Voorgaande jaren – als ik toen mee kon doen – koos ik telkens voor de 10 kilometer. Nu leek het me wel leuk om de 15 kilometer te doen. Ook omdat Janneke, Fynn, Jinthe en Mick ook mee gingen. Bij de 15 kilometer maak je een extra lus en kom je dus nog een keer langs start en finish na een eerste ronde van 5 kilometer. Ware het niet dat het echt K*Tweer was. Fynn en Jinthe kozen eieren voor hun geld: “we blijven lekker in het warme boshuisje van opa en oma.” Ondankbaar gespuis.
Gelukkig werd het net rond de start droog. Ik meldde me na wat inlopen aan de startstreep, waar het startschot verricht zou worden door de eigenaresse van het chaletpark waar mijn schoonouders dus een huisje bezitten. Ideaal daarom om aan deze wedstrijd mee te doen: privé kleed- en douche gelegenheid. Maar daar kom ik straks nog op terug.
Door de aanhoudende regen was het in ieder geval flink nat, drassig, zompig en wat al niet meer geworden in het bos. We startten daarom ook maar een beetje hènig. Wel een beetje té, want toen ik na 250 meter al los liep van de rest van het veld met Bas Germs merkte hij op:”Dit is een grap zeker?” Ik antwoordde:”Ik ben bang van niet.” Na een kilometertje liet ik hem maar zijn gang gaan, want een snelle tijd was geen prioriteit en na de achillespeesklachten een week eerder wilde ik niet forceren. Ik was goed behandeld die week door mijn fysio, Erik Langeveld, maar volle bak lopen ging nog niet.
lopen vlak achter me, ik ben nog altijd ontspannen
Zo bleef ik lange tijd solo op plek twee lopen, tot en met de doorkomst na 5 kilometer zeg maar. Daar kregen twee man aansluiting van achteruit: de Ootmarsumers Ivo Schreven en Rik Eertman. Met Ivo loop ik dan nog eens ruim twee kilometer samen op, maar ik voel de achillespees trekken. Ik besluit om het toch wat rustiger aan te doen. Na ongeveer acht kilometer komt dan Rik Eertman er ook overheen. De aansluiting ben ik al meteen kwijt en ik loop gewoon mijn eigen tempo.
(foto: Kees Tetteroo)
Als we een dikke 10 kilometer gehad hebben, die in ongeveer 42 minuten gaan, ben ik het bos uit. Op het asfalt kan ik ineens tempo maken en een kilometer in 3’50” is het gevolg. Ik verlies ook geen terrein meer op de twee mannen voor me, die ik continu in zicht houd. Maar het gat is te groot om weer dicht te lopen, of ik moet echt continu kilometers van 3’45”-3’50” gaan lopen.
Ik merk wel dat achter me ook nog iemand dichterbij komt. Dat blijkt Robin Veldboer te zijn. Ik besluit mijn vierde plek maar te verdedigen en gooi er in de laatste twee kilometers door het bos toch nog weer een tempootje bij op. Zo loop ik een erg lekkere en mooie loop, waarbij het modder wel tot achter mijn oren zit bij de eindstreep. Die ik inderdaad als vierde passeer.
Die modder denk ik er dus lekker vanaf te douchen op onze privélocatie, maar helaas: de boiler heeft het begeven. IJskoud water. Precies wat ik nodig had na deze inspanning.
Onderstaand de top-20 van de 15 km. Daarin nogal wat onvolkomenheden: 3e was dus Rik Eertman, maar hij liep op het startnummer van Rudy Feldman. Jan Lohuis finishte inderdaad vlak voor me, maar had de 10 kilometer gelopen en hoort dus niet in deze uitslag thuis.