De doelstelling van Almere was duidelijk. Ik wilde er graag onder de 10 uur. En dat leek heel dik te gaan lukken, tot ik de extreme maagklachten kreeg. Omdat ik niet met mijn gezondheid wenste te spelen en ik daar alleen voor een goede tijd naar toe was gekomen heb ik die wedstrijd voortijdig beëindigd. Om vervolgens nog 5 uur doodziek op bed te liggen in de hotelkamer. In de dagen voor Almere was ik grieperig, ik had tot donderdag aan de paracetamol gezeten. Wellicht was dat de oorzaak. Ik had Chris nog gemaild om eventueel Almere te annuleren en me in te schrijven voor de Ironman Mallorca, als alternatief. Maar goed, de keuze voor Almere was gemaakt. Helaas, mission failed.
In de dagen daarna heb ik de ervaringen van die wedstrijd in een verslag van me afgeschreven. Dat was het dan, klaar. Totdat Janneke het las. Ik zat op mijn werk en ze belde me. “Ik wil dat je naar Mallorca gaat” zei ze. Met het schrijven van het Almere verslag was ik er al wel klaar mee en had het laten landen dat mijn laatste hele helaas door ziekte niet was geworden waarop ik had gehoopt. Maar nu... ik hikte wel tegen de hoge kosten aan. € 550.- inschrijfgeld, nog 6% fee erover heen en dan nog een last minute vlucht en hotel zien te boeken... dat geintje zou me zo weer € 1,000.- kosten. Maar als het een geweldige ervaring zou worden: dan zou ik die kosten over een tijdje wel weer vergeten zijn. De herinnering zou voor altijd blijven. Ik was om. En schreef me in.
Dat betekende dat de knop ook weer om moest. Want ik had na Almere nog niet weer getraind. Dus nog maar weer een keertje de fiets op. Een keertje lopen. Een keertje zwemmen. En dan alweer taperen. In die zin is Almere dus een heel duur trainingsweekend geweest. Maar voor een mooie Ironman Mallorca: who gives a damn. The best is yet to come!
De reis: Donderdag 24 september
Op woensdag 23 september heb ik de tickets opgehaald. Daarna de koffer en fietskoffer inpakken en vervolgens om 19 uur naar bed. Want ik vloog op donderdagochtend 06:15 vanaf Düsseldorf. Dat betekende 04:15 daar aanwezig en om 02:15 vertrekken, dus om 01:15 opstaan.
Dan zou ik donderdagochtend om ongeveer 08:30 op Palma de Mallorca landen. Spullen oppikken, dan met de bus naar Alcudia, vervolgens verwachtte ik rond 11 uur bij het hotel te zijn. Inchecken, spullen naar de kamer, daarna naar de registratie om mijn startspullen op te halen. En dan ’s middags nog lekker even trainen onder de Spaanse zon. Een koppeltraininkje van anderhalf uur fietsen met drie kwartier lopen. Met de beruchte gel, puur om nog eens te testen of het daar aan kon liggen. Zou ik problemen krijgen, dan zou ik op zaterdag de Powerbar gels van de organisatie nog kunnen gaan gebruiken.
Het was dus echt allemaal erg last minute. Vliegen, kort trainingsritje, fiets inchecken, zaterdag wedstrijd en dan zondagochtend om 08:25 terugvliegen. Met Hawaii slots ben ik dus ook totaal niet bezig: die uitreiking stond gepland voor 12 uur op zondagmiddag. Dan hoopte ik al weer lekker thuis te zijn. Gevolg van 08:25 terugvliegen is dat ik zondagochtend om 05:10 bij het hotel zou worden opgehaald. Maar bij een beetje normaal raceverloop hoopte ik rond 18:00 te finishen, waardoor ik tijd genoeg zou hebben om de fiets weer in te pakken, de koffers in te pakken, te eten en te slapen.
