Zo kort na de wedstrijd in Luxemburg stond dus die baanwedstrijd op het programma. Ideaal is anders, maar tijdens de looptienkamp merkte ik al hoe leuk de kids het vonden om mij op de baan te zien lopen. Dus ik overweeg een terugkeer naar de baanatletiek. Want ook zelf beleef ik hier erg veel plezier aan. Het leverde die avond een leuke eindtijd op van 3’14”49. Een dikke seconde sneller dan in mei, maar het kan nog harder. Ik begon te snel met de eerste 200 in 34”, daarna heb ik twee rondjes 80 gelopen. Eigenlijk had dat 38 en twee keer 76 moeten zijn, dan was ik onder de 3’10” gegaan. Maar niet slecht met mijn 46 jaar. Officieel PR ook nog, want in mijn beste dagen liep ik deze afstand nooit op de baan. Uiteraard liep ik wel harder op mijn PR's 3000 en 5000 meter, maar tussentijden gelden niet als officieel PR vind ik.
Ik ga naast de stayerende TVA’er rijden en zeg “Moeilijk he, afstand houden?” Wat volgt is een grote bek. Op dat moment heb ik niet door met een Brit/Ier te maken te hebben, maar er wordt me van alles toegesnauwd waar ik niks van versta. Omdat ik toch al in mijn vrolijkste bui ben besluit ik dat ik mijn plek achter Jorn Bagijn maar weer terugclaim: ik stuur naar rechts en dwing hem daarmee afstand te nemen. Misschien niet de meest nette move. Maar ik zit er weer achter en vervolgens laat ik me weer uitzakken tot ik weer op de reguliere 12 meter zit. Wat volgt is een triathlon-onwaardige, maar ook sport-onwaardige en zelfs belachelijke reactie van de stayeraar. Foeterend komt hij weer naast mij fietsen. Vervolgens tracht hij mij de berm in te snijden en gaat daarna nog twee keer voor mij rijden om daarop weer een afsnijmanoeuvre te maken. Daarop foeterend “they should get you out of the race”. Ineens heb ik door met een Brit te maken te hebben. Ik snauw hem toe “Wanker” en ineens houdt hij zich verbaal gedeisd. OK, communicatieprobleem opgelost, stayerprobleem nog niet. Ik ga maar op 12 meter van de malloot rijden, maar hij blijft razen en tekeer gaan. Inmiddels doet hij dat echter wel op iets meer afstand van Jorn, die ook al even de benen stil heeft gehouden om te kijken wat er gaande is. Uiteindelijk komt de echte kwaliteit wel boven drijven en neemt Jorn verder afstand. Vervolgens passeer ik de “vriendelijke” en inmiddels uitgebluste TVA'er ook weer. Ik complimenteer hem nog even dat hij nu wel op de juiste afstand zit. Iets verderop rijdt Jorn nog niet echt door dus ik rijd er weer naar toe en leg hem even uit wat er allemaal gebeurde. Hij bevestigt dat hij het stayeren wel in de gaten had en bedankt me; daarna vervolgen we beiden onze wedstrijd. Maar de lol is er voor mij af. Na de wedstrijd heb ik de naam van de bewuste persoon nog even gegoogled en wat schetst mijn verbazing: hij is werkzaam voor Dekra, een organisatie die bedrijven audit op het naleven van (ISO)regelgeving…. De ironie. Het zelf naleven van regels is blijkbaar een brug te ver.
Uiteindelijk fiets ik er 2u07’19” over 80 kilometer. Bijna zeven minuten meer dan ik er in 2013 over deed. Na de baanwedstrijd speelden achillespeesklachten op, dus als ik eenmaal aan het lopen ben, met mijn pesthumeur, op een grotendeels onverhard parcours, kies ik na een rondje lopen eieren voor mijn geld: ik ga niet nog zeven rondjes door die blubber rennen en besluit mijn achillespees rust te geven. De feestvreugde wordt vergroot doordat alles in de wisselzone weer onder de rubberkorreltjes zit van het kunstgrasveld, waar we moeten wisselen. Die troep vind ik later dat weekend nog overal in huis. Kortom, een onvergetelijke ervaring daar in Didam. Ik had er graag onder de vier uur willen finishen, maar de wedstrijd is bij deze afgevoerd naar mijn shitlist.
gaat worden in de komende zeven ronden motiveert niet en ik beëindig de wedstrijd voortijdig (foto: Richard Geven)
Daarmee wilde ik mijn energie bewaren voor de mooie wedstrijden die nog gingen komen in juli: Hardenberg en Münster. In Hardenberg hoopte ik me in ieder geval te verbeteren qua tijd ten opzichte van een jaar eerder, toen ik 2u06’00” noteerde.