Ik merk echter wel dat de benadering bij mij een stuk anders is dan in het verleden. Als ik toen een feestje had gehad een dag ervoor zou ik aan de fris zijn gegaan, of over hebben geslagen. Dit keer echter: feestje van mijn zwager en mijn nichtje annex peetdochter, dus natuurlijk ben ik daarbij. En ik relativeer de sport nu ook veel meer. Plus dat ik zo mijn gedachten heb over de duathlonsport in het algemeen, maar daar kom ik zo op terug. Anyway, het werd een gezellige avond met veel te veel drank, waardoor ik met een redelijke houten kop opstond de ochtend van de wedstrijd. Afzeggen? Nah, dat zou dan het derde jaar op rij zijn dat ik me had ingeschreven en niet zou komen opdagen. Dus ik hield me voor er een lekkere training van te maken.
O ja, even terugkomend op duathlon. Ik heb daar natuurlijk supermooie prestaties in geleverd en op een NK podium mogen staan (maar niet gedaan, omdat ik al naar huis was). In die tijd vond ik het fantastisch, maar achteraf ben ik toch wel gaan twijfelen aan het niveau van die sport op zich. Als ik een jaar eerder nog als 100-kilo zware recreant niet bij de eerste 100 eindig op de RBR Borne en een jaar later in de top-10 eindig en me ineens “Nederlandse duathlontopper” mag noemen…. Dan zegt dat wat mij betreft toch wel iets over het niveau (wellicht diskwalificeer ik daarmee mijn eigen prestatie, maar zo kijk ik er tegenaan). Illustratief wat mij betreft is ook het feit dat in de laatste jaren steeds nieuwe gezichten opduiken en zich rap tot Nederlands Kampioen weten te kronen (en vaak even snel weer van de radar verdwijnen). Ik persoonlijk was er klaar mee toen ik op de Bike Motion in 2010 met Mr. Duathlon Armand van der Smissen over mijn Ironman Lanzarote plannen sprak. De reactie “Jij kunt toch niet zwemmen” en “zwemmen is voor vissen” deden me toen besluiten dat ik niet meer aan duathlons mee wilde doen. Ik ben er ook van overtuigd dat wanneer je de nationale triathlontop los laat in een duathlonwedstrijd er weinig overblijft van de zelfbenoemde duathlontop. Vanaf dat moment werd het voor mij triathlon dus. Meer concurrentie en een hoger niveau. Maar toch leuk om ooit derde van Nederland te zijn geweest in deze discipline.
Anyway, het blijft natuurlijk een hele aardige trainingsvorm. En daarom stond ik deze zondagochtend ook aan de start op het Lageveld. Goed georganiseerd door TV Argo, weer eens wat anders en richting de lange afstandstriathlons die ik wil gaan doen een goede test. Ik fiets eerst het fietsparcours een rondje in en ik zie dat er vooral 29”-ers mee doen. Ik voel de bui al hangen. Enige weken daarvoor werd ik op het vlakke al keihard voorbij gereden door mensen op die fietsen. Theoretisch zou het niet uit mogen maken, maar op de een of andere manier word ik er toch flink vanaf gereden als ik op een MTB zit.
11:45, de start. Ik ben maar lekker achteraan gaan staan, de opkomst valt tegen. Daardoor verwacht ik al snel ruimte te krijgen, plus dat ik nog last heb van dat drankgelag de avond ervoor. Dus ik wil rustig beginnen, lekker kunnen fietsen en vervolgens een goede tweede run neerzetten.
Dat strijdplan gaat prima: ik krijg zoals verwacht meteen ruimte en kan wat mensen inhalen en lekker mijn eigen tempo zoeken. Ondanks dat ik gevoelsmatig rustig aan doe merk ik dat ik niet eens veel tijd verlies op een aantal sterke lopers. Zo zie ik Aje Niks niet al te ver voor me. Ik hobbel lekker rustig door en zie dat een flink aantal lopers zich flink heeft vergist in de zwaarte van het parcours. Al vanaf ronde een begin ik veel mensen terug te pakken. Ik verheug me al op het fietsen. Het eerste rondje gaat in 4’47”.
