De hele deelname had nogal wat voeten in aarde, zeker in combinatie met de Challenge Herning een week later. In mijn nieuwe functie als financial controller. De eerste dagen van de maand zijn volledig gereserveerd voor maandrapportages. Ik probeerde de meeste rapportages al op vrijdagavond 31 mei te draaien, om zo de handen vrij te hebben in het weekend en de druk zoveel mogelijk weg te halen van Denemarken: ik zou woensdag alweer vertrekken en had dus effectief maar twee dagen om alles te rapporteren.
Er moesten ook nog boodschappen worden gedaan, dus ook die nog ingeslagen die zaterdagochtend en uiteindelijk om 13:00 richting Weert vertrokken. Een rit van 2 uur vanaf huis. Het EK was officieel al vanaf donderdag gestart, maar eerlijk gezegd ben ik niet zo van de poespas en landenparades. Gewoon mijn dingetje doen (racen) en weg. Dus zo laat mogelijk die kant op.
Bij het hotel aangekomen had ik inmiddels wel wat honger gekregen, dus snel even naar de bakker voor wat broodjes. En daarna omkleden en even rustig de benen losfietsen. Ik ken de omgeving niet, maar na enige aanwijzingen van de hoteleigenaar denk ik een redelijk goed rondje van een uur te hebben gevonden. Eerst 14 kilometer langs de Zuid-Willemsvaart richting Nederweert en dan in Nederweert via B-weggetjes weer noordwaarts richting Someren. En verrek, het rondje is precies dertig kilometer en na een uurtje op hartslag 95 ben ik weer terug.
Na even gedoucht te hebben ga ik wat eten bij het restaurant van mijn hotel Krabbendam. Het is heerlijk weer en ik zet me op het terras. Ik begin aanvankelijk nog braaf met een ice tea, maar al snel maakt zich een licht vakantiegevoel van me meester. En aangezien ik weet dat ik toch niet om de prijzen mee doe en genieten bij mij hoog in het vaandel staat: schakel ik over op de La Trappe blond. Een heerlijk voorgerecht met gamba’s en een goede steak als hoofdgerecht worden afgesloten met een heerlijk frisse ijscoupe. Bourgondisch genieten met een hoofdletter B in Brabant.
Zondag 2 juni: de race
De wekker gaat al vroeg die ochtend: ik had hem op half zes gezet. Vroeger in mijn studententijd bestond nog de WOP-relatie: wippûh, ontbijtûh, pleite. Van dat eerste kwam het niet, dus dit was POP: pittûh, ontbijtûh, pleite. Ik had zelf wat broodjes meegenomen aangezien het ontbijt in mijn hotel pas om 08:00 zou zijn. Maar ze hadden goed meegedacht en een lunchpakket voor me gemaakt, dat die ochtend netjes in de koelkast op de gang op me stond te wachten. Perfect!
Om half zeven heb ik alles ingepakt en uit de kamer naar beneden weten te krijgen. Ik stap in de auto en begeef me naar Weert. Race day!
Om zeven uur ben ik bij de sporthal en ik dacht dat ik vroeg zou zijn, maar de parkeerplaats staat al aardig vol. Als ik mijn discwiel achter wil monteren kom ik erachter dat ik geen inbussleutelset mee heb genomen om de breakpads te vervangen. Gelukkig is een Duitser behulpzaam en bij het oppompen komt oude bekende Bas Groothedde de helpende hand bieden (hem ontmoette ik voor het eerst bij het WK in Rotterdam, leuk om hier weer samen aan de start te staan). Vervolgens breng ik de loopschoenen naar T2. Daar ontmoet ik oud-TC Twente clubgenoot Roland de Haan. Met hem babbel ik nog even over de uitdagingen als jonge vader en het ambiëren van triathlonprestaties. We zitten aardig op een lijn, ook Roland blijkt daar heel nuchter in te staan. Beiden beseffen we dat we bevoorrecht zijn dat we aardige prestaties hebben kunnen leveren, maar kunnen dat ook relativeren. Voor mij is het met name de meerwaarde van de extra trainingen: als ik echt super wil zijn, op het niveau van pak hem beet 5-7 jaar geleden, moet ik er dermate veel meer uren in steken dat het mijn werk en/of gezin in de weg gaat zitten. Daarom neem ik nu genoegen met een wat minder niveau, met 50% van de trainingsinspanningen van destijds haal ik nog 85%-90% van het niveau van destijds. Dus al die extra uren leveren me maar weinig toegevoegde waarde (kunnen me alleen brengen van leuk niveau naar zeer leuk/aardig goed niveau). Zo babbelen en filosoferen we over onze sport en het gezinsleven tijdens de fietstocht naar T1, waar de zwemstart plaats gaat vinden.
De fiets is snel ingecheckt en daarna is het wachten op de start. Van een uur naar een half uur. De eerste series gaan te water. Een mooi gezicht: een landstart en iedereen die het water in rent. Per age group iedere vijf minuten een wave. Oplopend per vijf jaar: dus vijf minuten voor ons starten de M40, vijf minuten na ons de M50. Als Roland met de M35 mag rits ik zijn wetsuit dicht en wens hem succes. Mijn eigen Zone3 Vanquish krijg ik zelf dicht. Onze namen worden omgeroepen. We mogen ons melden. Nog vijf minuten. Voor ons gaat de toeter en de M40 categorie stort zich in het Blauwe Meertje. Wij mogen het strandje op. Achter de lijnen staan. Ik gooi nog eens de armen los. Inzwemmen heb ik niet gedaan. Ik wil met beleid starten, niet in het gewoel en dan lekker doorzwemmen. Vorige week zwom ik 8’23” op 500 meter zonder wetsuit, dus ik verwacht op 1500 meter hier onder de 24 minuten te gaan. Als de afstand klopt uiteraard. Naast me staat Bas Groothedde. Ik wens hem nog eens succes.
09:25 Zwemmen
De toeter loeit. De hele rij atleten rent het water in. Ik laat het begaan en zorg dat ik ruimte krijg. Voor me zwemmen ze weg, ik zie Bas een paar meter voor me. Ik probeer mijn slag te pakken en een goed tempo te vinden. Dat lukt. Niet te gek doen en goed navigeren op de boeien. We zwemmen in een soort T-vorm. Als ik voor me kijk zie ik een redelijk langgerekt lint en ik heb nou niet bepaald de indruk dat ik kort achter de kop zit. Verre van. Het mag wel wat harder eigenlijk. Een tandje erbij dus. Ik probeer goed op mijn techniek te letten en de meest rechte lijn te zwemmen. Dat laatste lukt: ik zie uiteindelijk dat ik 1575 meter heb gezwommen, waar ik verhalen van anderen hoorde over 1650-1700 meter. Bij de voorlaatste boei komt de eerste zwemmer van de M50 categorie voorbij en niet veel later volgen er nog drie. Voor mijn gevoel zwem ik lekker en is het tempo prima. Maar op de een of andere manier heb ik wel het gevoel dat ik veel te lang in het water lig. Dat gevoel wordt bevestigd als ik het water uit kom: er zijn al meer dan 29 minuten verstreken. 29? 29! Dat hoor ik normaal te zwemmen op de halve (klein beetje meer, maar rond de 30 kan ik tegenwoordig). Ik snap er niets van. Dit is een tijd die vergelijkbaar is met de zwemtijden die ik zwom in mijn duathlonperiode. Net onder de 2 minuten per 100. Hoe kan dat?
09:54 T1 + Fietsen
Gelukkig ben ik redelijk vlot met de eerste wissel. Twee man die voor me het water uit waren haal ik daar in en bij de opstapstreep staat een Noor te klooien om in zijn schoenen te komen. Ik zit meteen op de fiets en ben weg. Tot mijn verbazing zie ik dat het makkelijk gaat: ik zit al meteen boven de 40 per uur, terwijl het me nauwelijks moeite kost. Het eerste stuk richting de sluis maak ik dan nog wat posities goed. Bij de sluis komen de deelnemers ook van de andere kant en weet je eigenlijk niet meer wie er bij jou in de startwave zat en wie niet. Gewoon hard trappen is het devies.
