Van vorig jaar wist ik dat het zaak was op tijd te vertrekken. Toen kwam ik een kwartier van tevoren aan en was het haasten. Nu vertrokken we mooi op tijd en was er alle gelegenheid om rustig richting Deventer te rijden. De kinderen hadden ook zin om naar papa te kijken, dus wat wil je nog meer.
In overleg met trainer Kees Seinstra bij WS Twente de avond ervoor zwem ik lang in. Eerst 100 meter rustig, daarna 2x200 meter aardig door om goed op te warmen. Ik ben benieuwd hoe hard het kan. Vorig jaar noteerde ik 4’23”. Ik wil niet te hard van start gaan, maar goed doorzwemmen.
Dat lukt aardig. De eerste 50 meter gaan in 45” of zo, dus een tempo van rond de 1’30” per 100. Nu is het zaak om door te trekken. Ik probeer dat wel, maar ik zie tot mijn verbazing dat in de baan naast mij de volgende starter, clubgenoot Andy de Jong, dichterbij komt. Tot nu toe zwom ik altijd een stuk harder, dus ik begin te twijfelen of ik wel zo goed aan het zwemmen ben. Ik train ook nooit bij TTvW, dus ik kan ook niet beoordelen of hij zich het afgelopen jaar verbeterd heeft.
Aan de andere kant: ik ben geen sprinter. Niet met lopen, niet met fietsen en zeker niet met zwemmen. Dus ik zwem maar gestaag door. Wel zie ik dat ik inloop op de atleet die voor mij is gestart, Yannick Mijsters uit Holten. Omdat Andy steeds dichterbij komt maak ik wel de fout om de slagfrequentie omhoog te gooien: dat gaat bij mij niet gepaard met meer snelheid, het kost alleen meer kracht en zuurstof. Bij het voorlaatste keerpunt kom ik dan met mijn benen verstrikt in de lijn, daarna focus ik op een lange slag en glijden. Na 4’02” verlaat ik het bad. Dat valt me dan toch nog mee. Voor zo’n tijd had ik in het verleden zoomers nodig.
De eerste wissel verknal ik dan. Ik ren het bad uit richting wisselzone, maar houd rechts en loop zo vrolijk het fietsparcours op. Daar komt net een fietser aan die aan het lopen moet beginnen en die waarschuwt me dat ik het fietsparcours op ga. Lekker dan. Zin om terug te gaan heb ik niet, dus inhouden, over het hek kllmmen en snel naar de fiets. Die had ik voor de korte afstanden en snelle wissels voorzien van toeclip pedalen. Ik zou dus op de loopschoenen gaan fietsen. Maar voor die snelle wissel moet je dus wel de juiste afslag nemen….
Al met al kost me dat geintje een halve minuut denk ik. Eenmaal de schoenen aan begeef ik me op het fietsparcours. Dat is nat. Voorzichtigheid geboden met alle bochten. Acht rondjes. Dus ik moet én focussen op voorzichtige bochten, én ik moet rondjes tellen. Let’s go!
Net als vorig jaar zijn Janneke, Fynn, Jinthe en Mick naar de eerste bocht gegaan, waar ik ze iedere ronde kan zien. Ondanks het tijdritformat en het compacte parcours valt het mee qua drukte. Ik begin meteen met inhalen. Echt last van het fietsen op hardloopschoenen heb ik niet. In het verleden heb ik daar al vaker goede fietstijden mee neergezet. Ik word na twee ronden wel ingehaald door een deelnemer van Dolfijn. Op de rechte stukken gaat hij niet echt harder, maar in de bochten durft hij veel meer risico te nemen.
Zo maak ik mijn rondjes en zie dat ik wel goed ga. Alleen raak ik aan het eind de tel kwijt. Heb ik nu zeven rondjes gehad of begin ik aan mijn zevende? Ik twijfel. Ik gok er maar op dat het mijn laatste ronde is. Ik riskeer liever een DSQ omdat ik te weinig fiets, dan dat ik toch goed zit en straks onterecht een ronde teveel doe. Mijn twijfel wordt versterkt door Janneke en de kids, die ook in deze ronde nog in de bocht staan aan te moedigen. Ze zouden na de zevende keer richting loopparcours gaan. Ik gok het er maar op.
Achteraf blijkt mijn gok de juiste, ik had inderdaad acht ronden gehad. Ik doe er 16’57” over, maar twee seconden langzamer dan vorig jaar, toen het wegdek droog was. Dus mijn gevoel is goed, ik ben sterker dan vorig jaar. Niet alleen sterker, maar ook fitter. Scheelt een kilo of 5-6, en dat ga ik met lopen zeker merken. Leuk detail: vorig jaar heb ik nieuwe trisuits laten maken. Alleen paste het eerste model niet, verkeerde maat (S). Daarna leverde G-Skin me twee andere pakken die wel pasten. Echter: nu passen de twee S-jes die ik vorig jaar niet aan kreeg ook! Dus dat pak had ik deze wedstrijd voor het eerst aan. De tweede wissel gaat als een speer, want het is fiets ophangen, helm af en weg. Schoenwissel is niet nodig.
Het lopen is de eerste meters onwennig, maar het is maar kort: 2,5 kilometer. Dus ik probeer gelijk een flink tempo erin te gooien. Daardoor zit ik al meteen vrij hoog in mijn adem, wat de ontspanning niet ten goede komt. Yannick Mijsters zie ik voor mij lopen en daar loop ik op in. Dat gat is kleiner dan een minuut schat ik in, hooguit seconden en wordt dus kleiner. Als ik de wielerbaan af ben en achter me kijk zie ik Andy nog niet in zicht, dus dat gat is groter dan een minuut. Het gas kan er wat af.
Daardoor ga ik wat meer ontspannen lopen. Ik probeer niet te veel concessie te doen aan de snelheid, maar merk wel dat het iets minder hard gaat nu. Yannick voor mij loopt weer uit. Ik ga wat langzamer, hij versnelt. Als ik de atletiekbaan bereik zie ik dat hij zijn voorganger in zicht heeft en daar dus een minuut op goed gaat maken. Ik zelf probeer het tempo goed te houden tot het laatste keerpunt. Daar versnel ik nog een keer voor de laatste 300 meter. Met een looptijd van 9’12” zet ik bijna een halve minuut snellere tijd neer dan vorig jaar. Het had eigenlijk onder de 9 minuten gemoeten, maar dit zou leiden naar een tijd onder de 18’30” op 5 kilometer. Dat heb ik al lang niet meer gelopen, dus zeer tevreden.
Met een eindtijd van 32’48” ben ik daarmee een halve minuut sneller dan vorig jaar. Dat had nog een halve minuut sneller kunnen zijn als ik in die eerste wissel niet met mijn stomme kop de wielerbaan was opgerend. Mooi dat er op je 47e nog steeds rek in zit en je jezelf nog steeds kunt verbeteren :-)
Volgende stop: Ironman 70.3 Mallorca.
Uitslagen Sprint Triathlon Deventer: