Degenen die mijn wedstrijdverslagen regelmatig lezen hoef ik het niet meer te vertellen. Het heilige moeten heeft plaats gemaakt voor mogen. Qua training betekent dat dat ik maximaal 7-8 uur in de week wil maken. Dat ik iedere avond met de kinderen kan eten is me meer waard dan die paar minuten sneller. Dat is kwalitatief zoveel mooier dan “verplicht” je uren maken.
Dat ik daarmee prachtige resultaten neer wist te zetten was en is voor mij bonus. Enkele jaren geleden was dat echt een doel op zich. Voelde dat ik het aan mijn stand verplicht was om een bepaald niveau te halen. Maar ik sport niet voor een ander. Ik doe het voor mezelf. Dus wat een ander ervan vindt boeit me niet (meer). Het is een verademing om op deze manier de sport te mogen beleven. Heerlijk, ontspannen. Iedere training die ik kon en wilde doen was een geschenk, de wedstrijden enorm van genoten. De laatste in Münster ging zelfs weer erg goed en ik voelde een bloedvorm aan komen. Daarna op zomervakantie naar het huis van mijn ouders in de buurt van de Pyreneëen. Daar wat extra uurtjes kunnen maken in de ochtenden, waaronder een fantastische en indrukwekkende rit naar de Portet d’Aspet en het monument voor Fabio Casartelli.
In 1995 zat ik voor de televisie naar die rit te kijken en die beelden staan me nog altijd helder op het netvlies. De rit was echt prachtig, ik kon de 16e etappe van de Tour bijna exact narijden vanaf Sabarat. De aanloop was lang en na 65 kilometer begint het pas echt omhoog te lopen. Ik dacht nog “wat een zeikklimmetje”, maar eenmaal in het dorp Portet d’Aspet begint de weg echt steil omhoog te lopen. Daarvoor kon ik nog tussen de 20-30 per uur rijden, vanaf het dorp zakte het terug naar 15-16 en zelfs 12-13. De laatste 3 kilometer maken deze col echt wel pittig. Eenmaal boven is het dan nog ruim vier kilometer dalen naar het monument. Een erg steile en gevaarlijke afdaling; eenmaal bij het monument onwerkelijk om daar te staan, op diezelfde plek.
Ook qua benadering was het dus volledig anders. Een week voor de race in Almere was er een dancefeest hier vlakbij op de Houtmaat: Sins of Ibiza. De oude Erik zou er niet over denken om een week voor de race naar een feest te gaan. Toen ik gevraagd werd schoot ik ook bijna in mijn oude reflex. Een week voor de race, geen risico’s. Ik bedankte. Maar een paar uur later sijpelde de realiteit door: waar ben ik mee bezig? Denk ik nou echt dat een avondje housen een negatieve impact gaat hebben? Belangrijker nog, gewoon genieten van een leuke avond met vrienden. Dus alsnog een ticket gepakt en een fantastische avond gehad. Beter kun je je taperweek niet beginnen.
Tijdens onze zomervakantie was ik benaderd door een headhunter. Of ik interesse had in een functie als financial controller bij een ander bedrijf. Even over nagedacht, de positie was erg interessant. Dus doorgepakt. Uiteindelijk bij de laatste drie kandidaten, de gesprekken uiteindelijk gepland op vrijdag 7 september. Erg ongelukkig voor mij, maar de kans op een mooie nieuwe positie wilde ik niet laten schieten. Dus ik dacht het te combineren: op mijn verzoek werden mijn gesprekken als eerste ingepland, zodat ik rond de middag weer thuis kon zijn en daarna meteen door kon naar Almere.
De gesprekken waren erg positief, dus met een goed gevoel keerde ik terug. De spullen stonden allemaal al klaar. Auto inpakken, kinderen klaar om weg te brengen naar opa en oma, ik trek de deur dicht en wil afsluiten… en de sleutel gaat er niet helemaal in. Hè? Wat is dit nou? Bleek Janneke haar sleutel nog aan de binnenkant in de deur te hebben zitten. En toen… Enkele pogingen om de deur open te krijgen mislukten. Er zat niets anders op dan een slotenmaker te bellen. Jammer geld, maar vertrekken was geen optie. En als je dan ziet hoe snel en makkelijk hij de deur open kreeg… dat risico wil je niet. Uiteindelijk konden we een uur later dan gepland dan toch eindelijk vertrekken richting Almere.