Op het stuk richting België staat de wind tegen, maar ik weet het tempo prima hoog te houden. 37-38 zonder moeite eigenlijk. Ik doe ook niet al te veel moeite om hier al te veel energie te verspelen. Na het keerpunt gaat er een tandje of twee bij. Wind in de rug en rammen. De Wahoo Elemnt BOLT geeft 43-44 aan. Ik haal hele volksstammen in. Best veel deelnemers als je de 12-meter stayerafstand wilt respecteren (velen willen dat duidelijk niet). Een Turkse deelnemer fietst verrassend hard. Ik kom langzaam dichterbij en bij het inhalen zie ik dat hij een ontzettend zwaar verzet trapt. Zelf kies ik voor souplesse. Bij het inrijden van Weert staat de teller zelfs even op 45-46. We rijden langs de wisselzone. Nog twee volle ronden. Het is, ondanks het vroege tijdstip, al warm. Dus ik drink goed onderweg. Bij het keerpunt in Weert hoor ik dat speaker Wim van de Broek mijn naam omroept bij het voorbijrijden. Ha, hij heeft me herkend. Ik trek me weer op gang.
De tweede ronde begint dan met een lang stuk tegen de wind in. Twee rappe Engelsen komen voorbij. Uit de M30 categorie, zie ik aan de decals op hun kuiten. Ik pak de toegestane 12 meter en probeer te volgen. Altijd lekker om iets van een richtpunt te hebben en het levert toch licht voordeel op met de tegenwind. Na de sluis ben ik ze kwijt en rijd weer alleen verder. Het tempo blijft prima constant.
Op de weg terug kan het tempo weer omhoog. Waar het in de vorige ronde nog naar 45-46 max ging blijft het nu op 44 hangen. De warmte denk ik. Ik dring ook niet te veel aan, ik wil ook nog een goede run neerzetten. Maar het resultaat is door die rare zwemtijd eigenlijk toch al om zeep. Dus ik besluit de race echt als een voorbereiding voor Herning volgende week te gebruiken: ik beslis op dat moment om de tien kilometer lopen op mijn voorgenomen halve marathon pace in Herning te gaan lopen. Met die beslissing in het achterhoofd kan ik nog even wat extra’s geven op de fiets.
De laatste fietsronde word ik dan nog achterhaald door een Ier, Toby Bedell. Die is met een sterk fietsnummer bezig, maar echt ver weg fietst hij niet. Op de laatste keer richting België steek ik er dan maar weer voorbij en weet dan met tegenwind de teller op te laten lopen naar 41. Op de weg terug naar Weert moet ik die inspanning wel even bekopen, want daar krijg ik het tempo niet echt meer heel strak. Bedell komt weer voorbij, alsmede Nederlander Martin Breedijk (M50). Ik geef niet meer alles en bereid me voor op het looponderdeel.
10:53 T2 + Lopen
Bij het bereiken van de wisselzone stap ik tegelijk af met een andere atleet uit mijn AG van wie ik wel eens blogjes lees, Chris Kouwenhoven. Ik snel door het parc fermé en hang snel mijn fiets op. Iets verder zie ik Andy de Jong staan, clubgenoot bij TTvW. Hij is in de M40-categorie gestart, dus daar heb ik al vijf minuten op goed gemaakt. Dat zal zeker niet op het zwemmen zijn gebeurd, alhoewel ik normaal gesproken ook harder zwem. Ik trek snel mijn schoenen aan en begeef me naar het loopparcours. Het aanloopstuk van 700 meter blijkt achteraf bij de tweede wissel mee te tellen, waardoor die erg lang uitvalt. Met 3’42” zet ik daar overigens ook geen supersnelle tijd neer.
Bij het oplopen van het loopparcours loop ik al meteen achter Roland de Haan, die waarschijnlijk aan zijn voorlaatste of laatste ronde bezig is. Maar zijn tempo is er volledig uit. Ik moedig hem aan als ik hem passeer. Ik mag vier rondjes in de hitte gaan lopen: de temperatuur is inmiddels opgelopen richting de 30ºC. Daarom wil ik niet volle bak, maar proberen mijn halve marathon pace voor Herning op te pakken. Mezelf niet te moe maken, maar lekker met een hoge pasfrequentie een goed tempo. En veel water aanpakken. Dat zijn van die waterzakjes waar je uit zou moeten sippen, maar dat werkt voor geen meter. Na een halve ronde proberen gooi ik hem weg en pak een volgende aan. Ook daar krijg ik weinig uit. Inmiddels ben ik al wel langzaam Andy genaderd en na een halve ronde passeer ik hem. Ik merk dat hij probeert mee te gaan, maar daar let ik verder niet op. Eigen tempo, eigen race.
