Ik loop dan meteen achter Guido Gosselink, die ik vraag of hij aan zijn tweede ronde is begonnen. Nee, de derde. Ah, dus ik loop twee rondes achter… Omdat er dus geen enkele vorm van competitie voor mij meer aan zit kan ik me juist daardoor perfect aan de voorgeschreven zones houden. Dus de eerste vier kilometers houd ik me gedeisd. Om daarna het tempo op te schroeven. Speaker Aschwin Kruders moedigt me nog aan en geeft aan dat mijn tweede ronde al flink sneller is dan de eerste. Ik roep dat ik nog een poging ga doen om niet als laatste te eindigen.
Ik blijf in het vervolg goed op de zones letten. Het parcours is ten opzichte van voorgaande jaren wat gewijzigd: het lijkt sneller, maar blijkt dat niet te zijn. Ik blijf lekker inhalen en voor ik het weet mag ik al het laatste rondje in. Op het heen en weer stuk daar zie ik dan de laatste loper die nog op het parcours zit. Die zal een 800 meter voor me lopen schat ik zo in. Dat moet te doen zijn in een ronde. En inderdaad: bij de trappen heb ik hem achterhaald. Niet laatste, haha. Daarna loop ik lekker ontspannen door richting finish, om te finishen in een netto tijd van 45’36”. Dat blijkt netto een keurige tijd, zeker gezien het feit dat ik de eerste vier kilometer niet boven de 135 hartslag ben geweest.