Op zich verwonderde ik me er niet over. Bij iedere belangrijke wedstrijd is er wel wat geweest. 2012 Ironman 70.3 Mallorca: bidons in de hotelkamer laten staan. 2013 Ironman Lanzarote: voorband geëxplodeerd na de check-in, op de ochtend van de wedstrijd werd ik geconfronteerd met een lekke voorband. 2015 Ironman 70.3 Mallorca: timingchip verloren vlak voor de race. Zo is er bijna iedere keer wel wat. Dus toen we eenmaal in Almere waren en ik de wedstrijdwielen wilde oppompen en daarbij mijn ventiel van het voorwiel afbrak kwam er een vreemd soort gevoel van berusting over me. Bizar gewoon. Eigenlijk was het wel grappig. Ware het niet dat ik, toen we op de slotenmaker aan het wachten waren, had besloten om de reservewielen maar thuis te laten. Want wat kan er nou gebeuren? Tijdens de wedstrijd kan ik de wielen toch niet wisselen. Nee. Dan niet meer nee. Schitterende voorbereiding dus.
Verder nog even bij de stand langs van sponsor AthleteSportsWorld. De rubberband van mijn Zone3 zwembril had het begeven op vakantie en Matthias had voor mij een mooie nieuwe meegenomen. Als bonus ook nog een supermooi loopshirtje met ASW logo’s, waarmee ik ASW nog een beetje kan promoten tijdens de carbo loading party (en tijdens trainingen en wedstrijdjes in de toekomst).
Na de check-in ging ik met Janneke, Fynn en Peter door naar de carbo loading party. Dit was toch wel een beetje een tegenvaller, want de bakken met eten waren continu leeg. Voor zo’n groot evenement en met de ervaring van voorgaande jaren was dit wel een klein minpuntje. Als er wel eten in lag was het overigens erg lekker :-)
Daarna door naar het hotel. Alvast de timing chip om de enkel, zodat ik dat in de ochtend niet kan vergeten. Decals op de armen plakken en alles klaarleggen. De wekker gezet om 04:45 en om 21:30 de luiken dicht gedaan, terwijl Janneke en Fynn nog naar The Voice Senior aan het kijken waren.
Al om 02:00 werd ik badend in het zweet wakker. Wat ik heb gedroomd weet ik niet meer, maar ik was klaarwakker. Volgens mij ging het weer over dat kapotte voorventiel. Daarna kon ik de slaap moeilijk weer vatten. Meer dan een uur wakker gelegen. Op het moment dat je denkt dat je er beter uit kunt gaan word ik wakker van de wekker. Ah, uiteindelijk dus toch weer in slaap gedommeld.
Om 05:00 aan het ontbijt. Ik ben een van de eersten. De toppers en de age groupers slapen allemaal in hetzelfde hotel en ook de speakers zitten al vroeg aan het ontbijt. De onzekerheid met betrekking tot dat voorwiel blijft. Ik besluit een expert aan te schieten in de persoon van pro Evert Scheltinga. Hij bevestigt wat ik al eerder te horen kreeg: ik kan gewoon op dat wiel rijden. Maar de onzekerheid blijft. Waarschijnlijk omdat het een onvoorziene gebeurtenis is, waar ik geen rekening mee had gehouden.
In vergelijking met andere jaren ben ik een stuk relaxter. Waarschijnlijk een gevolg van mijn voorbereiding en benadering. Mijn doelstelling voor vandaag is een simpele: op een mooie en waardige manier finishen. Van die mogelijkheid ben ik in 2015 beroofd door de charlatan die een webshop in sportvoeding bestiert. Die nare herinnering wil ik wegpoetsen. Nog één keer een hele, zoals het hoort. Daarbij heb ik geen tijd voor ogen.
In de wisselzone ben ik dan vrij snel klaar met het prepareren van de laatste zaken. Het voorwiel voelt nog steeds voldoende hard aan. Achtertube ook op spanning; gelletjes op de fiets, aan de startnummerband, bidonnetjes erop. Dan kom ik Niels Esmeijer tegen. Ook hij gaat starten, maar geeft aan dat hij last heeft van zijn ribben: Niels is vier weken eerder door een scooter van de fiets gereden. Over pech gesproken, niet lang geleden kwam hij meer dood dan leven uit een ravijn. Dat zet mijn perikelen met het voorwiel weer in een ander perspectief. Ook Niels biedt nog een ander voorwiel aan, ik vraag hem nog even naar het wiel kijken. Als ook hij zegt dat het kan weet ik het zeker. Ik ga op mijn eigen materiaal racen.