Vrijdag 25 september
Die vrijdagochtend het zwemparcours even een keer geprobeerd te zwemmen, maar na de heenweg heb ik terug ergens de verkeerde boeien gepakt. Ik kwam in ieder geval helemaal ergens anders aan wal dan wat de bedoeling was. Dus hoe het met het zwemmen stond, geen idee. Daarna nog weer even kort gefietst, gewoon even de beentjes losfietsen. En toen naar de briefing. Pasta party. Het gevoel kwam weer terug. Yes, ik ben weer hier. Op een van de grootste en mooiste hele triathlons! Op mijn favoriete eiland! De wedstrijdbuzz begon weer door mijn aderen te kruipen. Ik voelde me geweldig. En toch ook weer niet. Omdat ik helemaal alleen hier op dit eiland zat, om even heen en weer te vliegen voor een hele triathlon. Onwerkelijk. Bizar ook. Maar gezien de voorgeschiedenis van Almere was ik het aan mezelf verplicht om hier een mooie wedstrijd van te maken. En er van te genieten. Dat beloofde ik mezelf. Genieten van iedere centimeter parcours!
Daarna kon ik nog een keer heen en terug naar het hotel om de fiets op te halen en die met de tasjes in te checken. Dat ging probleemloos. Mijn last minute inschrijving was beloond met een zeer ongunstige positie in het parc fermée. Startnummer 2369. Na mij hadden nog vier mensen ingeschreven blijkbaar, want het laagste startnummer was 2373. Nadeel was dat je naam, nationaliteit etc. niet op het startnummer staat. Maar daar zou ik de volgende dag pas achter komen.
Die avond ging ik op tijd eten in het restaurant van mijn hotel, Club Bellevue. Een aardig hotel, maar zeker niet meer dan dat. Ik zou er nooit op vakantie willen gaan. Daarnaast ontzettend luidruchtig: tot middernacht keiharde muziek van de animatie en voor het ontbijt rekening houden met de Ironman triatleten was er ook niet bij. Dus heb ik zelf maar wat wit brood en jam gehaald bij de lokale Spar. Om 21 uur had ik de oogjes dicht, ondanks de teringherrie die van buiten kwam. Op naar mijn laatste Ironman.
Zaterdag 26 september: Race Day
Om 04:30 uur ging de wekker. Heerlijk geslapen en ontzettend zin in de wedstrijd. Het geïmproviseerde ontbijt nuttigen op de hotelkamer en vervolgens om 05:30 richting de wisselzone gewandeld, een wandeling van ongeveer een half uur. Dus om 06:00 uur was ik in het parc fermée om de laatste voorbereidingen te treffen. De gelletjes in de tassen (wat ik dus beter achterwege had kunnen laten), de bidons op de fiets. Om 07:00 gaat de wisselzone dicht en moeten we richting het strand. Klaar voor de start. Mijn tweede Ironman, na Lanzarote. En de ultieme kans om mijn seizoen toch nog een mooi einde te geven. Kippenvel!
Mijn geïmproviseerde ontbijt en de kleding. Ready.
Voor de start kom ik nog een afvaardiging van Argo Wierden tegen. Even gekletst, succes gewenst en dan op naar de startzone. Om 07:30 starten de pro’s, wij mogen zeven minuten later. Met een rolling start, waarbij iedereen in een startvak moet staan gesorteerd op je verwachte zwemtijd. Er zijn zes startvakken, de snelste voor zwemmers onder het uur, en dan oplopend per kwartier. Ik neem plaats in het tweede vak, van 1 uur tot 1:15.
07:37 Zwemstart
Als de groep voor ons in het water ligt gaat het hek open en mogen wij ook. Wat gaaf weer! De zon is net aan het opkomen en ik ren het eerste stukje het water in. Ik heb behoorlijk wat ruimte en dan duik ik het zeewater in. Met wetsuit. Want dat was nog even de vraag. Het water was eigenlijk te warm voor een wetsuitswim, maar er is toch besloten dat wetsuits zijn toegestaan.
In de officiële documentatie stond dat de eerste zwemloop 2000 meter zou zijn en de tweede 1800 meter. Ik zwem heerlijk, kan steeds goed een paar voetjes pakken en ben uiteindelijk redelijk vlot bij het keerpunt. Maar het voelt wel verder dan 900 meter of 1000 meter. Weer op de weg terug krijg ik een flinke trap tegen mijn kaak. Even gedesoriënteerd, maar al snel zit ik weer in mijn slag. De kant komt weer dichterbij en als ik uit het water kom kan ik de tijd niet rijmen met mijn gevoel. Meer dan 40 minuten over 2000 meter gedaan? Achteraf blijkt de eerste loop 2400 meter te zijn. Dus met 1:41 per 100 meter was het zo slecht nog niet.
