Terug naar alleen hardlopen dus. Voelt echt als een bevrijding. Ik vind triathlon nog steeds een hartstikke mooie sport, alleen weet ik niet waar ik alle tijd vandaan moet halen om drie onderdelen te trainen. De afgelopen jaren lukte dat door heel veel in te leveren op het lopen. Dan maar geen 35-36 meer op de 10 km, 37-38 was in een triathlon hard genoeg. Maar het werd steeds minder. Dus maar even mijn knopen gaan tellen. Hardlopen is het enige onderdeel waarbij ik enorm flexibel ben, want dat kan ik doen wanneer ik wil. Die andere twee niet. En met maximaal tien trainingsuren per week moet ik hardlopend hopelijk weer wat vorderingen kunnen maken, nu ik die tijd niet meer over drie sporten hoef te verdelen. De beslissing was snel gemaakt.
De marathon van Eindhoven smaakte ook naar meer. Want puur op duurvermogen naar 3h06 lopen: daar moet meer in zitten als ik op een specifiek marathon schema ga trainen. Dus met trainer Huub van Langen om tafel gezeten en de planning voor 2016 was geboren. Waarbij ik de Wooldereslopen met opdrachten moest gaan lopen. De eerste in 60 minuten. Vier minuten per kilometer. Vooraf dacht ik er nog over om er maar een minuut sneller over te doen, want 60 minuten vond ik maar zo-zo. Maar strak dat tempo blijven lopen bleek nog lastig genoeg.
Het mooiste was dat mijn gezinnetje voor het eerst sinds lange tijd weer eens kwam kijken bij een wedstrijd. Zeker op het 15 kilometer parcours leuk, want dan kun je elkaar zes keer zien. Na het inlopen, weer vele bekenden gegroet te hebben, kwam ik vlak voor elven weer terug bij de start. Het Webton pak uit, in mijn fraaie nieuwe sponsorkledij aan de start en daar gaan we dan. De eerste van vier keer 15 kilometers.
Ik vind het lastig een tempo te kiezen. Aanhaken bij de bekende groepjes kan niet. Die gaan allemaal harder. Ik loop maar wat die eerste kilometer, meegaand met de meute, niet te hard, niet te zacht. Aankomend bij de eerste kilometer blijkt het toch te hard te zijn:3’53”. Een tandje terug dan maar. Ik zit dan lekker in mijn ritme, de eerste te snel gestarte mannen raap ik al weer op en achter mij vormt zich volgens mij een klein groepje. Kilometer twee: precies 8 minuten. Kijk aan.
Daarna is het echt lopen als een Zwitsers uurwerk. Iedere kilometer gaat precies in vier minuten. Dit gaat goed tot kilometer zes, waar ik na precies 24 minuten door kom. Daarna is het wat glibberen op de gladde bospaadjes en bij kilometer zeven zie ik dat ik vijf tellen heb ingeleverd: 28’05”. Niet lang daarna komen we bij de splitsing en mogen de 10 km lopers rechtdoor en ik linksaf voor nog een rondje. En daar staat mijn trouwe supportersschare mij weer aan te moedigen :-)
Ik heb dan nog maar een loper bij me, Frank Hering. Die had ik rond kilometer vier al ingehaald, maar hij had blijkbaar aangehaakt. In het bos neemt hij het tempo over en ik vind het best. Dat scheelt weer. Ik loop lekker in het spoor mee en bij het tunneltje geeft Nico de Buijzer de tussentijd weer door. Ik ben vooral benieuwd naar de tijd bij kilometer negen, maar doordat we achterop het grote veld achterblijvers lopen is het inhalen nogal een gedoe en op een gegeven moment ben ik bang dat we het bordje gemist hebben. We lopen al op 32’17” dus we zijn er voorbij. Dacht ik. Zie ik ineens dat ding in de rechterkant van de berm staan. 32’21”. Verdorie. Ik heb me in slaap laten sussen! Gelijk plaats ik een versnelling en ga alleen verder. Het moet ineens harder dan 4 minuten per kilometer om terug op schema te komen.
Bij de brug mag ik dan voor de tweede keer linksaf en Fynn en Jinthe moedigen me goed aan samen met mama. Fynn had zelfs nog een oranje ratelding van huis meegenomen wat blijkbaar ook bij veel andere lopers goed in de smaak viel, hoorde ik achteraf. Ondertussen ben ik onderweg naar kilometer tien. Tussentijd 40’10”, Dus een kilometer van 3’49”. Dat gaat weer de goede kant op. Dan weer de tunnel in en ineens zie ik weer iemand voor me lopen. Ik loop in en aardig rap ook. Met weer een vlotte kilometer van 3’55” kom ik na elf kilometer door in 44’05”. Weer bijna op schema.
En toen draaiden we rechtsaf. Terug richting de Woolderes. Met 2,5 kilometer lang volle bak wind tegen. Ik was er al bang voor, hier lukt het inderdaad niet om 4 minuten per kilometer aan te houden. De tijd zakt weer weg, 48’15” en 52’26” met nog twee kilometer te gaan. Op dat punt nog een keer kruisen bij de brug, en weer de fijne aanmoedigingen van vrouw en kroost meenemen op weg naar de finish. Ik zie ze straks nog een keer. Ik loop ook niet echt meer in op mijn voorganger, maar plek is niet zo interessant vandaag. Wel of ik goed een schema kan lopen.
Eenmaal van de wind afgedraaid staat hij de laatste anderhalve kilometer weer in de rug. 56’37” is de doorkomst na veertien kilometer, waarmee de laatste drie kilometers allemaal rond de 4’11” zijn afgelegd. Duidelijk de invloed van de wind. Maar dat dat tien seconden per kilometer zou kosten had ik niet op gerekend. Dan kom ik weer bij de splitsing, waar ik voor de zesde keer wordt aangemoedigd door Janneke en de kids. Fynn en Jinthe vinden het prachtig. Ik mag nog 700 meter richting finish. De laatste kilometer leg ik af in 3’56” en zo finish ik de eerste Woolderesloop na 1h00’33”. Dat valt dan toch nog vies tegen, een halve minuut boven schema. Strak op schema lopen onder je reguliere wedstrijdtempo blijkt dus lastiger dan verwacht, zeker met zo’n harde wind. Maar het is een mooie leerervaring. Eindelijk eens een wedstrijd zonder gigantisch verval.
Uitslagen 1e Woolderesloop 15 km: