Eind vorig jaar was er een facebook actie, waarbij je een gratis startbewijs voor Challenge Herning kon winnen door pro-atlete Camilla Pedersen succes te wensen op Hawaii. Ik doe wel eens vaker van die acties mee, maar win nooit wat. Dus hier ook verder niet bij stilgestaan, tot er na het weekend van Hawaii ineens een persoonlijk bericht in mijn meldingen zit: Congratulations Erik Lentfert, you have won a free entry to Challenge Herning 2018! Wat gaaf! Ik hoefde me niet echt te bedenken, natuurlijk ging ik die doen. Vier weken na Mallorca moest dat ook geen enkel probleem zijn. Alleen wel jammer dat het geen vakantie is voor de kinderen, die moesten gewoon naar school. Janneke wilde de kinderen ook niet vier dagen alleen laten, dus boekte ik in mijn eentje een accommodatie, op ongeveer 50 kilometer van Herning.
Woensdag 06 juni, heenreis
De kinderen vonden het in ieder geval niet leuk dat ik een paar dagen alleen weg zou zijn. Met name Fynn had het er moeilijk mee. Nadat ik dinsdagavond alles had ingepakt besloot ik om de volgende dag dan maar wat later te vertrekken: dan kon ik nog eerst de kinderen naar school brengen.
Daarna moest ik nog even wat voor het werk doen, en zo stapte ik uiteindelijk om 10:30 in de auto, waar ik oorspronkelijk om 07:00 had willen vertrekken. De bedoeling was om rond 14:00 uur daar te zijn, zodat ik het fietsparcours kon verkennen. Maar niets zo flexibel als ik: dan gooien we de boel toch om. Dat moest ook wel, want de weg naar Denemarken was een aaneenschakeling van files op de Duitse Autobahn. Voor Bremen anderhalf uur vastgestaan en ook rondom Hamburg was het puinhoop. Uiteindelijk was ik pas om 17:30 op het sleuteladres. Boodschappen doen, spullen uitpakken en toen was het inmiddels 19:00 uur. Daarop deed ik een rustige duurloop van anderhalf uur. Daardoor kon ik om 20:30 douchen en aansluitend een uitgebreide pan pasta koken, waar ik de komende dagen op kon teren.
De parcoursverkenning had ik dus een dag opgeschoven. Eerst even lekker uitgeslapen, want de afgelopen dagen waren aardig stressvol op het werk. Dus het was ook even vakantie/uitrusten voor me. Na een goed ontbijtje de fiets in de auto gegooid en naar Herning gereden, een ritje van ongeveer 50 minuten. Daar aangekomen staat het parc fermé al opgebouwd en de eerste triatleten liggen in het water. Verder is het nog redelijk rustig.
De dag voor de wedstrijd wil ik niet zo veel meer doen. Wel besluit ik toch nog een keer naar Herning te rijden, want ik wil het zwemparcours een keer doen. Om een idee te hebben hoe hard het kan, en om mijn nieuw gesponsorde wetsuit van Zone3, de Vanquish, te testen. Dat valt vies tegen. Ik mis een boei, waardoor ik deels terug moet zwemmen, en uiteindelijk doe ik 34’30” over de zwemronde. In Mallorca zwom ik 30’48” in mijn Sailfish Attack, maar ik zie dat ik hier ook meer meters heb gemaakt. We zullen zien in de wedstrijd, maar de indruk is dat het aan de lange kant is.
Ideaal aan deze wedstrijd is dat de start pas om 12:20 is. Daardoor is er gelegenheid om de zaken op de wedstrijddag in te checken. Vind ik net zo prettig. De wekker gaat desondanks vroeg, want het inchecken kan maar tot 10:30 en dan gaat het hek ook echt op slot. Dus ik heb besloten dat ik er al om 09:00 wil zijn. Dat betekent om 08:00 rijden en dus om 07:00 eruit. Omdat ik drie uur voor de wedstrijd het laatste eten wil nuttigen betekent dit wel dat ik eten mee moet nemen: om 09:20 ben ik nl. al in Herning.
Het wachten begint. Want ik hoef pas over drie uur te starten. Ik eet mijn boterhammetjes met jam in de auto op, drink een flesje water leeg. En baal dat ik mijn boek van Stephen King, Mr. Mercedes, niet heb meegenomen. Want het dagboek van Laura Palmer had ik de dag ervoor inmiddels uitgelezen. Dus ik zit maar wat op de passagiersstoel en rust maar wat uit, waarbij ik oppas dat ik niet in slaap val. Rond 11:00 sluit ik de boel dan af en begeef me naar het startgebied. Let’s rock!