(foto: Christie Brouwer)
In de tweede ronde zakt het tempo dan wat in: waar ik in de eerste ronde 4’11” per kilometer liep zakt het weg tot boven de 4’20”. Nog steeds prima, want dat brengt me in Herning naar een tijd van rond de 1u30. Wel begin ik nu echt last van de warmte te krijgen en aan het eind van de tweede ronde komt zowaar Andy weer voorbij. Bij het ingaan van de derde ronde stop ik even bij de waterpost. Ik wil even de tijd nemen om normaal te kunnen drinken. Dat kost dan maar even wat tijd, maar hydratatie is zeer belangrijk. Ik word door nog meer mensen gepasseerd, waaronder mijn Ierse fietsvriend Toby Bedell. Als ik het waterzakje leeg heb zet ik me weer in beweging. Als snel ben ik weer bij de Ier. Hij loopt niet veel langzamer en die derde ronde blijf ik bij hem. Ik besluit in de slotronde nog even wat te versnellen.
Het derde looprondje is dan inderdaad wat langzamer, boven de 4’30” door die stop bij de waterpost. Maar ik voel me nog superfit en heb weinig tot geen last van de warmte. Ook blij met de douches die de inwoners van Weert langs het parcours hebben aangelegd: een welkome verfrissing. In de slotronde loopt er dan nog een Duitser achter mij, die me zegt dat ik me geen zorgen hoef te maken als ik het tempo omhoog gooi: hij geeft aan in een andere AG te strijden. Ik geef terug dat ik nog wat energie over heb en gewoon nog een snellere laatste ronde wil lopen. Met de Duitser in mijn kielzog loop ik daarop naar de finish.
Een kilometer voor het eind komt er dan nog een snellere Nederlander voorbij, die bij hem in de AG zit. Daarop probeert hij bij die loper aan te haken. Ik vind het prima. Het laatste rondje gaat weer op 4’20” en dat is hard genoeg met het oog op volgende week en bij deze temperatuur. Als ik dan richting finish mag zie ik dat ik nog een Belg kan passeren. Nog even aanzetten en er voorbij. Zo’n vijftien meter daarvoor loopt nog een Belg en bij hem op de kuit staat M45. OK, die zit dus bij mij in de AG… een blik richting finishlijn en ik zie dat ik hem nog kan hebben, dus ik trek mijn eindsprint nog maar even door. Daarmee loop ik in een eindtijd van 43’53” naar de finish, perfect voor volgende week in Herning.
Mijn eindtijd van 2h15’56” valt me tegen. Maar dat is voornamelijk te wijten aan het zwemmen. Er zijn mensen die ik normaal een minuut achter me heb, die nu drie minuten sneller hebben gezwommen. Dus op dat onderdeel heb ik zeker vier minuten laten liggen. Wellicht dat het wetsuit niet goed dicht heeft gezeten? Of omdat ik meer afgetraind ben dan vorig jaar het pak nu wat te ruim zit en daardoor meer water pakt? Geen idee. Voor de eindklassering had het trouwens niet echt super veel uitgemaakt. Nu mag ik me 33e van Europa noemen, als het zwemmen volgens verwachting was gegaan had me dat hooguit elf plekken winst opgeleverd, dus 22e. Dus veldvulling, zoals ik vooraf al verwachtte. Maar dat is ook nodig, anders hoeven er maar drie te starten voor de podiumplekken. En het was gewoon erg leuk om eens mee te maken, zeker zo dicht bij huis. Het enige jammere is dat er geen herinneringsmedaille is na afloop. Daarom laat ik bij een tentje maar een customised event t-shirt maken om toch nog een tastbare herinnering te hebben aan dit evenement. De bond heeft inmiddels gemeld dat ik met mijn finish in Weert automatisch ben gekwalificeerd voor het WK in Lausanne, later dit jaar, maar dat laat ik mooi aan me voorbijgaan. WK (2017) en EK (2019) zijn nu afgevinkt. Het is mooi geweest.