Terug het water in voor de tweede loop voel ik de kracht in mijn armen langzaam minder worden. Ik word ook ineens veel ingehaald, waar het aan ligt weet ik niet. Maar op de een of andere manier kom ik niet meer vooruit. Ik ben dan ook blij als ik weer bij het strand kom. Weinig verwachting van de tijd, maar hé: twee weken geleden deed ik de Challenge Almere. Dus welke gek doet normaal gesproken twee Ironmans in twee weken? Deze dus. Maar dat had te maken met het niet kunnen afmaken van het looponderdeel. Uit het water zie ik dat ik, ondanks het tijdverlies in de tweede loop, nog steeds anderhalve minuut sneller ben dan in Almere. Yeehaa! 1h06’23”. Op naar de fiets!
08:43 Wissel zwemmen – fietsen
Het is even een stukje lopen richting de wisselzone. Daar heb ik de wetsuit redelijk snel uit en neem even de tijd om de eerste long energy drink weg te werken (I wish I didn’t). Spullen in het tasje, op naar de fiets. Weer kippenvel op de armen, wat een voorrecht om hier mee te mogen doen. Geweldig weer, mijn trainingslocatie, ik ken alles hier op mijn duimpje. Een mooiere locatie voor mijn allerlaatste hele triathlon kan ik me niet wensen.
08:47 Fietsen
Al meteen in de straten van Alcúdia kan het grote inhalen beginnen. De een na de ander wordt weer opgepakt en ik houd het advies van coach Chris Brands in mijn achterhoofd. De eerste 40 kilometer rustig aan. En dan kijken hoe ik me voel. Dus ik peddel lekker op reserve. Geen gekkigheid. Dus in plaats van met 40 per uur richting Ca’n Picafort en Arta te razen gaat het op 37-38 gemiddeld. Doseren. Genieten. En beseffen hoe uniek het is dat ik hier rijd. Bizar natuurlijk. Twee weken geleden zat ik tegen de wind op te boksen in de Flevopolder. Nu lekker met 25ºC op Mallorca voor nog eens 180 kilometer. Voor mij. Voor Janneke. Voor de kids.
Een aantal mannen heb ik heuvelop al eens ingehaald en stuift er in de afdaling weer voorbij. Waaronder een Pool en een Zwitser. Op een gegeven moment maar de krachten gebundeld en lekker op de toegestane afstand gedrieën richting Manacor. Ook al rijd je dan twee derde van de tijd op 10 meter, het scheelt toch kracht. Tot we Manacor voorbij zijn en afdraaien naar Petra. We naderen een groep van ongeveer 15-20 man. Die er ook geen enkele moeite voor doet om hun intenties te verbergen: er wordt gewoon vol in een groep gekoerst. En waar ik al bang voor was gebeurt: als we er voorbij gaan zit ineens de hele groep achter me in het wiel. Sommigen zijn blijkbaar doorgewinterde stayers die smerige trucjes kennen. Want op het moment dat er een jurymotor bij komt word ik ineens door twee man ingehaald. Doen alsof ze met een inhaalmanoeuvre bezig zijn. En proberen mij een tijdstraf aan te naaien. Ik laat me netjes uitzakken tot de toegestane afstand en duik er meteen weer overheen, want het tempo valt gewoon stil. De jurymotor heeft de blauwe kaarten in de aanslag en een groot gedeelte van de groep mag de penalty box in Alcúdia gaan opzoeken. Terecht.
Via Santa Margalida gaat het terug naar Can Picafort, waar bij de rotonde weer zuidwaarts wordt gekeerd richting Muro en Sa Pobla. Van daar zit de eerste ronde van 90 kilometer er op en na 2h26 ben ik terug. Dat is dus ongeveer 37 gemiddeld. Maar het zwaarste komt dan nog: de klim naar Lluc. Ondertussen drink ik ieder uur volgens het aanbevolen schema een Long energy drink (I wish I didn’t). Ik blijf verder ook goed drinken en eenmaal in Port de Pollença gaat het richting de bergen.
Vanuit Port de Pollença is het een kilometer of zeven richting Pollença en daarna begint de weg langzaam omhoog te lopen. Ik klok het maar eens, om het te kunnen vergelijken met de halve die ik in mei deed. Het verschil is echter dat op de halve Ironman deze klim na 20 kilometer begint, nu na 110 kilometer. Als de echte klim begint duurt het niet lang of de Pool, die richting Manacor tijdelijk mijn metgezel was, komt me weer achterop. Als hij voorbij komt sneert hij naar me “I guess this is where the race really begins”. Ik laat me niet opjutten. Lekker in een gestaag tempo naar boven, ik wil me niet opblazen op de klim. Ik wil finishen vandaag.
