Het frappante was wel dat we drie weken lang geweldig zomerweer hebben gehad. Maar op de dag van de Rutbeektriathlon was het baggerweer. Zoals gezegd: na goed overleg nog een extra wedstrijd aan het programma toegevoegd, omdat het zo lekker gaat en omdat ik het weer zo leuk vind. Ook was ik benieuwd hoe een sprint zou gaan. Toch 250 meter extra zwemmen, niet bepaald mijn favoriete onderdeel van oudsher. Maar dit seizoen heb ik (mede gedwongen door een loopblessure) serieuze verbetering gemaakt. Ik verwachtte ongeveer 1 uur en 5 minuten over de wedstrijd te doen. Niet te lang en dan zou ik op tijd weer thuis zijn. Een eventuele podiumplek ging ik niet op wachten, doel was lekker sporten en het seizoen mooi afsluiten.
Ik start in wetsuit en we starten vanaf de kant. Als het startschot valt ben ik voor het eerst in een zwemwedstrijd eens niet bescheiden en ren meteen met de eerste meute het water in. Hup, zwemmen! In de eerste 100 meter ben ik in gevecht met iemand die het nodig vind om echt tegen me aan te zwemmen. Ik ga wat verder naar rechts zwemmen, maar die irritante gast beweegt met me mee. Gelukkig blijkt het zo’n snelstarter te zijn. Na 100-150 meter dwarrelt hij eraf en heb ik ruimte.
Wel moet ik even op schoolslag over als ik een golf water binnen krijg. Niet te lang gelukkig, ik herpak me en kom weer in mijn slag. Ik heb het gevoel dat er een lang lint aan zwemmers in mijn benen ligt. Voor me een flink gat naar de volgende zwemmers. Maar deze diesel komt na het ronden van de twee boeien op stoom en ik zwem weg bij de mensen achter me en kom nog weer kort op 2-3 man voor me. Niet mijn beste zwemonderdeel: ik had op 12 minuten zwemtijd gerekend, ik ben 13:26 onderweg geweest. Tenminste, dat is de tijd waarop ik over de mat kom. Laat de echte zwemtijd 10 seconden sneller zijn geweest, dan nog verlies ik anderhalve minuut. Wel zit ik gewoon goed van voren, want ik realiseer de 14e zwemtijd van het veld.
Ik wissel goed, maar word bij het uitgaan van de wisselzone gehinderd door een Duitser die vlak voor me loopt. Waar ik tempo wil maken gaat hij me net iets te langzaam, maar het is te smal om er voorbij te kunnen. Dan maar op het fietsparcours. Hij probeert nog even met mij mee te gaan, maar moet al snel passen. Ik ben 20 kilometer op mezelf aangewezen. Waar ik in het verleden van achteruit het veld op moest rollen zit ik nu dus veel verder van voren. Met als gevolg dat ik geen of nauwelijks mikpunten heb tijdens het fietsen. Een compleet andere ervaring.
Het fietsen gaat sowieso niet zo hard als ik zou willen. Net als in Hardenberg, Doetinchem en Rheine trouwens. Ik zocht naar verklaringen, in Hardenberg dacht ik een aanlopend achterwiel te hebben, maar misschien moet ik concluderen dat ik gewoon niet zo sterk ben op de fiets als in voorgaande jaren. Gezien het aantal trainingsuren dat ik er insteek geen onlogische gedachte, want ik zwem en loop momenteel voornamelijk, fietsen doe ik nauwelijks. Dus dan is die zevende bike split nog zo gek nog niet. Overigens vertekent die tijd flink, want hij is inclusief de tweede wissel. In de laatste ronde viel er een enorme regenbui op ons dak en ik dacht toen nog, lekker dan. Liggen zo mijn loopsokken klaar, helemaal doorweekt.
Ik kom dus die wisselzone in en ben dan opgeschoven van plek 14 naar 6 overall (en 2e M40). Maar waar ik gezien de korte loopafstand het beste kan kiezen voor lopen zonder sokken besluit ik toch om ze aan te trekken. En dat gaat makkelijk, drijfnatte sokken aantrekken en vervolgens proberen je schoenen met elastische veters er overheen proberen te krijgen. Zo verlies ik een veertigtal seconden in de tweede wissel. Veertig seconden die me achteraf podium M40 kosten, maar omdat ik na de wedstrijd toch meteen naar huis wilde was dit de beste wissel die ik kon maken.
Ik word in de wissel dus door twee man ingehaald. Emiel Huisken heb ik snel te pakken, Theo Fuhler loopt ongeveer tien seconden voor me en die afstand blijft gelijk. Niet lang daarna word ik tot mijn verbazing ingehaald door Martin Veenhuizen. Ik dacht dat die al lang en breed voor me zat, maar dat is dus het gevolg van een sterker zwemonderdeel (en een slechte eerste wissel van zijn zijde zag ik later). Ik loop lekker mijn eigen wedstrijd en verras mezelf positief met een afsluitende looptijd van 18:51 over 5 kilometer (die wellicht wat korter is).
Conclusie is dat ik toch weer een erg lekkere wedstrijd heb gedraaid: niet super, maar meer dan redelijk gezwommen, op een goede positie aan het fietsen begonnen, geconsolideerd en daarna lekker gelopen. In de laatste vier wedstrijden vier keer top-10 overall en drie keer op het podium M40. Daar zag het er in juli, na de erg zwakke triathlon Holten, niet naar uit. Waar een beetje training op vakantie al niet goed voor is :-) Op naar het winterseizoen met loopwedstrijdjes. Maar eerst: focus op Lentfert #3.