De crossjes zullen mooie graadmeters zijn deze winter. Kijken of er progressie is en hoe deze verloopt. Ik merk nu al duidelijk verschil in mijn lopen, nu ik weer gestructureerd met de schema’s van Frank Heldoorn bezig ben. Ik loop veel makkelijker. Het moet wel erg rustig allemaal, maar als ik naar mijn eerdere ervaringen kijk (2012) dan gaat dit zeker effect hebben.
De keuze voor dit crosscircuit boven de Twentse Cross Competitie is een hele praktische: in de Twentse Cross Competitie loop je 6 crossen in drie maanden tijd. Bij deze is dat vijf in vijf maanden tijd. Dus eentje per maand. Meer dan genoeg. Van de TCC ga ik er wel enkele doen, maar niet de gehele competitie.
Rijssen dus. Ik had ’s ochtends al een eerste looptraining gedaan van een half uur. Lekker rustig loslopen. Daarna boodschappen doen met Mick en vervolgens omkleden en door naar Rijssen. Startnummer ophalen en vervolgens lekker relaxed in de natuur genieten. Ik had tijd genoeg. Een half uur voor de race begonnen met inlopen, een rondje. Daar deed ik precies een kwartier over. Vervolgens klaar maken voor de start. De opdracht: de eerste vijf kilometer maximale hartslag 136, daarna harder maar niet boven de 145. Ik start daarom maar ergens achteraan.
Als we worden weggeschoten vliegen de eerste lopers weg. Ik probeer een lekker ritme te vinden dat hoort bij die doelhartslag. Zo rond de 130 hartslag loop ik toch nog tussen de 13.5 en 14 kilometer per uur. Dat valt me 100% mee. Het eerste effect van de trainingen is merkbaar.
(foto: Miranda Voortman)
In die eerste ronde zit ik in het begin wel een beetje vast achter een grote meute, maar langzaam maar zeker kan ik me naar voren werken, zonder daarbij te hard te gaan. De eerste ronde gaat in 11’40”. Op de baan nog meer ruimte en ik loop van groepje naar groepje. Waar velen te hard starten bouw ik hem goed op. De tweede ronde houd ik me wederom keurig aan de opdracht, maar deze ronde gaat wel iets langzamer. Doorkomst halverwege is 23’26”, een rondje van 11’46”.
(foto: Evertine Rutterkamp)
In die tweede ronde heb ik dan ook clubgenoot Hans te Nijenhuis achterhaald, waar ik nog even kort mee praat. Ik geef aan wat mijn opdracht is en dat ik na deze ronde harder mag. Een loper daarachter klampt daarop aan en loopt met me mee naar de doorkomst van de tweede ronde, maar als ik daar versnel ben ik hem kwijt. Ronde drie gaat dan erg lekker. Het tempo zit er goed in en ik haal veel mensen in, ook met een behoorlijk tempoverschil. Als ik achterop het parcours word ingehaald door winnaar Danny Koppelman, die aan zijn laatste ronde bezig is, word ik door een paar lopers aangemoedigd als ik ze inhaal. Niet beseffend dat ik bij hun in de ronde zit, ze denken dat ik tweede lig.
Het tempo is ook van 4’30” naar 4’00” per kilometer gegaan. De derde ronde gaat dan in 10’33”, doorkomst 32’59”, dus ruim een minuut sneller dan de vorige rondes. In de laatste ronde probeer ik het tempo constant te houden en kijk ik goed dat mijn hartslag niet te hoog oploopt. Als ik de laatste keer de Rijsserberg op moet zie ik toch nog weer mensen voor me die in te halen zijn, dus toch maar door in hetzelfde tempo. Daardoor zet ik een nog snellere slotronde neer in 10’15”.
Daarmee finish ik in een netto tijd van 44’16”, waarbij ik halverwege doorkwam in 23’26”. Tweede vijf kilometer ging dus ni 20’50”. Daarmee word ik toch nog 6e M40, niet gek als je kijkt waar ik vandaan kwam in het veld. Een mooie opening van het crossseizoen!