Samen met mijn vader vloog ik vorige week zondag, 14 maart, in het holst van de nacht weg uit het koude Nederland. We dachten lekker de zon op te zoeken in Mallorca, maar we kwamen bedrogen uit. Het scheen de natste winter sinds tijden te zijn geweest op het Spaanse eiland. Dit had o.a. begin maart geresulteerd in het verzakken van de weg tussen Estellencs en Andratx, waar de doorgaande weg over een lengte van ongeveer 10 meter een vijftal meters was verzakt door een aardverschuiving. Dit had o.a. gevolgen voor de "koninginnerit" op de donderdag, die doorgaans langs deze route voert.
Onze fietsen, titanium Litespeed Siena's, stonden bij aankomst keurig geprepareerd te wachten om bestegen te worden. Aangezien we al om half acht aankwamen en ik nauwelijks had geslapen zijn we na het ontbijt eerst maar eens plat gegaan. Tegen twee uur 's middags hebben we toen met zijn tweeën de eerste rit gemaakt: via Llucmayor, via wat binnenweggetjes richting Campos en daarna weer terug richting Playa de Palma. Goed voor zo'n 85 kilometer en een leuke, niet al te lastige aftrap.
Maandag werden we met de groep op pad gestuurd. Aangezien het aantal rijders voor de sportieve groep aan de grote kant was, werd de groep gesplitst. Het werd een ritje binnenland, waarbij tussen Algaida en Sant Joan even 10 kilometer flink mocht worden doorgetrapt tijdens het vrij rijden. Ik kreeg hier een max van 62.6 km/h op de teller, maar een van de groepsleiders kreeg ik er toch niet af. Bleek de man voormalig wereldkampioen te zijn bij de masters Daarna gingen we lunchen in Petra en werd de rit terug aanvaard, totale omvang ongeveer 105 kilometer. De terugweg ging overigens wel erg rustig (niet boven de 25 km/h), waardoor ik terug bij het hotel nog een duurloop van 10 kilometer eraan heb geplakt.
Op dinsdag werden mijn vader en ik bij de andere groep ingedeeld; hierin o.a. een groep snelle jonge gasten uit de buurt van Pijnacker. Vier van hen gingen die dag echter een andere route rijden (Puig Major/Sa Calobra - de rit die wij voor de zaterdag op de planning hadden staan). De tocht via het binnenland richting Felanitx werd voor de lunch afgetopt met de klim naar Sant Salvador, een bij vlagen lastig kreng met wat steile stroken. Bij terugkeer in Playa de Palma hadden we 130 kilometer gehad en ik voelde de kracht met de dag meer terugkeren in mijn benen.
Aangezien de woensdag als rustdag gepland stond begon ik die dag met een looptraining. Maar ja: we zijn hier om te fietsen nietwaar! Dus na terugkomst toch met mijn vader de fiets uit de kelder geplukt en even een korte ronde gemaakt via Llucmayor, stukje richting Sa Rapita en weer terug langs de kust, goed voor 50 kilometer en op een lekker licht verzetje om de spieren lekker los te houden.
De tocht van donderdag werd dus overschaduwd door het dodelijk ongeval van een van onze groepsgenoten, de 27-jarige Marc Bierman uit Delfgauw. Onnodig om te zeggen dat deze rit niet werd voltooid. We zijn uiteindelijk wel met de rest van de groep per fiets weer teruggekeerd naar Playa de Palma, maar het gevoel onderweg was onwezenlijk. Ondanks de zon had ik het ijskoud van binnen en ik vermoed velen met mij.
Het was dus de vraag wat te doen op de vrijdag, aangezien de stemming geheel was omgeslagen. We besloten om toch maar weer op de fiets te stappen, daar waren we uiteindelijk voor gekomen. Dat er geen begeleiding was die dag door de organisatie was geheel begrijpelijk, zij hadden op dat moment genoeg aan hun hoofd en de familie van Marc, die inmiddels ook was gearriveerd, moest worden opgevangen. Daarnaast wachtte er allerlei administratieve afhandeling met betrekking tot het ongeluk. De mensen van JdR hebben dit, voorzover ik dit kon ervaren, enorm goed en professioneel opgepakt, grote klasse.
Wij vertrokken die dag voor een rit naar Ca'n Picafort, naar de noordkant van het eiland. Een rit zonder al te veel hoogtemeters, want met afdalingen had ik het helemaal gehad. Via Algaida, Pina, Lloret, Sineu en Muro kwamen we na 60 kilometer aan in Ca'n Picafort, met een gemiddelde van 31 km/h op de klok. Dus flink doorgereden!
In Ca'n Picafort hebben we aan de zee lekker geluncht en de bedoeling was om de terugweg via Muro of Alcúdia naar Sa Pobla te rijden, daar de onderkant van het Sierra de Tramuntana gebergte aan te houden (Buger, Campanet, Selva, Lloseta) en dan via Binisalem, Biniali, Santa Eugenia en Algaida weer terug naar Palma te rijden. Dat laatste gedeelte is de tegengestelde route die we altijd fietsen als we Puig Major/Sa Calobra rijden. Maar eenmaal op de binnenweg van Campanet richting Selva passeer je Caimari op ongeveer 300 meter. En toen vonden we het toch zonde om niet even de Col de Sa Bataia mee te pakken, een van de leukere klimmen op het eiland. Dus toch maar besloten om deze nog even mee te pakken!
Eenmaal boven zijn we heel rustig en voorzichtig de acht kilometer ook weer afgedaald, met het ongeluk nog vers in het geheugen. Ik merkte ook dat ik begon te letten op gevaarlijke punten en dat moet je dus juist niet doen, want dat neemt de focus weg van datgene waar je echt op moet letten, namelijk het wegdek. We kwamen echter goed beneden en vervolgden onze tocht verder als gepland, waardoor we uiteindelijk met 160 kilometers een behoorlijke rit hebben gemaakt.
Op onze laatste dag besloten we ook om het vlak te houden. De zaterdag voerde ons via het rode fietspad naar Llucmayor, waar we achterlangs, richting Campos, via binnenwegen even flink gekoerst hebben, met een paar klevende Duitsers in ons wiel. Even lekker doorgetrapt, meer dan tien kilometer boven de 41 km/h, een goede testcase voor de wintertriathlon van volgende week. Met een lus bereikten we Sa Rapita, het kustplaatsje dat ditmaal volledig in nevelen was gehuld. Erg vreemd om daar langs de zee te rijden met slechts 50 meter zicht, waardoor je de indruk hebt dat het ook een meertje kan zijn. Op de terugweg deden we Cala Pi aan, hier waren we nog niet eerder geweest. Daar stopten we voor onze lunch, en genoten ook van het fraaie uitzicht van deze kustplaats. Na de lunch ging het via de kustweg terug naar Playa de Palma, waarbij ik toch nog even het tempo opschroefde om het gemiddelde boven de 30 per uur te houden.