Zo kwam ik dus uit bij Saerbeck. Ligt niet ver van de luchthaven Münster-Osnabrück en in mei waren we er dus nog langs gereden toen we naar Mallorca vlogen. Een klein uurtje rijden. Met de start om 10:45 was ik bijtijds vertrokken. Om 10 uur aangekomen, de wisselzone inrichten en klaar voor de race. Wel even de in-en uitgang van de wisselzone inspecteren. Eerste stuk onverhard, ook nog niet eerder meegemaakt. Hopelijk vinden de tubes dat leuk. Dan de wetsuit aan: de Waldsee is, ondanks het aanhoudende warme weer, niet opgewarmd tot boven de 22ºC, dus er mag met wetsuit gezwommen worden.
Als om 10:45 het startschot valt ben ik goed weg. Ik lig eigenlijk meteen vrij en na even wat snelle slagen te maken kom ik goed in mijn slag. Het is een rechte lijn en dan rechtsom, langs een lijn, twee boeien en dan weer terug. Ik merk dat er flink wat zwemmers zijn die hard starten om daarna terug te vallen. Ik pak een goed tempo en blijf dat zwemmen, met als gevolg dat ik aardig wat mensen inhaal op het tweede stuk.
Het zijn twee rondjes: we komen het water uit, korte landgang om de pier en weer het water in duiken. De voeten die ik daarvoor volgde gaan nu verder naar links. In plaats van te volgen kijk ik af en toe voor me: ik zwem toch echt in een rechte lijn naar de boei. Dus de gasten links van me zwemmen extra meters. Die ben ik kwijt.
Ook de tweede ronde zwem ik goed door: af en toe even wat versnellen als ik enkele meters voor me weer een zwemmer zie. Er naartoe, even recupereren in de benen en er overheen. Zo kom ik als 21e uit het water na een iets te kort zwemonderdeel: 1450 meter zegt de Polar. Maar met een tijd van 21’37” ben ik zeer tevreden.
De snelste zwemmer deed er maar vier minuten sneller over, dus ik blijf me verbeteren op dat onderdeel. Ook fijn dat ik een bevestiging krijg dat de Vanquish van Zone3 een top wetsuit is. Na het zeer matige zwemonderdeel in Rijssen begon ik te twijfelen. Kreeg zelfs weer dat “duatleet”-gevoel van een paar jaar geleden. Ik kan niet zwemmen. Maar de redenen daarvoor liggen op een ander vlak (met acht man in een baan zwemmen is mij te vol en greep me letterlijk naar de keel).
De eerste wissel. Die gaat vlot. De Vanquish is rap uit, de fiets pakken en op weg. Twee rondes. Harde wind. Mijn devies is altijd: anderen hebben er meer last van dan ik. Op de eerste kilometers haal ik de meeste renners in. Daarna is het eenzaam. Niemand meer voor me. Tenminste, niet zichtbaar. Tot ik na een kilometer of vijftien naar rechts draai, de grote weg op. Van de andere kant komen ze: daar ligt een keerpunt. Ik kan mijn positie zo een beetje inschatten. Ongeveer 10 man voor me, maar wel een behoorlijk eind. Vanaf het keerpunt heb ik wind in de rug en ik weet het tempo tijdelijk op te voeren naar 50 km/h. Op jacht naar de mannen voor mij.
In de tweede ronde passeer ik dan wat mensen uit andere series en op een gegeven moment word ik zelf ingehaald. Iemand uit mijn serie zelfs, hij rijdt stevig door. Ik volg heel even op toegestane afstand, maar dat kost me te veel kracht. Zo rijdt hij langzaam bij me weg. Op naar het keerpunt. Daar zie ik wel dat ik in ben gelopen op de mannen voor me. Zit er nog positieverbetering in? Met de wind in de rug gooi ik het tempo nog eens goed omhoog. Ik zag dat een fietser echt flink langzamer was en die komt dan ook snel in het vizier. Met nog een paar kilometer te gaan heb ik hem opgeraapt. Tiende.
De tweede wissel kost dan weer wat meer tijd, doordat ik moeite heb mijn schoenen aan te trekken. Iedere wedstrijd weer een probleem. Daardoor zit ik een kleine minuut extra te hannesen om mijn voet in die schoen te krijgen. Als ik de wisselzone uitloop heb ik dan de fietser die ik als laatste had ingehaald op het fietsparcours inmiddels weer op mijn hielen. Hij was de snelste zwemmer, kan dus niet fietsen, maar zo te zien wel lopen.
Het loopparcours begint met een erg vervelende bult, maar daarna is het vlak en lukt het me om goed door te lopen. Ondanks de hitte (het is rond de 30ºC). De Duitsers in het dorpje Saerbeck hebben provisorische douches aangelegd, er staan voldoende verzorgingspunten. En mijn tempo ligt goed. Rond de 4’00” per kilometer. De snelle fietser heb ik na een kilometer te pakken, die snelste zwemmer (die ik als laatste inhaalde bij het fietsen) heeft mij daarvoor al gepasseerd. Status quo dus: nog steeds elfde.
Na de eerste ronde volgt een mooie lus door het bos langs de Waldsee en dan mogen we het rondje nog een keer. Ik zag bij het keerpunt al dat er weinig bedreiging was van achteruit. Voor me ook weinig mogelijkheden om nog op te schuiven, dus die tweede ronde loop ik heel solide uit. Met het laatste stuk (500 meter of zo) richting finish nog eens goed versnellen. Want ik heb in de gaten dat er een snelle tijd in zit. Helaas net niet onder de 2u05, maar met 2h05’10” ben ik ruim sneller dan mijn vorige PR van 2h06’23”.
Kortom, weer een super leuke triathlon ontdekt in Duitsland, waar de wedstrijden eigenlijk altijd goed zijn georganiseerd. Voor herhaling vatbaar!