Een week na Enschede stond dus alweer een halve marathon op het programma. Dit keer echter in estafettevorm. De rolverdeling was om deze met Marcel en Rudi te lopen. Maar ook Rudi heeft last van een blessure (kuit) en zou uit voorzorg niet starten. Ik besloot vlak voor Enschede de oude zooltjes van Loopcentrum Nijverdal weer van stal te halen en sinds ik daar mee loop heb ik weinig tot geen reactie op de achillespees. Dus in dat opzicht konden er eindelijk weer een beetje kilometers gemaakt worden na acht weken klungelen en weinig trainen. Voor de etappe van Rudi werd Stefan Paalman gevonden als stand-in, waarmee ons supertrio weer compleet was.
Om exact 11 uur werd het startschot gegeven door teammate Ronny. Het gaat gelukkig langzaam weer beter met hem. Nog wel een lang revalidatietraject voor de boeg, maar het was goed te zien dat hij vooruitgang boekt. Zijn startschot was dan ook uitbundig met een batterij confettikanonnen, die de eerste lopers vol bedekte onder een laag plakkerige slierten.
Marcel was meteen van kop af weg en bouwde zo aan onze voorsprong in deze premiere. Ik ging ondertussen nog wat warmlopen en verkende de wisselzone, die me aanvankelijk niet helemaal duidelijk was. Na iets meer dan 20 minuten kwam de voorfietser in zicht, teken dat de eerste loper in aantocht was. En inderdaad, het was Marcel. Met daarachter helemaal niemand, dus ik had een zee van voorsprong toen ik aan de tweede lus begon.
Ik steek aardig fanatiek van wal. Marcel liep de eerste lus van 6.2 kilometer in 22:03. Ik moest vervolgens de langste lus lopen van 9.6 kilometer. Deze liep aanvankelijk door de straten van Diepenheim, maar ging al snel naar het prachtige buitengebied. Zelden zo’n mooie omgeving gehad tijdens een wedstrijdloop, echt genieten. De voorsprong was meer dan 2 minuten, dus na mijn aanvankelijke bliksemstart en met mijn blessure in het achterhoofd neem ik na een kilometer of twee wat gas terug.
Daarna volgen wat lastige onverharde passages, waaronder een heel stuk langs de Berkel door gras. Maar ook daar gaat het relatief goed. Als ik dan na een kilometer of 7 achterom kijk zie ik toch dat er mannen aan het naderen zijn. Teken om het gas er toch maar weer op te gooien. Op het verharde deel pak ik dan weer een goed tempo op en houd daarmee de teruggelopen voorsprong intact. Anderhalve minuut ingeleverd, maar nog bijna driekwart minuut over. Ik wissel op Stefan, die het dan mag afmaken in de laatste lus.
Stefan loopt in die lus van 5.3 kilometer weer wat uit, ongeveer driekwart minuut, waardoor we met ongeveer anderhalve minuut voorsprong winnen. Eindtijd is heel behoorlijk, 1:20:07 gezien het lastige parcours. Maar als ik fit ben was dit zeker twee minuten sneller geweest. Omdat we, naast het snelste team, ook het snelste bedrijventeam zijn, mogen we met twee joekels van bekers naar huis. Eentje kan mooi bij de sponsor staan (Tjellens), ander bij de naamgever van ons team (Sportschool & Fysio Van Wijnen).
Voor wat betreft de voortzetting van het seizoen blijven de twijfels. Het is op dit moment dus niet slecht, maar ook niet goed. Maar eens kijken of ik ga starten op de UT Triathlon of dat ik het begin van het seizoen nog even uitstel.