Door problemen met de tijdwaarneming zijn alle starts tien minuten opgeschoven. Daardoor mogen we om exact 10:30 uur van start. Als de toeter blaast rent iedereen het water in, ongeveer 100 man en vrouw. Ik sta redelijk ver naar rechts, omdat ik op links adem kan ik dan alle zwemmers links van me zien plus dan zit ik niet in het gedrang. Links van me gaan de snelste zwemmers er vandoor, maar ik lig redelijk snel vrij door verder naar rechts te blijven zwemmen. De achterste boei is het dan nog even worstelen met een aantal andere zwemmers, maar die hebben voornamelijk de eerste 250 meter hard gezwommen. Na de boei ben ik ze kwijt. Ik kan dan naar twee zwemmers voor me toezwemmen en daar blijf ik achter. Ook in de tweede ronde: ik meen Fré Adema te herkennen, waar ik in Hardenberg ook al eens achter heb gezwommen. Dus dan gaat het prima en ik dring niet aan. Alleen op het laatste rechte stuk probeer ik nog te versnellen, kom er nog naast, maar echt voorbij ga ik er ook niet.
Na iets meer dan 17’30” kom ik uit het water. De afstand was wat langer dan 1000 meter, dus prima gezwommen. Ik ben als 19e uit het water en passeer de tijdswaarneming na 18’15”. Ondertussen doe ik verwoede pogingen om mijn wetsuit uit te krijgen, maar ik kan de rits niet vinden. Die hing over mijn schouder. Toch weet ik een snelle wissel te realiseren in 1’29”: daarmee win ik meteen vier posities en spring als 15e de fiets op. Vlak voor me zie ik de winnaar van vorig jaar, Fons van Workum van Hellas, de wissel uitrijden.
Tevreden dus over eindelijk weer een acceptabel zwemonderdeel. De opdracht van Frank Heldoorn was ook weer genieten van het buitenspelen. En dat deed ik met volle teugen. Schitterend weer, een prachtige omgeving. Al wel merk ik snel dat ik wederom de absolute macht mis op de fiets. Ik kan hard rijden, maar niet de extra punch geven zonder in het rood te gaan. Terwijl ik daar in het verleden moeiteloos 40 kilometer in kon rijden. Fons van Workum zie ik dan ook langzaam uit het zicht verdwijnen. Geen idee wat er verder voor zit, maar ik haal zelf ook genoeg mensen in en rijd zo spelenderwijs de top-tien binnen.
In het begin van de tweede ronde haal ik dan lokale favoriet Paul de Niet in. Er zit daar een vervelend stukje dat omhoog loopt. Je verwacht het niet in de Achterhoek. Daarna is het lekker hard doortrappen en vooral in de bochten ben ik toch wel voorzichtig. Ik lig al wel aardig voorin de wedstrijd merk ik, want ik haal nog maar weinig fietsers in. Of het zijn achterblijvers van de achtste triathlon.
In ronde drie krijg ik in de gaten dat er een fietser dichterbij komt van achteruit. Met in zijn kielzog een andere fietser die er veel te kort op zit. Bij meerder bochten kan ik het duo zien en zo te zien zit de tweede man doodleuk te stayeren. Ik focus me op mijn eigen rit en haal eind derde ronde een drietal renners bij die volgens mij nog voor mij zaten, waaronder snelste zwemmer René Bosch. Ik denk dan nog dat ik het duo achter mij achter me kan houden, maar een ronde verder komen ze anderhalve kilometer voor de wissel dan toch aansluiten. De eerste man is Emiel Pieterse en passeert me net voor de bocht. Ik ga er achter fietsen en pak de toegestane twaalf meter. Dit volgens mij tegen de zin van de stayeraar, die er al snel voorbij gaat en in de laatste kilometer dan eindelijk ook even de kop pakt. Ik ga naast Emiel fietsen en vroeg of hij dat in de gaten heeft gehad. Ja dus: hij geeft aan dat die persoon al zeker twee ronden achter hem zat. Tja, je hebt van die mensen… ga dan wielrennen als je graag in een groepje wilt fietsen. Ik wens Emiel succes en we duiken de wissel in.
In de wissel ben ik ook redelijk vlot met het aantrekken van de schoenen. Emiel en de stayeraar (laten we hem voor het gemak Jan-Jouke Mulder noemen, hij had een pakje aan van mijn oude vereniging GVAV uit Groningen) zijn iets eerder de wissel uit en lopen niet ver voor me. Ik heb het vooral warm en heb dorst. Een dame langs de kant geeft me gelukkig een bekertje water, ik stop even, drink en ga daarna weer in de achtervolging. Ik merk dat ik het veel te warm vind om echt hard te lopen. Dus ik schakel al snel over op een soort overlevingstempo en de mannen voor mij verdwijnen uit zicht.
Bij de waterpost stop ik dan om te drinken. Ook staat er iemand met een tuinslang, die me de nodige verkoeling geeft. De opdracht van Frank Heldoorn was lopen met de handrem erop. Dat lukt prima. Sterker nog: ik heb niet echt het gevoel dat het veel harder kan. Achteraf ben ik naar de vierde plek overall gefietst en dus vlak voor de wissel achterhaald. Ik loop nu zesde. Er komen ondertussen wel wat snellere lopers voorbij, maar aan hun outfits te zien zijn dat mensen uit estafetteteams: geen trisuits, maar echte hardloopuitfits. Ik neem niet aan dat ze zich hebben omgekleed.
Zo loop ik eigenlijk redelijk behouden naar de finish. Inmiddels is zo’n beetje iedereen aan het lopen, dus in die laatste ronden begin ik ook weer achterblijvers in te halen, wat wel weer goed is voor de moraal. En ik passeer ook een mindervalide in een soort rollator. Knap. Dan vind ik mijn prestatie weer helemaal niks voorstellen. Geweldig dat deze wedstrijd voor iedereen is opengesteld. Ik finish uiteindelijk met een 8e fietstijd en 20e looptijd als 6e overall en 2e M40. En omdat er een stayeraar tussen zat die de regels niet wenste te respecteren vind ik dat ik 5e overall ben geworden (en nog steeds 2e M40). Wat een leuke wedstrijd, hopelijk kom ik hier nog eens weer in de toekomst!