Waarom ik in die tussentijd nooit meer heb deelgenomen vraag ik me eigenlijk af. Want het is een prachtige omgeving, goed georganiseerd en sterk bezet. Op de een of andere manier kwam het er niet meer van. De laatste jaren liet ik de crossen zelfs geheel links liggen. Alleen maar wegwedstrijdjes. Maar crossen maakt je sterker. En crossen zijn leuk.
De eerste wedstrijd had ik gemist, maar ik zag dat er nog vier wedstrijden over waren, dus ik besloot meteen maar voor het hele circuit in te schrijven. En zo zat ik die zaterdagochtend bijtijds in de auto richting Nijverdal. Ik was er inderdaad mooi op tijd: startnummer ophalen en ruim inlopen. Hoe het parcours exact loopt kan ik nog niet veel wijs uit worden, het is flink anders dan negen jaar geleden. Ach ik zie het in de wedstrijd wel, dan is het toch de rest volgen: ik heb niet de illusie dat ik vooraan mee ga lopen.
(alle foto's: Marian Freriks/De Wilgenweard)
Als we starten sta ik op rij 4-5 en kachel lekker mee in het veld. Voorin wordt hard gestart, ik wil de eerst van vier ronden weer rustig aan doen en daarna het tempo opvoeren. Het is een pittig rondje: er zitten de nodige hoogteverschillen in en bepaalde delen van het parcours zijn erg glibberig en modderig. Die eerste ronde doe ik dus lekker relaxed en maak me niet al te moe. Hartslagje maximaal 135-140. Het aanlooprondje is 1,85 km en loop ik in 7’55”. Als we dan de tweede ronde ingaan gooi ik het tempo wat omhoog.
In de tweede ronde haal ik dan eerst een groepje in met o.a. Deborah Wissink, die ik voor de wedstrijd nog even kort sprak. Ze loopt steeds harder en daarmee mengt ze zich tegenwoordig ook in de nationale triathlontop. Niet ver daarvoor loopt Sarah Lynn Reuver, die ik ook snel passeer. Zo raap ik behoorlijk wat mensen op in die tweede ronde. Na 4,5 kilometer zit de eerste grote ronde (van drie) erop en klok ik 19’44”, een rondje van 11’49”. Inmiddels is het wel gaan miezeren. Het parcours wordt er daardoor niet beter op.
Ook ronde drie blijf ik mensen inhalen. Dat had ik ook wel een beetje verwacht, gezien het parcours. Velen zijn veel te enthousiast gestart. Dit loopt wel lekker in ieder geval. Allen Hans Jansen van AV Rijssen komt me op een gegeven moment achterop en gaat er voorbij. Hij heeft blijkbaar dezelfde tactiek gevolgd als ik, maar is nog rustiger gestart en loopt inmiddels dus harder. Toch blijf ik aardig in het spoor en samen lopen we richting een groepje van een man of vijf voor ons, Hans Jansen gaat er bij het ingaan van de laatste ronde voorbij terwijl ik dan net de aansluiting maak. Rondje 11’47”, doorkomst na 7,2 kilometer is 31’34”. Nog een zo’n ronde en dan terug naar de finish.
In die laatste ronde is dan mijn plan om er nog een snellere ronde uit te gooien, maar na drie eerdere rondes zijn bepaalde stukken flink gladder geworden en de stromende regen helpt daarin niet echt mee. Ik kom daar niet echt goed weg met mijn krachtige pas en in plaats van er voor bij verlies ik weer wat aansluiting. Helaas. Wel jammer, want ik heb het gevoel dat ik mijn kracht niet kwijt kan, maar het is niet anders. Na de geslaagde Snertloop vorige week wil ik ook proberen volgende week bij de Step One Winterloop een goede tien kilometer lopen. Dus in die zin is deze cross alleen van belang voor wedstrijdritme en trainingsopbouw.
De laatste volle ronde loop ik in 12’05”, dus ik verlies een kleine 20 seconden ten opzichte van het tempo dat ik in de voorgaande twee ronden liep. Dan zit er bijna 9,9 kilometer op, die ik in 43’39” heb afgelegd. Het laatste stuk naar de finish is dan vlak, langs de Regge. Uiteindelijk is het parcours dus net iets langer dan 10 kilometer: ik finish na 45’28” als 30e overall en 6e M40 na 10,4 kilometer.