Ook deze keer werd het weer een koppeltraining, met fietsen naar Wierden, lopen, en weer fietsend naar huis. Met de start om 13:00 en 20 minuten inlopen had ik me bedacht om om 12:30 aanwezig te zijn. Met ongeveer 23 kilometer fietsen op de MTB zou dat vertrekken om 11:30 betekenen. Maar door diverse redenen werd dat pas 11:45, waardoor ik nog best moest aanpoten. Ik was tien minuten voor de start op het Lageveld. Daar startnummer ophalen en vervolgens omkleden van fiets- naar loopkleding, om zo echt vlak voor het startschot achteraan in het startvak plaats te nemen. Als Just In Time nog niet had bestaan had ik het uitgevonden.
(foto: Alexander Oosterveen)
De insteek voor de 10 kilometer cross was dezelfde als een week eerder tijdens de Woolderesloop: de eerste vijf kilometer op reserve, max hartslag 136 en daarna doorversnellen en hartslag tussen 140 en 145. In het eerste stuk houd ik me er keurig netjes aan. Met het pittige parcours is dat trouwens ook wel raadzaam: de strandjes, de MTB singletrack en een compleet nieuw neergelegde zandbult zorgen ervoor dat je continu uit je ritme wordt gehaald. Menig atleet verkijkt zich hier op en start veel te hard.
Gevolg is dat ik aan een mooie inhaalrace bezig ben. Vier rondes over het Lageveld. In de eerste twee rondes houd ik me lekker gedeisd. Die loop ik erg constant: de eerste ronde gaat in 11’56”, na twee rondes kom ik door in 23’52”. Daarmee gaat ook het tweede rondje in 11’56”.
Daarna versnel ik. Een kilometer daarvoor ben ik al ingehaald door triatleet Taeco Tol uit Deventer, die blijkbaar een soortgelijke race strategie volgt. Ik loop vanaf het moment dat ik versnel behoorlijk rap in op groepen voorgangers. Bij het strandje raap ik dan allereerst Paul Wegdam op, die een week eerder nog voorbij kwam op het gladde finalestuk van de Woolderesloop. Een stukje verder kom ik achter de snelste vrouw te lopen, Sabine Wassink. Op het MTB singletrack blijf ik erachter, als er daarna ruimte komt gooi ik het tempo weer omhoog.
Die derde ronde leg ik dan af in 11’24”, dus ongeveer een halve minuut sneller. De doorkomst is dan 35’16”. Ik zie dat er nog steeds mannen voor me lopen die te achterhalen zijn, waaronder een tweetal dat in Holten ook een tijdje voor me liep. Verder schat ik er nog wat in als M40, dus voor het dagklassement dan nog weer interessant om ze terug te pakken. Zonder echt te forceren en goed doserend loop ik van groepje naar groepje en steeds weer een gaatje dicht. Als ik bij Tom van Tellingen kom uit Sleen probeert die nog even mee te gaan, waardoor ik nog even een extra versnelling plaats. Daardoor krijg ik vlak voor de eindstreep nog een loper in zicht, die ik ook nog weet te achterhalen. Daarmee finish ik in een 46’35” netto tijd als vierde M40. De slotronde ging in 11’19”.
Zoals gezegd ging het minder lekker dan in Holten, maar uiteindelijk heb ik toch wel een hele lekkere race gelopen. Vooral het continu over hebben en kunnen inhalen is toch wel erg lekker. Hoe hard het nu echt kan begin ik dan wel weer nieuwsgierig naar te worden…