Het zijn vier rondjes. Ik begin steeds meer mensen terug te pakken vanaf ronde drie. Ik begin het zowaar leuk te vinden en ondervind voor mijn gevoel weinig last van het bacchanaal de avond ervoor. Zo schuif ik lekker op in het veld en ga steeds sneller lopen: ik zie de rondetijden steeds sneller worden, nadat ik in de tweede ronde iets heb getemporiseerd. Die ging in 5’06”, ronde drie gaat in 5’03”.
Als ik de vierde en laatste ronde inga besluit ik nog maar even wat tempo erbij te doen om een iets gunstiger uitgangspositie te creëren voor het fietsen. Maar aangezien ik het als training beschouw en het allemaal niet te serieus neem heb ik ook wisseltechnisch niet de nodige voorbereidingen getroffen. Geen elastische veters, maar gewoon strikken en dus veters losmaken. Omdat het ijzig koud was de afgelopen week: een extra shirt over het trisuit (waar ik al een prachtig rood vloekend thermoshirt onder had gedaan, onderdeel van mijn nieuwe carnavalspak voor volgend jaar). Ik loop het laatste rondje in 4'59" voordat ik de wissel in duik.
Het wisselen gaat dus niet echt snel. Maar gezien het feit dat ik veters moet losmaken en een shirt moet aantrekken valt de 1’18” die ik klok me reuze mee. Met de 1’12” uit de tweede wissel erbij is dat 2’30” wisseltijd, dus in optimale omstandigheden kost me dit ruim een minuut. Lopers die ik achter me had vertrekken ook eerder met fietsen en ik verkeer in de illusie dat ik die heel snel weer bij ga pakken.
Verkeerd gedacht. Ik kom allereerst al moeizaam op gang. En daarna moeten we een stuk heen en weer over een zandpad. Een stuk waar je goed tempo kunt rijden. Ik kom niet hoger dan 32 per uur. Ik wijt het aan de 26” wielen, maar als ik mijn verslagen van een paar jaar geleden er op terug lees is er altijd wat: aanlopende remmen, niet fit, nu dus de wielen… misschien tijd om te concluderen dat ik gewoon niet hard kan fietsen op een mountainbike. Want zoeken op internet leverde op dat het eigenlijk geen verschil uit zou mogen maken. Ik dacht: met dezelfde trapbeweging leg je meer meters af. Maar als het gaat om krachtoverbrenging heb je dezelfde kracht nodig om een bepaalde snelheid te bereiken, ongeacht de wieldiameter. Is de theorie. Ik ervoer het anders, maar zoals gezegd: blijkbaar kan ik niet hard rammen op een MTB.
Wel geniet ik van het parcours en van het feit dat ik weer aan het multisporten ben. Heerlijk! Vooral de technische stukken vind ik erg leuk, al zou ik daar juist voordeel moeten hebben met mijn kleinere, wendbaardere fiets. In die eerste fietsronde denk ik ook dichterbij bepaalde mensen te kunnen komen, maar tot mijn verbazing wordt de achterstand alleen maar groter. En word ik veelvuldig ingehaald. Ik zet ook een van de slechtste fietstijden neer van het totale veld. Maar niet getreurd: als training was het uitermate geslaagd en weet ik drie zeer constante ronden te rijden. Het eerste rondje gaat in 16’25”.
het technische stuk moet ik ze laten gaan (foto: Bennie Slagers)
Bij het ingaan van de tweede ronde heb ik twee achtervolgers vlak achter me, die uiteindelijk drie minuten harder zullen fietsen. Want dat is echt het rare: er rijden hier mensen 5-6 minuten harder dan mij, die ik op een triathlon een zelfde achterstand tijdens het fietsen aansmeer. Ik train ook gewoon door, meer dan normaal op het fietsen, sinds ik via Rosiir een Wahoo KICKR heb aangeschaft. Dus met mijn fietsconditie zit het wel goed. We zullen zien straks in het nieuwe triathlonseizoen, ik denk echt dat ik dan harder ga fietsen dan voorgaande jaren. Op het zandpad kan ik overigens makkelijk aanhaken, maar op de technische stukken moet ik weer passen. De tweede ronde gaat wel een tandje sneller, 16’01”.