Om 07:20 zijn de pro’s gestart, vijf minuten later gevolgd door de dames pro’s. Vervolgens is het wachten voor ons, de age groupers (variërend van zichzelf heel serieus nemende semi-pro’s tot recreanten die graag voor het eerst een hele triathlon willen finishen). Ik had besloten nog snel even naar het toilet te gaan in het hotel, daar tref ik Janneke en Fynn nog. Samen lopen we terug en voor de wisseltent trek ik mijn wetsuit aan. Nog een laatste knuffel en kus en dan begeef ik mij tussen het 550-koppige startveld dat ongeduldig staat te wachten.
Het water is fris, maar niet echt koud. Ik zwem op naar de startlijn, besluit maar op de tweede of derde lijn te gaan liggen. Want ik verwacht dat ik redelijk voorin mee kan, maar dat velen toch te hard gaan starten. Die haal ik liever later in dan in een gevecht te belanden.
Het startschot komt dan redelijk onverwacht. Ik zwem goed weg, probeer zuinig te zwemmen en navigeer goed op de boeien. Daarna is het de andere zwemmers volgen en inhalen. Al snel heb ik een goed tempo te pakken en volgens mij zwem ik dan aardig mee. Er zwemmen wat anderen om me heen, maar niet te veel. Het is continu inhalen, ik weet dat ik makkelijk een tempo van 1:30-1:35 kan zwemmen.
Ik ben dan ook blij als uiteindelijk de finishboog in zicht komt. Daarbij zwem ik iemand vol in de flank. Ik zat te navigeren op de startboog, zo blijkt. Ik mocht al rechtsaf. Nog een klein stukje, op de kant klimmen en dan snel het wetsuit uit. Een snelle blik op het horloge levert een fikse teleurstelling op. Waar ik, op basis van eerdere resultaten en trainingen, had gerekend op een tijd tussen de 1:00:00 (snelste scenario) en 1:05:00 (langzaamste scenario), kom ik na 1h12’02” het water uit. Echt een beroerde tijd.
Veel tijd om stil te staan bij die zwakke tijd heb ik niet. Later blijkt overigens dat iedereen minuten langzamer heeft gezwommen dan normaal. Het parcours was te lang. Met 3985 meter volgens mij Polar 185 meter. Maar dan heb ik nog steeds 1:48 per 100 gezwommen, waar dat 1:30-1:35 zou moeten zijn. Het stil liggen na de kramp heeft hier ook zeker invloed op gehad. Denk dat ik daarmee drie minuten heb verloren, en nog eens 3:30 door de te lange afstand. Dus 1h05’30” ongeveer. Dan heb ik iets langzamer gezwommen dan mijn langzaamste scenario. Ik noteer de 161e zwemtijd, tegen de 135e in 2015. Maar toen was het deelnemersveld kleiner (450 man), nu 161e van de 550 is op zich niet heel slecht. Maar ik kan gewoon harder.
De wetsuit heb ik snel uit, het fietsshirt van JdR Cycling snel aan. De armstukken tegen de kou (het is nog fris in de ochtend) leveren wat meer problemen op: de armen zijn nat en daar droge strakke armstukken overheen trekken blijkt niet al te makkelijk. Uiteindelijk kan ik mijn fiets pakken en ben na 4’17” op het fietsparcours.
Het fietsen. Dat ventiel. Een gok? Het voelt in ieder geval goed. Ik wil zo constant mogelijk rijden. Geen hoge hartslag, continu monitoren. Om zo fit mogelijk aan het hardlopen te kunnen beginnen. Liever hier een kwartier laten liggen en die weer terugwinnen op de marathon. Bij het opstappen gaat er dan nog wel wat mis. Ik stoot mijn teen. Sla er verder geen acht op, maar kukel wel bijna van de fiets. Bij de tweede opstappoging ben ik vertrokken.
Ik heb al wel in de gaten dat ik goed in de wedstrijd lig na het fietsen, want er staan verdomd weinig fietsen in het parc fermé. En van die 66 man/vrouw voor mij zijn er ook nog eens 27 pro, die fietsen staan elders gestald. Ik zie dus welgeteld 39 fietsen staan als ik binnenkom.