Zo peddel ik rustig naar boven. Uiteindelijk doe ik er 10 minuten langer over dan in mei. Maar ben dan wel volledig fit boven, geen centje pijn. En in de afdaling pak ik dan de eerste renners al weer terug, terwijl ik daar in mei juist posities verloor. Beneden in Caimari kan het gas er weer op. Heerlijk om in deze prachtige setting weer hier rond te fietsen. Het slechte wegdek achter Moscari in mei is nu gemaakt en er ligt nu strak asfalt. In Campanet mag ik nog weer even in de beugels, stukje omhoog en dan weer lekker in tijdrit modus. Dat laatste stuk gaat ook echt als een dolle. Het stukje door de binnenlanden, dan de grote weg op naar het keerpunt en weer terug met tegenwind richting Muro. Maar omdat ik alles op reserve heb gefietst blijft het een vette inhaalrace. De adrenaline stijgt ten top.
Vanaf Muro gooi ik dan nog maar eens een versnellinkje er bij. Nu kan het nog. In de uiteindelijke uitslag lijkt het overigens alsof ik echt bruut hard gefietst heb, 41.3 gemiddeld over de laatste 15 kilometer. Het ging wel hard, maar niet zo hard. Want het fietsparcours komt uiteindelijk namelijk niet aan de 180 kilometer, maar blijft daar net onder. Maar toch, heerlijk gefietst, blij dat alles heel is gebleven en dat ik dus aan het lopen kan beginnen. Tijd voor de ultieme revanche op Almere.
14:01 Wissel fietsen – lopen
Ik maak een snelle wissel. Snel van de fiets, met de fiets richting mijn plekje en dan helm af. Snel richting de tasjes, loopschoenen pakken, petje op, veters strikken, een laatste long energy drink (I wish I didn’t) en we kunnen. Eerst nog even snel een sanitaire stop en dan kan het laatste onderdeel beginnen. De marathon.
14:06 Lopen
Wat ik niet had durven dromen blijkt ineens mogelijk in deze zware wedstrijd. In Almere was sub-10 het doel. Hier: gewoon een lekkere wedstrijd draaien en finishen. Maar met 1h06’23” en 5h14’17” en de wissels heb ik 6h25 minuten race tijd er op zitten. Met een marathon in 3h30, wat een beetje mijn worst case scenario is (12 km/h), is sub-10 gewoon mogelijk!
Ik begin daarom behouden. Meteen een goed tempo pakken, maar met de intentie zo vlak mogelijk te lopen. Van de bijna 2500 deelnemers ben ik als 644e uit het water gekomen en op de fiets ben ik opgeschoven naar de 261e plek. Andere triatleten beginnen onstuimig aan de marathon, ik word in het begin veel ingehaald, maar een flink aantal verwacht ik later in de wedstrijd wel weer terug te zien. Het voelt als een zegetocht. Lopend langs de plek waar Janneke, Fynn en Jinthe me in mei nog aanmoedigden op de halve. Langs ons hotel van toen. Geweldig. Het tempo ligt dan toch wel boven de 12 km/h, maar voelt erg rustig. Bij de eerste waterposten laat ik het tempo wat zakken om goed te kunnen drinken. Het tempo zakt daardoor wel wat, maar ik voorzie geen enkel probleem. Ik voel me goed. Ik voel me fris. Mijn benen hebben zin in een super goede marathon. Net als in Almere.
Het loopparcours is exact 9 kilometer lang. Dat vier keer, plus dan nog 6 kilometer richting de finish. Met 3u30 betekent dat 12 km/h en rondjes van 45 minuten. Die eerste ronde gaat, inclusief sanitaire stop en twee keer stoppen om te drinken, precies in 45 minuten. Op schema. Dit zou niet meer mis mogen gaan. En je denkt het nog niet of jawel. Alsof je een klap in je maag krijgt. Niet weer. Nee. Nee. NEEEE! Tegen beter weten in proberen door te gaan. Maar het wordt steeds erger. Tranen in de ogen. Hoe kan dit nou? Ik heb toch alles gedaan wat ik moest doen? En dan beseffen dat het maar aan een ding kan liggen. Die gels. Het kan niet anders. En nu?
Het is dan ongeveer kwart voor drie ’s middags. Tegen beter weten in hoop ik dat het weg trekt. Maar ik weet ook dat in Almere exact hetzelfde is gebeurd. Paracetamol my ass. Almere heeft niks met paracetamolgebruik te maken gehad. De laatste had ik toen ook twee dagen voor de wedstrijd genomen, dus dat zou al uit mijn lichaam moeten zijn geweest. Ik weet dat ik hier in Mallorca op advies van Sportvoedingwebshop hetzelfde voedingsschema heb gehanteerd. Dat dus gewoon totaal niet blijkt te kloppen. En dat ik in Almere tot acht uur ’s avonds kotsmisselijk op bed heb gelegen. Dat is nu geen optie. Ik ben hier nu toch. Ik heb ongeveer 10 kilometer gehad, dus het is nog 32 kilometer naar de finish. Een pokke eind. Een snel rekensommetje leert me dat ik wandelend dan tussen acht en half negen kan finishen. Niet rond half zes, waarop ik gehoopt had. Maar zo’n drie uur later. Nog steeds ruimschoots op tijd om te finishen, wat kan tot middernacht. Maar mijn logistieke planning wordt dan wel krap. Want ik moet mijn fiets daarna ophalen, demonteren en inpakken in de fietskoffer. Op een paar uur slaap had ik ook nog gehoopt. Want om 05:10 staat de bus klaar om me op te halen. Dat komt nu allemaal wel in het gedrang. Maar ik was naar Mallorca gekomen om te finishen. Ik heb geen verdere plannen voor die dag, ben er toch alleen dus: wandelen dan maar. 32 Kilometer.
Zelfs de wandeling is een martelgang. Op en af trekt de maag zich zo erg samen dat ik het gevoel heb dat hij gaat ontploffen of zo. Ik probeer het nog met water, maar op een gegeven moment komt alles er uit. Een halve ronde verder heb ik mijn hoop gevestigd op vast voedsel. Ik pak bij een verzorgingspost een halve banaan aan en eet die op. Geen goed plan. Vonden ook de bezoekers van het terras tegenover me. Een mooie gele straal bananensap klettert op het asfalt. Wat een genante vertoning. Weer een halve ronde verder kan ik niet meer van de buikpijn. Ik ben bij het hotel waar we in mei zaten. Ik maak niet dezelfde fout in Almere door een Dixie op te zoeken, maar duik mijn vertrouwde hotel in en zit daar 5 minuten op het toilet. Hoofdschuddend. Waarom?
Het wordt later en later. In mijn voorlaatste ronde komt Martijn Schutteman van Argo Wierden me achterop. Inmiddels ook al 5 uur onderweg aan zijn marathon. Ook op voeding van diezelfde sportvoedingleverancier. Vast toeval... Ook hij lag goed in de race na twee onderdelen. Even gepraat, hij door naar de finish, ik nog een ronde wandelen van 9 kilometer. In dit tempo nog bijna 2 uur. Het is nog licht, maar dat gaat snel veranderen. Normaal was ik een uur geleden al gefinisht. Pffff. Als ik 32 kilometer had willen wandelen had ik me ook wel voor de Vierdaagse van Nijmegen in kunnen schrijven. Want op basis van het verstrekte voedingsadvies is uitlopen van deze marathon nooit een optie geweest. Het klopt gewoon niet.
Iets verderop kom ik Marco Vernooij van TC Twente tegen als ik weer kotsmisselijk voorovergebogen bij het trottoir sta. Verder wandelen is even geen optie. Door het vochtverlies en doordat ik inmiddels al drie keer alles uitgekotst heb is rennen overigens ook geen optie meer. Tenzij ik mijn gezondheid op het spel wil zetten. En dat doen we maar niet. Marco vraagt wat er aan de hand is. Kort uitgelegd en vervolgens masseert hij nog even de buikstreek. Het brengt iets verlichting, maar weggaan doet het niet. Marco finishte in een keurige tijd van 9h45, maar was daar niet tevreden mee. Ik was graag gefinisht in die tijd... Ik neem afscheid en wandel verder. Want die bus wacht niet morgenochtend. Door de stops her en der op het parcours is mijn geplande aankomst inmiddels rond kwart voor negen.
