Zoals ieder jaar was het weer stressen, de dag voor de wedstrijd. In principe is alles geregeld, uiteraard weer ons vaste Apollo hotel voor de overnachting, en de briefing staat gepland om 14:00. Dat betekent dat ik om 13:30 daar wil zijn, dus uiterlijk 12:00 vertrekken. Ware het niet dat enkele weken eerder zonnepanelen op ons huis zijn geplaatst. En dat voor de panelen op het platte dak de montagestukken ontbraken. Dat moest dus opnieuw worden ingepland en dat werd, ja precies, die vrijdagochtend. Om een lang verhaal kort te maken: we zaten uiteindelijk om 13:00 in de auto. Briefing kon ik dus vergeten. Ook Fynn was wederom mee, want hij had het vorig jaar zo mooi gehad dat dit ons jaarlijkse uitje met ons drieën is geworden.
De wekker had ik om 05:30 gezet. Omdat ik tot 08:00 zou hebben, met de start om 08:20, vond ik ontbijten om 06:00 vroeg genoeg. Om 06:30 was ik klaar en pakte mijn spullen van de hotelkamer. Klaar om naar de start te gaan en alles in te checken.
Ik ben dit jaar weer begeleid door Frank Heldoorn, nadat hij me vorig jaar van wat positieve feedback voorzag bij mijn hele triathlon. Die ik toen deed op 7-8 uur training per week. De vraag was of ik met datzelfde aantal trainingsuren nog weer een stap zou kunnen maken. Frank dacht van wel. Dat aantal trainingsuren was duidelijk afgekaderd, daar wilde ik niet overheen. Dat betekent natuurlijk wel dat je jezelf beperkt, maar in combinatie met thuis en werk (in die volgorde) is dat het maximale aantal uur dat ik aan mijn sport wil besteden. Met wat extra uurtjes tijdens de vakantie in Daumazan voelde ik me goed klaargestoomd voor de race. Wat heet: ik zette in de laatste weken voor Almere trainingsdata neer die ik nog niet eerder had gezien. Snelheden op de fiets bij een lagere hartslag, daarna lopend 11 per uur mogen en dan met de rem erop niet onder de 12 km/h komen. Kortom: ik voelde me super! Het doel is daarom op 4h30 gezet: 30 minuten zwemmen, 2h23 fietsen en 1h30 lopen. Dat geeft nog zeven minuten marge voor de wissels.
Het inchecken verloopt allemaal uitermate soepel. Als ik dan nog naar het toilet wil en de dikke rij voor de toiletten zie staan bedenk ik me geen moment om 07:45: terug naar het hotel. Twee minuutjes wandelen en ik heb het rijk alleen :-) Weer terug bij de wisselzone ga ik dan mijn wetsuit aantrekken. Tot dan heb ik me lekker warm gehouden met muts en handschoenen, maar nu moet toch echt alles uit. Eenmaal in mijn wetsuit trek ik een paar oude hardloopschoenen aan die ik had meegenomen; die mogen daarna bij het grofvuil en laat ik achter bij de zwemstart. Alleen logistiek heeft de organisatie het niet goed voor elkaar bij de inname van de streetwear tasjes. Er staat een dikke rij mensen met hun tasjes te wachten, terwijl de tijd doortikt. Ik heb de indruk dat ze de tasjes aannemen en op nummer weghangen. Alsof daar tijd voor is…. Aangezien het al 08:14 is en ik die menigte nog door moet gooi ik mijn groene tasje gewoon over het hek. Van later zorg. Ik wurm me tussen de andere atleten door om nog op tijd vooraan te komen. Ik wil 30 minuten zwemmen, dus wil achterin het vak 25-<30 minuten staan.
De vakken staan al vol, maar ik kan er via de zijkant nog bij aanschuiven. Daardoor start ik wel wat verder naar voren dan mijn plan was, maar zo erg is dat nou ook weer niet. Misschien kan ik wat snelle benen vinden om in mee te gaan en op de fiets maak ik sowieso veel goed. Ik praat nog even met een collega-Twentenaar, Teun Pouw uit Rijssen. Hij verbaast zich nog over de schoenen die ik aan heb. Hij heeft zelf sokken aan die nog uit moeten. Frank Heldoorn gaf me nog de tip om vlak voor de start een flesje warm water in het wetsuit te gieten, tegen de ochtendkou. En dan gaat het snel. Per tien seconden worden zeven triatleten doorgelaten. Ineens sta ik al vooraan. Schoenen uit en weg. Ik ren richting water en ben weg. Ik merk dat het warme water in mijn wetsuit helpt: heerlijke temperatuur. Ik heb meteen een goede slag te pakken. Wel merk ik dat ik tussen veel snellere zwemmers start, want mijn voorsprong bij het te water gaan is snel weg en de zwemmers voor mij zwemmen ook van me weg.
Het geeft wel een machtig gevoel, nu zo hard te kunnen zwemmen. Het is niet eens zo heel lang geleden dat ik als allerlaatste het water in stapte tijdens de Ironman 70.3 van Mallorca om te zorgen dat ik uit het gedrang bleef. Zo overtuigd was ik van mijn zwemkwaliteiten. Dat was in 2012. 40’44” deed ik toen over 1900 meter. Deze zomer tastte mijn zelfvertrouwen ook wat aan, na slechte zwembeurten in Weert bij het EK OD en bij Challenge Herning, waar ik 36’09” zwom over 1900 meter. Nu stap ik na 32’56” aan de kant. Uiteindelijk blijk ik ruim 100 meter meer te hebben gezwommen en daarmee zwom ik 1’38” per 100. Precies zoals eerder die week in Oldenzaal. Als ik zuiver het parcours had aangehouden had dat dus ongeveer anderhalve minuut sneller gekund. Maar dit is pure winst ten opzichte van drie maanden geleden. Door die extra meters verlies ik dus wel anderhalve minuut extra ten opzichte van mijn doeltijd van 4h30.
8:56 T1
Ik heb mijn wetsuit dan, zoals gewoonlijk, vrij snel uit. Ik ben sowieso bedreven in de wissels en pak daar winst. Mijn zwemtijd was de 183e overall, van 1356 deelnemers. Daarmee kom ik inmiddels in de top 15% al het water uit. Mijn wisseltijd van 3’57” is goed voor een 99e wisseltijd en na de eerste wissel lig ik al 141e. Dus in die eerste wissel pak ik al 42 posities in het overall klassement.
Zoveel hoef ik ook niet te doen: naast wetsuit uit is het startnummer om en fietshelm op. Verder pak ik twee armwarmers uit het tasje, die ik tijdens het rennen ga aantrekken om tijd te winnen. Het enige dat minder snel gaat is de wetsuit in de tas krijgen, daar laat ik wat seconden liggen. Maar uiteindelijk ren ik dus na een kleine vier minuten de transitiezone uit. Enige nadeel: de verplichte looproutes zijn zó lang dat je gewoon geen echt snelle wissel kunt maken. Hier realiseer ik dan al wel dat die 4h30 wel eens heel lastig kan gaan worden, want twee keer 4 minuten is acht, dat is meer dan ik heb ingecalculeerd. En ik heb ook al wat langzamer gezwommen.
9:00 Fietsen
Het onderdeel dat ik met het meeste vertrouwen tegemoetzie is het fietsen. Het is schitterend nazomerweer. Daardoor inderdaad wat fris ’s ochtends, maar daar kun je je op kleden. Ik had ook nog een extra fietsshirtje in mijn tas gedaan, maar die heb ik erin laten zitten. Het gaat richting 23ºC vandaag, dus ik krijg het nog wel warm vermoed ik zo. Ik heb het inderdaad geen moment koud.
De eerste 5 kilometer Almere uit richting het Gooimeer gaan meteen lekker. Zonder echt power te geven zit ik al op 37-38 per uur. Soms even inhouden op de smalle fietspaadjes, het is druk.
