Een fikse terugval dus. Ging het eind januari allemaal nog heel makkelijk en leek de 57’er simpel binnen handbereik, dit maal kon ik niet echt potten breken en moest ik nog flink gas geven om onder de 1h02 te komen. Een verslag.
Al een aantal jaren werd ik geplaagd door een onderhuidse vetbult, net onder de hals. Hij werd ook steeds groter en nadat bleek dat het niet kwaadaardig was maar laten zitten. Maar omdat het ding maar groter werd en het ook een beetje op mijn luchtwegen drukte bij het sporten besloot ik dan toch maar om hem weg te laten halen. Bij voorkeur na de Enschede Marathon. Want daar wilde ik graag naar een tijd onder de drie uur. En mijn schema stond aardig strak en daar kon ik geen tegenslag in gebruiken.
Ik werd echter opgeroepen op 15 februari. Op naar het ziekenhuis dan maar. Weg is weg. Probleem in sportieve zin was dat ik daarna tien dagen niet mocht sporten. In verband met mogelijke wondinfectie door zweten. Alles is goed verlopen en na tien dagen merkte ik hoe prettig niet sporten eigenlijk is. Met frisse tegenzin begon ik weer voorzichtig aan een eerste rustige duurloop van 45 minuten. Daarbij merkte ik al dat ik nog best graag goed wil presteren, maar dat ik geen zin meer heb om al die trainingsuren er nog in te stoppen. Daarvoor zijn er nu gewoon te veel belangrijker zaken in mijn leven. Dus daar hoort tegenwoordig een ander niveautje bij qua sporten.
Vlak daarna werd ik dus ook nog ziek, dus de vraag was hoe hard het zou kunnen op die laatste Woolderesloop. Het schema was: 60 minuten over de eerste en dan telkens een minuut sneller. Op die eerste moest ik me echt inhouden. De tweede ging lekker en ook nog met de rem erop, en vervolgens een halve minuut sneller dan de geplande 59 minuten. De derde moest dus in 58 minuten (die heb ik dus moeten skippen door de operatie) en de vierde in 57 minuten. Nou, dat ging hem dus niet worden voelde ik vooraf al wel. Want het doel was ook 2 kilo lichter te zijn dan eind januari. Door de combinatie van factoren was dat 3 kilo meer geworden. Ook niet bevorderlijk voor een snelle tijd.
Gewoon lekker gestart, en ik verbaasde me weer over hoe hard sommigen starten terwijl ze niet eens in staat zijn een tien kilometer onder de veertig minuten te lopen. Ik ging met 3:48 al behoorlijk voortvarend weg, al voelde dat niet zo. Het mooiste was weer mijn supportersschare, die op de 15 kilometer mij in totaal zes keer voorbij kan zien komen. En daarvoor het koude weer trotseerde.
Ik begin te temporiseren en denk met 4 minuten per kilometer wel goed weg te komen. Althans, dat hoop ik. Dit loopt erg lekker en tot kilometer 5-6 houd ik dat ook keurig aan. Dus inclusief die snelle eerste kilometer zit ik dan nog steeds op een eindtijd onder de 60 minuten: echt keurig 4 minuten per kilometer. Als ik dan linksaf mag voor mijn tweede ronde ben ik net gelost door Ingrid Prigge. Ik weet het tempo niet meer te handhaven en schakel een tempootje terug. En flink ook, het gaat ineens hard. Van 4:05 tot 4:10 per kilometer.
De hoop op een goede tijd heb ik halverwege dan al opgegeven. Lekker uitlopen is het belangrijkste en het wordt freewheelen naar de finish. De tweede keer door het bos word ik opnieuw goed aangemoedigd door vrouw en kids en met een grote glimlach ga ik aan de laatste vijf kilometer beginnen. Alles loop ik dus alleen, achteraf had ik beter op 4:05 kunnen beginnen of zo en proberen dat constant te houden. Maar goed, we moeten toch naar de finish en de tijd is niet interessant meer.
Twee kilometer voor de finish ben ik net weer ingehaald door iemand, maar onderaan de brug staat opnieuw Janneke met Fynn en Jinthe. Geheel in de geest van de wedstrijd stop ik even om mijn kindjes een dikke knuffel en kus te geven. En daarna weer lekker verder voor de laatste twee kilometer.
In die laatste twee kilometer komt opnieuw iemand achterop en precies op het laatste kilometerpunt komt hij ernaast. Dit veroorzaakt blijkbaar lichte kortsluiting in mijn hoofd, want in plaats van rustig de wedstrijd uit te lopen meen ik er nog een laatste kilometer van 3’49” uit te moeten gooien. Daarmee finish ik wel ruimschoots onder de 1h02, wat me anders niet gelukt was: 1h01’44”. Totaal irrelevante tijd natuurlijk, maar even weer een nulmeting. Volgende week heb ik als extra loopje de Haaksbergse Mijlenloop ingeroosterd. Kijken of het lukt flink progressie te maken in een week.
Uitslagen 4e Woolderesloop, 15 kilometer: