmeerd. Helm op, fiets pakken en ik ben de wisselzone al uit. Op voor twee rondjes fietsen door de buitengebieden van Münster. Meteen heb ik een goed tempo te pakken. Na Hardenberg heb ik wederom zitten sleutelen aan de fietspositie. Het lijkt beter aan te voelen. Ik haal de een na de andere triatleet in en werk me op in het veld. De wind staat niet echt ongunstig en bij het keerpunt kan ik mooi zien hoe ver ik achterlig op mijn voorgangers.
In de tweede ronde trek ik ook goed door. Inmiddels zit ook de tweede serie van de OD op het fietsparcours, dus of ik mensen uit mijn eigen serie inhaal is lastig te zien. Op het achterste deel van het parcours is dan een ongeluk gebeurd, een ambulance moet er langs. Even de benen stil, eerste hulp is natuurlijk belangrijker dan een recreatief triathlonwedstrijdje. Niet iedereen blijkt er zo over te denken. Net als dat Duitsers over het algemeen toch moeite hebben met het in acht nemen van de juiste afstand in een non-stayer format.
Ik word dan op de weg terug ingehaald door Freddy Bruel, een Belg die ik van een paar jaar terug herken. Die kan akelig hard lopen en zit volgens mij ook in mijn age group. Ik weet hem te volgen op de toegestane 12 meter. En de Belg heeft er lol in: bij het inrijden van Münster begroet hij de aanmoedigende supporters door met een belletje te rinkelen op zijn fiets. Komisch :-) Ik rijd er achter met een glimlach, mooi dat dit kan. Op naar de tweede wissel.
Met een fietstijd van 57’06” (vorig jaar 58’21”) ben ik meer dan tevreden. De wat aangepaste fietspositie (stuur weer een ringetje omhoog, de aerobars iets verder uit elkaar gezet) leverde een voelbaar betere rit op. Toch denk ik dat het nog harder en beter kan, volgens mij reed ik op mijn oude TT-bike sneller.
Over naar het hardlopen. Ik wissel redelijk vlot en trek nu eens geen sokken aan. De vorige keer ging dat ook goed en het scheelt gewoon een halve minuut. Ik vertrek goed en weet een tempo van rond de 4 minuten per kilometer op te pakken. Dat lukt vrij aardig. Jammer alleen dat er nog snellere lopers om me heen lopen. Maar het is ook warm. En velen krijgen daar toch last van. Ik daarentegen ben er inmiddels aardig aan gewend, na twee maanden absurd zomerweer in Nederland. Het verval is gering.
Op de terugweg van het keerpunt zakt het tempo wel iets in, maar niet veel. Het eerste rondje leg ik af in 20’56”. Een maandje eerder in Hengelo Gelderland ging ik daarna voor het gaas. Nu kan ik het tempo goed vasthouden en blijf steady doorlopen. Weer die brug over en langs het kanaal. Daar kom ik Peter Werp achterop, die ik vijf jaar geleden ontmoette met zijn vrouw Angelika in Lanzarote. Daarna contact gehouden en voor de wedstrijd al even gesproken. Ik loop dus precies een ronde op hem voor. Beiden getooid in het fleurige Ocean Lava design.
Na het keerpunt nog een maal terug richting de finish. Ik probeer het tempo nog een keertje op te schroeven, maar de warmte helpt niet om een snoeihard tempo te gaan lopen na twee uur sporten. De brug op is nog even zwaar, brug af gaat soepeltjes en dan langs de markante fabriekspanden richting finishstraat. Daar word ik door het talrijke publiek als een held binnengehaald. Een high five van de speaker en dan mag ik over de eindstreep na precies twee uur en dertien minuten.
Mijn slechtste tijd hier ooit. Maar is het daarmee een slechte wedstrijd? Neen! Dat ligt puur aan het te lange zwemonderdeel. Want iedereen had daar last van: voor het eerst zit zelfs de winnaar niet onder de twee uur. Relatief gezien is het misschien wel de beste wedstrijd van het seizoen. Want zo dicht heb ik bijvoorbeeld nog nooit op oud-winnaar Dirk Casimir gezeten. Minder dan een minuut. Ook op anderen verlies ik veel minder dan in voorgaande jaren. Dus zeer tevreden met mijn uitslag.
Ik mag ook nog het podium op in de categorie M45, een mooie derde plek. Daarna snel huiswaarts; het spektakel van de Bundesliga dat daarna losbarst laat ik dit keer aan me voorbij gaan. Het gezin wacht.