Het blijft een oneindig lang stuk, over de Oostvaardersdijk. Zeker als je daarvoor vanaf Almere Poort bent gekomen. Het lijkt allemaal hetzelfde en de afslag richting de Knardijk is dan ook een welkome afleiding. Probleem is wel weer het smalle fietspad. Daardoor vormen zich treintjes en eigenlijk wil ik daar niet in zitten. Als we rechtsaf de Praamweg opdraaien wil ik dan ook snel van de stayervriendjes af zijn. Even een gat laten vallen en dan van achteruit er overheen. En weg. Onderweg groet ik nog even een paar bekenden van Trios en TC Twente, die allen aan de hele bezig zijn. Het tempo blijft onveranderd strak. Voor Flevoland begrippen is het windstil. Ondertussen ben ik weer aangehaakt bij Lustig, die blijkbaar wat tempo heeft teruggenomen. Als ik er voorbij ben duurt het echter niet lang voordat hij opnieuw hard voorbij komt. Inmiddels op korte afstand gevolgd door een fietser uit een estafetteteam. Die hebben altijd wat moeite met de spelregels blijkbaar; maar ook veel triatleten kunnen er wat van. 12 meter is blijkbaar een lastig te respecteren regel.
Zo ook in het bos van Zeewolde, waar mij weer een groepje van ongeveer acht man passeert. Die was ik al eerder voorbij, dus blijkbaar heeft proberen er van weg te rijden niet zo veel zin. Op de smallere fietspaden in het bos blijf ik er dan maar achter om zo wat krachten te sparen; als we weer richting Gooimeer gaan is het de bedoeling om er bij weg te rijden. Een Duitser die er voor rijdt is al weggereden en als we dan rechtsaf draaien passeer ik de hele groep en rijd ik in mijn eentje het gat weer dicht tot op 12 meter. Daar blijf ik hangen en spaar weer krachten. Ik besluit nog wat extra te drinken en voeding te nemen. In de laatste kilometers wil ik geen krachten meer verspillen en wil me gaan opmaken voor een goede run.
Op de Gooimeerdijk verlies ik dan weer de aansluiting met de Duitser. Een half minuutje later komt het kleine pelotonnetje dan weer voorbij en die hebben nu serieus de vaart erin. Ook die laat ik lopen. Met mijn hoofd ben ik al bij de run. Wat me dan wel opvalt is hoe slecht het wegdek op de Gooimeerdijk is. Erg veel hobbeltjes/kuilen. Wat een gestuiter. Daar mogen ze wel wat aan doen. Ik zie dat ik nog steeds super goed ga: de fietstijd zit onder de 2h20, maar ik moet dat stuk nog terug naar het Weerwater. Daar trek ik nog even redelijk door om het gemiddelde boven de 38 te houden. Dan is het nog even het bruggetje over, klittenband van de schoenen los maken, voeten uit de schoenen en wisselen maar. 2h24’02” over 92.11 kilometer. 38.3 gemiddeld. Daar ben ik meer dan tevreden over. Ongeveer in lijn met waarop ik had gerekend, maar omdat het parcours twee kilometer te lang is pak ik hier geen tijd terug op mijn 4h30 schema. Daar lig ik dus nog steeds vier minuten op achter.
11:24 T2
Ik hoor eerst Janneke roepen en als ik omkijk zie ik haar ook staan met Fynn. Ik was al met een superlekker gevoel aan het triathlonnen; de glimlach was niet van mijn gezicht te slaan tijdens het fietsen. Maar dat wordt nu nog eens extra versterkt, nu ik Janneke en Fynn weer zie.
11:29 Lopen
Maar eerst nog die twee gelletjes door de lusjes in die startnummerband halen… dat blijkt nog niet zo eenvoudig. En daardoor ontstaat de lachwekkende situatie waarmee ik wandelend de tent uit kom en probeer die gelletjes in mijn startnummerband te krijgen. Sponsor Matthias moedigt me aan en spoort me aan te gaan rennen, maar ik moet toch echt eerst die dingen vast hebben. Als dat eenmaal gelukt is zet ik me dan eindelijk in beweging. Dat gedoe heeft ook weer een minuutje extra gekost schat ik zo in. In Herning hoefde je het startnummer niet om met fietsen, dus had ik de gels er al in gedrukt. Kon ik hem zo omtrekken na het fietsen. Dit moet de volgende keer anders in ieder geval.
De tweede wissel kostte trouwens bijna vijf minuten (4’46”), dus de 4h30 is uit zicht. Met een 1h30 halve marathon kan dat nog maximaal 4h36 worden. Eigenlijk ben ik met mijn tempo totaal niet bezig vanaf het moment dat ik aan het lopen ben. Ik krijg die data op de een of andere manier ook niet in beeld op mijn Polar: ik zie alleen de tijd lopen en mijn hartslag. Die blijft netjes onder de 140, teken dat ik in Z3 loop. En het tempo ligt volgens mij wel aardig: Ondanks een sanitaire stop bij het keerpunt achter het Weerwater leg ik de eerste drie kilometer in 12’19” af. Het is nog lekker rustig op het loopparcours en ik loop lekker ontspannen. Die glimlach blijft: het is nog steeds genieten!