In de derde ronde komt dan Hans de Groot me achterop, toch ook niet echt een sterkere fietser normaal gesproken. Op het zandpad gaat hij er voorbij en wederom kan ik makkelijk volgen. Eenmaal weer terug bij het Lageveld ben ik hem dan rap kwijt. In negatieve zin: ik kan niet volgen op het bochtige parcours. Die laatste ronde gaat overigens ook redelijk constant, 16’11” en zo doe ik 48’37” over de drie rondjes, een gemiddelde van 21.5 km/h.
De tweede wissel is dan weer shirt uit, veters strikken en gaan. Kijken hoe de benen voelen. En die voelen goed. Doordat ik te lang zit te hannesen met die veters word ik zelfs nog eens ingehaald in de wissel door iemand van Aquapoldro. Ik lig dan 20e overall.
Lopend heb ik de man van Aquapoldro al snel weer ingerekend. Ook Hans zie ik in de verte lopen, hem hoop ik in de tweede ronde nog terug te kunnen pakken. Ik heb een goed ritme en loop dat eerste rondje weer in 5’03”, dus gewoon weer hetzelfde tempo als de eerste run. Ik loop vlak achter LAAC clubgenoot Tim Bergboer, die dan voor mij finisht. Er wordt omgeroepen dat hij vierde is, terwijl ik in de eerste run vlak achter hem zat. Verlies ik dus vijf minuten op met wisselen en het fietsen, mountainbiken is dus echt een totaal andere discipline. Of er is wat anders aan de hand, want normaal gesproken ben ik met fietsen wel een stuk sneller. Maar dat is op de weg (als ik even fietstijden vergelijk van de RBR Borne bijvoorbeeld, dan zit daar 4-5 minuten tussen in mijn voordeel).
Door met de tweede loopronde dan. Hans loopt nog voor me, maar zijn tempo zakt erg in en ik ben er ineens bij. Erop en erover. Als ik dan de kleine klim de zandbult op heb overwonnen denk ik nog “rustig uitlopen naar de finish”, maar ineens zie ik zo’n 150 meter voor me nog iemand lopen die me met fietsen had ingehaald. En zo te zien loopt hij niet super snel.
Ik zet nog een keer aan in de hoop dat gat te kunnen overbruggen voor de finish, die ik aan de andere kant van de vijver kan zien liggen. Een gat van 150 meter dichtlopen op 600 meter is ambitieus, maar het lijkt te doen. Ik kom inderdaad hard dichterbij en op het laatste rechte stuk lukt het me inderdaad om er voorbij te gaan. Ik hoor achter me dat hij ook wil versnellen om toch zijn plaats zeker te stellen, maar ik heb nog een eindsprint in de benen. Zo loop ik de laatste ronde in 4’52” en dat is een van de snellere laatste ronden gelopen door het complete veld.
Al met al, gezien de alcoholische voorbereiding: zeer tevreden. Op de laatste run nog weer drie plaatsen goedgemaakt, vooral het lopen viel me 100% mee. En over het fietsen maak ik me geen zorgen, dat is toch traditioneel mijn sterkste onderdeel. Waarom het dan op een mountainbike niet gaat is me een raadsel, maar ik hoef nu ook nog niet te pieken. Leuke trainingswedstrijd, volgend jaar weer!
Uitslagen 29e TV Argo RBR Lageveld: