De trainingsschema’s van mijn coach Frank Heldoorn bleef ik braaf volgen, maar toen in juni duidelijk werd dat er een streep door het WK ging heb ik de kilometers flink afgeschaald. Meer tijd voor leukere dingen. De uitnodigingen voor de Ironman VR-races bleven wekelijks voorbij komen, van sprintafstand tot halve afstand. Ik nam ze voor kennisgeving aan. Tot dinsdag 6 oktober een mail in de mailbox zat met de tekst “Don’t miss our first virtual Ironman.”
De 3-daagse variant zou geen zware wissel op het weekend leggen. En zorgde er ook voor dat ik relatief in balans ieder onderdeel in kon gaan. Dus vrij last minute besloot ik om me voor deze uitdaging aan te melden. Het zwemmen zou ik mooi tijdens de vrijdagochtend training van WS Twente kunnen doen. Voor het fietsen op zaterdag had ik een 180 kilometer lang parcours uitgetekend dat me achter de Sallandse Heuvelrug langs zou voeren, daarna Duitsland en en vervolgens weer terug naar Hengelo. Op zondagochtend zou ik dan een marathon gaan lopen, waarvoor ik ook een mooi parcours in gedachten had: eerst via Borne/Hertme richting Albergen, vandaaruit naar Weerselo en dan via het Hulsbeek weer terug. Prachtige ronde.
Maar al snel sloeg de twijfel toe. Voor het fietsen qua weer. Hoe ga ik me kleden? En hoe regel ik dat qua verzorging op een ronde van 180 kilometer, wat naar verwachting 5 uur fietsen zou betekenen? Met een bidon sportdrank per uur zou ik na twee uur door mijn voorraad heen zijn. Ik bedacht een alternatieve route van 90 kilometer die ik twee keer zou kunnen doen, waarbij ik me halverwege opnieuw kon bevoorraden thuis. Maar de meeste schrik had ik voor de marathon. Door de afgeschaalde kilometers liep ik ongeveer 30 tot maximaal 50 kilometer per week. Dat moest nu achter elkaar, non-stop. De loopomvang was flinterdun... en op een grote ronde van 42,2 kilometer was bevoorraden ook geen optie. Ik kon vragen aan iemand om mee te fietsen, maar als snel besloot ik het praktischer aan te vliegen: zeven rondes van ongeveer 6 kilometer. En iedere ronde langs huis voor sportdrank en een gelletje.
Eenmaal op dinsdagavond besloten om deze uitdaging aan te gaan en ingeschreven nam ik op woensdag contact op met mijn sponsor AthleteSportsWorld in Amsterdam. De benodigde sportdrank, hersteldrank en aquagels (perfect in te nemen zonder water) werden een dag later al bezorgd, top! Daarmee was ook aan alle randvoorwaarden voor wat betreft voeding voldaan.
Na de eerste 300 meter begon mijn zwembrilletje zwaar te beslaan. Alsof ik door een mistige lagune voortpeddelde. Verdergaan was geen optie. Na 500 meter besloot ik daarom het bad uit te gaan en een andere zwembril te pakken. Kijkend op mijn Polar V800 zie ik tot mijn verbijstering dat er maar 450 meter is geregistreerd, geen 500. Is er risico dat ik nog meer meters ga missen in het vervolg? Anderhalve minuut later lig ik weer in het water en vervolg mijn eenzame zwemtocht. Naast mij liggen wat clubgenoten in het water die hun baantjes trekken. Op 3800 meter stop ik om te kijken hoeveel meters er nu zijn geregistreerd. 3750. Gelukkig, niet meer gemiste meters. Vanaf dat punt zwem ik nog 150 meter door om aan de vereiste 3900 meter te komen. Maar uiteindelijk zwem ik dus 3950 meter. Zonder wetsuit in een 50-meterbad, in 1u07’44”. Prima tijd, 1’43” per 100 meter. Lekker begin van de dag, op naar het werk!
Zondag 11 oktober. De marathon. Het onderdeel waar ik het meest tegenop zag. Vanwege het gebrek aan loopkilometers. Vanwege het gebrek aan zelfvertrouwen en goede loopwedstrijden in het algemeen over de afgelopen vier jaar of zo. Wat ooit mijn beste onderdeel was, is nu mijn slechtste. Kwestie van prioriteitstelling ook: vijf tot tien uur extra trainen in de week zal me op tien kilometer hooguit drie tot vier minuten tijdwinst opleveren op een tien kilometer. Dus ik stel me tevreden met het basisniveau dat ik met de huidige trainingsuren weet neer te zetten.
De strategie voor de marathon heb ik de avond ervoor bepaald. Met een zwemtijd van 1h07’44” en een fietstijd van 4h30’24” moet ik een marathon van 3h21’51” lopen om een totaaltijd van onder de 9 uur te realiseren. Ik zet in op een schema van 3h20: 12.66 kilometer per uur lopen, waarbij ik in het eerste stuk wat harder wil. Moe word ik toch, dus ik ben bang dat ik aan het eind tijd moet inleveren op dat schema. De bedoeling is om in het eerste stuk wat tijdwinst te pakken.
Ik loop een eerste ronde van 7.4 kilometer, gevolgd door zes ronden van 5.8 kilometer. De eerste ronde van 7.4 kilometer gaat moeizaam. Het schema van 12.7 km/h geeft aan 35’04”, ik loop de ronde in 35’01”. Heb last van de luchtwegen. Snel de eerste stop thuis, drinken, gelletje en even de trap oprennen om ventolin te pakken. Daarna zijn de luchtwegen open en gaat het beter. In de tweede ronde pak ik meer marge en kom ik zowaar Ron tegen. De parcoursen van de marathons van Eindhoven en Hawaii kruisen elkaar. Prachtig, die virtuele wereld!
In ronde drie staat mijn vader klaar om me een ronde op de fiets te begeleiden. Dat scheelt een stuk: met name tegen de wind in blijft het tempo strak. Dit rondje gaat op 13.5 km/h. Datzelfde tempo houdt ik daarna verrassend ook aan en inmiddels heb ik ruim twee minuten marge op het schema, met nog drie ronden te gaan. Ook de vierde ronde, die tot kilometer 31 gaat, blijft goed gaan. 2’30” marge opgebouwd, ik loop op schema 3h15’. Nog twee ronden te gaan! In de voorlaatste ronde merk ik dat het wat moeizamer wordt. Het gebrek aan loopvoorbereiding doet zich gelden. Het tempo zakt naar 12 kilometer per uur, maar echt heel veel verlies ik niet: een half minuutje lever ik in. Bij het ingaan van mijn laatste ronde heb ik nog altijd een marge van twee minuten op het schema van 3u20, dat mag haast niet meer misgaan! Maar het laatste rondje moet ik wel tot het gaatje. Ik krijg het ene been nauwelijks voor het andere, het tempo is nog zo’n 11 per uur. En iedere kilometer houd ik even stil, even wandelen. En dan weer door. Ik zie de tijd oplopen. Ik moet de laatste kilometer nog aan de bak. Uiteindelijk kom ik precies voor mijn huis uit op 42,21 kilometer. Eindtijd: 3h21’31”. 21 Seconden overgehouden om de totaaltijd onder de 9 uur te houden. Dit ging absoluut niet vanzelf, maar wat een gave ervaring om dit gewoon vanuit huis te kunnen doen.
Uiteindelijk bleek ik de vierde tijd wereldwijd neer te hebben gezet in mijn Age Group (50-54). Waarbij moet worden aangetekend dat de eerste 3.8 kilometer ook hardgelopen hadden mogen worden, wat in mijn geval ongeveer 50 minuten had gescheeld. Maar ik heb bewust voor de officiële drie sporten in de juiste volgorde gekozen om wel het echte triathlon-gevoel te hebben.
Eind december kwam dan ook nog de officiële medaille met finisher shirt en cap van Ironman binnen, waardoor het geheel toch nog een beetje een echt officieel tintje kreeg.