Eenmaal de achterzijde voorbij loop je dan weer parallel aan het laatste stukje fietsparcours. Hier kreeg ik het vorig jaar erg lastig op de hele. Nu loop ik hier heel makkelijk. Iets verderop zie ik Herwin Hasewinkel staan, sponsor van het TTvW damesteam. Herkenbaar aan het Wensink shirt. Ik groet hem en hij weet nog net op tijd een mooi fotootje van mij te kieken.
Het eerste rondje gaat vervolgens erg makkelijk in 30’56”. Redelijk op schema toch nog voor die 1h30: Als ik dit doorloop ga ik op 1h33 finishen. Een mooie tijd. In het stadion stop ik dan even om weer een gel met water te nemen. En iets verderop staan Janneke en Fynn. Daar maak ik even wat extra meters voor een high-five met mijn mannetje.
Maar vanaf die tweede ronde komt toch de klad er wat in. Niet zozeer in mijn energie, want gevoelsmatig ga ik niet eens langzamer lopen. Ik blijf ook voldoende drinken pakken volgens mij. Maar toch beginnen mijn bovenbenen dicht te slaan. Ging het eerste rondje nog op 4’26” per kilometer en had ik het gevoel dat ik er wel een tandje bij kon doen, in die tweede ronde verkrampen mijn bovenbenen net boven de knieën. Ik moet het tempo wat minderen om straks niet geparkeerd te staan met verkrampte poten. Een grote lach kan er echter nog steeds af, want in mijn hoofd is het grote aftellen al begonnen: hierna nog maar één rondje!
Een kilometer voor de streep staat dan coach Frank langs de kant en zo te horen herkent hij mijn probleem meteen: “koelen!” roept hij. Helaas heb ik dan net een waterpost gehad, maar bij start finish pak ik dan extra water aan en gooi dat over me heen. En verdomd: het krampgevoel verdwijnt! Ik kom weer langs Janneke en Fynn en ga dan mijn laatste ronde in. Het is inmiddels erg druk op het loopparcours.
Dat stimuleert op enig moment om het tempo weer omhoog te gooien. Althans, gevoelsmatig. De tweede ronde ging in 32’44”, dus bijna twee minuten langzamer dan de eerste. Nu heb ik echter weer een goed tempo te pakken en ik haal ontzettend veel mensen in, voornamelijk achterblijvers die in hun eerste of tweede ronde zitten. In mijn laatste ronde langs het water passeer ik dan eerst nog Dave, die ik in 2007 op Mallorca heb leren kennen bij JdR Cycling. Hij geeft aan erg goed te gaan. Ongeveer twee kilometer verder kom ik bij Han, zwemmaatje bij WS Twente. Ik herken hem aan zijn kenmerkende Vibram Five Finger Shoes. Ook Han gaat goed.
Dan nog een laatste waterpost, waar ik nog eens koel, maar niet meer drink. Dan door naar de finish. Ik gooi het tempo nog eens extra omhoog. Waar ik denk dat die laatste ronde flink sneller gaat dan de tweede blijkt dat achteraf helemaal niet zo te zijn: ik doe er 33’35” over. Maar dat deert niet, het stadion komt in zicht. En met een looptijd van 1h38’22” kan ik best tevreden zijn: ik heb nog niet in veel halve triathlons harder gelopen. Mallorca 2012 (1h37), Nieuwkoop 2012 (1h26), Bocholt 2014 (1h26), Nieuwkoop 2015 (1h32). De laatste drie jaren zat mijn afsluitende halve marathon steeds dicht tegen de 1h50 of er overheen. En maakte ik een vrije val in het klassement. Met deze 1h38 zette ik een degelijke run neer en deed aan damage control: ik verloor niet veel plekken (van 86 na wissel twee naar 109, 23 plaatsen) en belangrijker: waar ik in het verleden zwaar naar de kloten over de streep kwam voelde ik me nu superfit. Waardoor ik me achteraf toch afvroeg of ik niet te voorzichtig had gelopen…