12:20 Swim
Ondanks dat de dag bewolkt begon is het warm. Het verdict van de jury was gunstig: ik mag mijn Vanquish wetsuit voor het eerst aan in een wedstrijd. Inzwemmen laat ik voor wat het is: ik kijk nog even naar de Deense kampioenschappen sprint, de start van de Challenge 4 all (een achtste triathlon) en vervolgens probeer ik zo ver mogelijk naar voren te komen voor het zwemmen. Ik heb snode plannen in mijn Vanquish van Zone3. Ik sta in het vak 25-30 minuten, maar uiteindelijk sta ik bij de rolling start bijna vooraan. Als de eerste wave van 25 atleten in het water ligt mag ik een halve minuut later in de tweede wave al weg.
Al snel komen de snelste zwemmers van de volgende wave aanhaken en er overheen. Maar ik lig nog steeds goed. Echt veel ingehaald word ik niet. Op het midden van het meer is het even goed oriënteren, want daar zwom ik een dag eerder dus verkeerd. Terwijl ik in een paar goede voeten lig voel ik ineens dat mijn badmuts langzaam afglijdt. Er zit niks anders op dan even stilliggen en dit probleem verhelpen. Ik trek hem weer goed en probeer weer naar mijn groepje toe te zwemmen, maar daar kom ik helaas niet meer bij. Hetzelfde probleem heb ik daarna nog twee keer, waarmee ik denk ik zo’n tien seconden per keer verspeel. Plus de tijd die ik verlies omdat ik niet meer achter mijn groepje aan kan zwemmen.
Als ik de wissel in ren heb ik snel mijn tasje. De wetsuit heb ik ook erg snel uit, sneller dan me bij de Attack van Sailfish lukte. Met name bij de benen kan ik hem erg snel uittrappen. Wetsuit, zwembril en badmuts in de tas, tasje om de hoek op de andere tasjes flikkeren en de wisselzone doorrennen naar mijn fiets. Die stond in het vierde pad, dus even tellen, 1, 2, 3, 4…. Helm op, fiets pakken en weg. Met 2’45” maak ik een aardig snelle wissel en pak in de wissel twaalf plekken. Als 80e stap ik de fiets op/
12:55 Bike
Van de parcoursverkenning op donderdag weet ik dat het venijn in de staart zit: in de eerste 30 kilometer zitten wel wat klimmetjes, maar daar ga je ook weer vanaf. Maar vanaf kilometer 60 loopt het langzaam op en krijg je de wind vol tegen. Dus het is zaak om mezelf te sparen.
Maar wat krijg je dan: fietsers om je heen die aardig kunnen doortrappen en dus van een gelijk kaliber zijn. Moet je die dan laten wegfietsen, of, binnen de reglementen, volgen? Ik koos voor dat laatste. Overigens was er deze wedstrijd een absolute non-draft policy afgekondigd: de afstand tussen de fietsers moest minimaal 20 meter zijn. Ik zag al dat sommigen er zeer korte 20 meters op nahielden. Een fietser voor mij hield wel keurig 20 meter aan (nummer 254), ik probeerde op dezelfde afstand daarachter te volgen. Maar toen hij eenmaal het groepje (vijf man, twee vrouw) passeerde kreeg hij dat lint achter zich aan. Dus proberen weg te rijden had weinig zin zag ik al, tenzij je echt 2-3 kilometer per uur harder kon trappen dan de rest. En we reden al boven de 40 km/h gemiddeld, dus ik heb me maar gedeisd gehouden in laatste positie.
Na 50 kilometer zat de vaart er nog steeds goed in. Ik passeer het dorpje Aulum na 1u17, door de aantrekkende wind zakt het tempo dan al wel iets. Na 60 km heb ik 1u33 gehad. Dus het gaat nog steeds loeihard, maar ik heb niet het gevoel dat ik overbodige energie aan het verspillen ben. Dat groepje was ik dus al lang kwijt (op die klim na 28 kilometer ben ik er bij weg gereden), maar alleen tegen de wind in duurt het niet lang of er kom weer vier man voorbij. Inderdaad, het restant van diezelfde groep. Ik sluit me er maar weer bij aan, probeer de 20-meter regel te respecteren en spaar daarmee toch nog de nodige energie.
De laatste tien kilometer richting Herning rijd ik eigenlijk continu voorop, maar doe geen trap te veel. Eenmaal in Herning komt zowaar de plakker met nummer 201 voorbij. Als hij straks harder loopt word ik pissig. Maar goed, niet te veel op letten, focus op de wissel en het lopen. Na wat draaien en keren komen we dan bij de wisselzone, die ik als 66e overall inga.