Dan mag ik bij kilometer 36 eindelijk mijn laatste bandje om de arm ontvangen. Ik hang maar een beetje de clown uit en neem het ding juichend in ontvangst. In de laatste vijf kilometer wandel ik dan een groot stuk samen met een sympathieke Duitser. Hij moet zelfs nog een ronde. Wat me allemaal passeert interesseert me allang niet meer. De wedstrijd is naar de maan. Ik babbel met de Duitser over van alles en nog wat. Wat voor werk we doen. Eigenlijk over van alles behalve triathlon. Twee kilometer voor de finish nemen we afscheid en probeert hij nog een ronde te rennen om op tijd binnen te komen.
Ondertussen heb ik nagedacht over hoe ik de finish wil passeren. In stijl, dus wandelend, net als de vorige 32 kilometer. Of toch maar rennend. Om het nog enigszins iets te laten lijken. Ik kies uiteindelijk voor het laatste. Bij het 42 kilometer punt, met nog 195 meter te gaan, zet ik er nog even een voorzichtig looppasje in. Ik kom dan om kwart voor negen het stadion in en wordt gigantisch toegejuicht door het aanwezige publiek, die natuurlijk geen weet heeft van mijn lijdensweg. Zes uur en drie kwartier over de marathon gedaan. Ik word door de race director persoonlijk binnengehaald, “YOU’RE AN IRONMAN!” en geeft me een high five. Ik voel me totaal geen Ironman. Ja, ik heb de finish gehaald. Maar ik voel me diep droevig. Ik twijfel nog even om met een koprol of een radslag over de finish te gaan, maar ik tart het lot maar niet. Ik mag mijn finishermedaille in ontvangst nemen.
Waar om mij heen allerlei atleten in zilverfolie worden gewikkeld heb ik nergens last van. Geen spierpijn, geen onderkoelingsverschijnselen, niks. Alleen maagpijn. Dus het eten wat klaar staat na de finish kan me ook gestolen worden. Ik drink alleen een biertje. Beroerder kan ik toch niet worden. Dacht ik. Met een chronische hikaanval haal ik de fiets op en wandel terug naar het hotel om te proberen alles voor middernacht nog klaar te hebben, zodat ik nog vier uurtjes kan slapen. Tja. Zo had ik het allemaal niet gepland. Zo had ik het me wederom niet voorgesteld. En als je dan beseft dat het twee keer veroorzaakt is door een factor die gewoon voorkomen had kunnen worden... Echt diep triest.
Normaal zoek ik het liefst de oorzaak van mijn falen bij mezelf. Daarom ben ik ook een individuele sport gaan doen. Maar op sommige vlakken heb je niet alle kennis zelf voorhanden. Die onzekerheid probeer je dan te ondervangen door te rade te gaan bij mensen die wel die kennis hebben op dat vakgebied. Zo ben ik voor mijn trainingen bij Chris Brands terecht gekomen. Af en toe sparrren en ben er een betere atleet door geworden. Zo goed als dit jaar was ik nog niet eerder. Ik heb ook vooral mezelf beter leren kennen. In wat ik wel en niet wil, mijn belastbaarheid. En als ik geen zin had, dan ging ik niet trainen. Ik heb zelf de regie in handen. Dus Chris, ook langs deze weg nogmaals ontzettend bedankt voor je topbegeleiding.
Voor sportvoeding dacht ik ook aan het juiste adres te zijn, bij mensen met wie ik al een behoorlijke tijd terug ga. Die ik vertrouwde. Maar die vertrouwensrelatie is volledig verstoord. Nu ik meer van de achtergronden over het product te weten ben gekomen snap ik het ook gewoon niet. Het lijkt wel boze opzet. En zo niet, dan is het pure onwetendheid over wat je verkoopt. Ik zeg niet dat de bewuste zelfbenoemde expert (bij verdachten nooit de naam voluit vermelden heb ik geleerd) niks van sportvoeding weet, maar het lijkt er sterk op dat hij geen weet heeft van de werking van de producten bij het gebruik in een triathlon. Het ergste is dat je vervolgens niet thuis geeft als een atleet problemen heeft gehad met jouw product. Maar het lijkt er op dat deze sportvoedingleverancier zo hard bezig is met groeien en schreeuwerige marketing, dat de klant niet meer op de eerste plaats staat. Mijn ervaring zal wel niet in het hallelujah-marketingplaatje passen.