Dankbaar dat het voorwiel het heeft gehouden snel ik de wisseltent in. Startnummer pakken (ik heb zonder gefietst, startnummer bij het fietsen is niet meer verplicht en daardoor kon ik de loopgelletjes er al vast in drukken), fietsshirt uit, mouwstukken uit, schoenen aan, veters strikken (comfort boven wisseltijd, anytime) en gaan. Deze wissel gaat in 3’36”. In die vijf uurtjes fietsen had ik niet meer aan het stoten van mijn teen gedacht, maar het is een aardige bloederige bende daar beneden. Ik moet even terugdenken aan 2013, toen winnaar Bart Colpaert uit was gegleden en de marathon voltooide op een gebroken middenvoetsbeentje. Maar kijken hoe het gaat.
14:01 Run
De vraag is hoe ik de wissel verteer. Het antwoord: goed. Eigenlijk heb ik meteen een goed ritme te pakken. De teen voel ik al meteen niet meer. Ik ben 6u17 onderweg en ik had vooraf bedacht/gehoopt een afsluitende marathon van 3u30 te kunnen produceren. Dat is 12 km/h. Daarbij wilde ik in de eerste helft wat marge opbouwen met een tempo van 4’45”, waardoor ik in het tweede gedeelte dan wat zou mogen verliezen/wandelen. Ondertussen rekende ik ook even. 3u30, dat zou betekenen 9u47 als eindtijd. Als dat zou lukken met die maximaal 8 uur training dan zou ik me de ballen uit de broek lachen. Al die jaren als een dolle getraind en uren gemaakt, en nu op deze relaxte manier is het ineens binnen handbereik. En dan nog zo slecht gezwommen ook. Maar zover is het nog niet: eerst nog 42 kilometertjes lopen.
Op de terugweg achter het Weerwater staat de wind tegen. Hier neem ik even gas terug. Daar komt Tijmen Smit me achterop. We maken even een praatje, het gaat makkelijk. Hij is aan zijn tweede ronde bezig en loopt uiteindelijk 3u28. Achteraf misschien moeten aanhaken. Maar ik kies voor mijn eigen tempo. Ik begin dan al wel de vermoeidheid wat te voelen. Het eerste rondje gaat in 34’30”, dus ruim binnen de gestelde limiet van 35 minuten per ronde om op 3u30 uit te komen (inclusief dus die sanitaire stop van een minuut).
In die voorlaatste ronde begin ik dan met aftellen. Vanaf kilometer 32 vier ik iedere kilometer. Iedere kilometer is weer een kilometer dichter bij de finish. Geen idee ook op welke eindtijd ik nu afkoers. Maar ik voel me prima en dat is het belangrijkste. Bij de laatste doorkomst in het stadion zie ik Janneke en Fynn links bij de hekken staan. Een dag voor de wedstrijd heb ik nog aan een NTB-official gevraagd of het is toegestaan om met Fynn samen te finishen. Het antwoord is nee. Het is niet toegestaan op straffe van een DSQ (diskwalificatie). Ze willen het vooral ontmoedigen, want als eentje er mee begint…
Die laatste ronde voelt dan als een ereronde. Nog een keer dat Weerwater rond. Ik probeer zelfs nog even te versnellen. Maar weer begint die kuit op te spelen. Blesseren in de laatste ronde lijkt me niet handig. Wel neem ik bij een van de waterposten dan wat zoutjes. Had ik veel eerder moeten doen. Heerlijk. Slok cola er achteraan en verder met aftellen. Nog 5 kilometer, nog 4, nog een laatste keer langs de Duitser (Frank Horras) die achterop het parcours continu Thunderstruck van AC/DC draait. Dan nog 3, 2, 1… And now. The end is near. And so I face the final curtain.
Dank aan mijn sponsoren: Webton BV, AthleteSportsWorld, Rosiir, Brama 2-wielers, Zone3, FFWD Wheels en Step One. En een speciaal woord van dank aan mijn oud-coach Chris Brands, die op een aantal momenten gedurende het traject mijn vorderingen van feedback wilde voorzien.
Tot slot moet ik nog even terugdenken aan de woorden van oud-toptriatleet en -trainer Guido Gosselink na het echec in 2015: “Almere en jij zijn geen vrienden geworden.” Ik ben dit jaar niet teruggekomen om vrienden te worden. Maar de beste vriendschappen worden gefundeerd op de moeilijke momenten. Almere, bedankt. I’ll be back.