15:21 T2
Daar was ik nog niet eerder geweest, dus nieuw terrein. Fiets afgeven aan een vrijwilliger (ideaal!), tasje zoeken en dan de tent in. Snel alles uit het tasje op de grond gooien, helm in de tas. Heel even rust pakken en de hartslag laten zakken. Zie ik ook nummer 254 binnenkomen, die in het begin zo hard fietste. Die trekt snel zijn schoenen aan en weg. Dat was snel. Ik knijp nog snel even een gel leeg en in de tussentijd komt er nog een Nederlander de tent binnen die mijn Nederlandse trisuit herkent. We wensen elkaar snel succes, ik ren de tent uit, pak twee bekertjes water en begin dan aan het lopen. De benen voelen goed, we gaan voor 4u30!
15:24 Run
Het is een kort stukje over de weg voordat ik het eigenlijke loopparcours op kom. En daar zie ik al vrij vlot twee man mij tegemoetkomen. Een pro (die twintig minuten eerder is gestart en aan zijn derde ronde is begonnen) en een snelle age grouper, die aan zijn tweede ronde begint. Ik zet er een flink tempo in. Ik verwacht dat die twee me wel snel in zullen halen, maar als ik op mijn Polar kijk zie ik tempo 3’52” staan. Uiteindelijk duurt het bijna twee kilometer voordat de twee me passeren.
Ik sta dan even uit te puffen bij die waterpost, drink even water en word in de tussentijd geïnterviewd door de Deense televisie. Of ik het zwaar heb. Ik geef aan dat de wedstrijd zwaarder is dan ik van tevoren had verwacht. Daarna zet ik me weer in beweging. Ik probeer de 4’15” weer op de klok te krijgen, maar de schwung is er uit. Alle energie lijkt bij die waterpost te zijn achtergebleven. We moeten iedere ronde ook een loopbrug over het spoor over. In de eerste ronde ging ik daar nog soepeltjes tegenop, maar vanaf ronde twee vervloek ik dat ding. Drie rondes lang roep ik bovenop die brug “wat een kutparcours”.
Het is daarna niet heel ver naar de volgende waterpost. Dan heb ik er ongeveer zeven kilometer opzitten, tijd voor de volgende gel. Hopelijk geeft die me nieuwe energie. Ik blijf daar veel te lang staan, krijg mezelf niet meer in beweging. Maar uiteindelijk zal ik toch moeten, wil ik naar de finish. Nog nooit heeft uitstappen zo vaak mijn hoofd gekruist als in deze wedstrijd. Maar ik ben niet helemaal naar Denemarken gereden om een DNF achter mijn naam te krijgen.
Achteraf was het blijkbaar niet zo slim om met deze warmte op dat tempo te starten. Maar in Mallorca lukte het heel makkelijk om 4’45” te handhaven. Dus ik wilde gewoon proberen hoe hard het nu echt zou kunnen. Met het Mallorca-tempo zou ik rond de 4u40 zijn uitgekomen. Die tijd heb ik al staan. Dus ik ging gewoon voor een dikke verbetering van die tijd. Alles of niets. De waarheid zal op deze afstand voor mij waarschijnlijk in het midden liggen: en zal ik richting 4’20”-4’25” moeten proberen te starten. Maar terug kan inmiddels niet meer. Ik moet naar de finish. Op bepaalde stukken lukt het dan nog wel om 4’45” te lopen, maar ik ben bang om van mijn stokje te gaan als ik harder loop. Een sympathieke Deen pikt me op de loopbrug op en daar loop ik de derde ronde mee samen in een tempo van 5’00” per kilometer. Dat voelt enigszins comfortabel aan, maar bij de waterpost kies ik toch weer voor wandelen en koelen. Zo sleep ik me langzaam maar zeker richting finish. Als ik dan in die derde ronde weer door de bibliotheek loop (je gaat echt dwars door de bibliotheek van Herning) denk ik nog een rondje. Kijken of die nog sneller kan. Ook de derde ronde gaat in 30 minuten. Veel langzamer kan ik niet volgens mij, dus ik schat in dat mijn eindtijd rond de 4u54-4u55 zal liggen. Nog steeds goed, gezien de problemen die ik ken.
In die laatste ronde denk ik regelmatig aan versnellen, maar de daad voeg ik niet bij het woord. Pas op de laatste kilometer lukt het me om de aandrang tot wandelen te negeren, na een aanmoediging van een fraaie Deense vrijwilligster die me aanspoort met een harde klap op de schouders. Eindelijk is de finish daar. Ik ben nog nooit zo blij geweest om de finishlijn te zien.
En aan die hele later dit jaar moest ik direct na afloop al helemaal niet denken. Maar dat zal over een paar daagjes vast weer anders zijn ;-) De wedstrijd zelf was in ieder geval super leuk, goed georganiseerd en ben dankbaar dat ik deze kans heb gekregen. Hopelijk keer ik er nog eens terug.