Ondanks het feit dat ik in totaal vier keer stil lig om water uit de zwembril te laten lopen zwem ik toch heel behoorlijk. Ik zit goed in mijn slag en op de laatste 250 meter loop ik nog uit op een groepje en haal nog twee voorgangers in. Bij het verlaten van de Vecht ben ik eigenwijs en pak niet de hand van de vrijwilliger. Gevolg is dat ik mijn evenwicht verlies en achterover weer de Vecht in donder. Ach ja. Het zwemparcours is aan de lange kant (1150-1200 meter?) en ik noteer met 17’40” de negende tijd. Toch bijna een halve minuut sneller dan vorig jaar, en dat met vier keer stilliggen en terug in de Vecht vallen bij het verlaten van het water. Dus wederom flink progressie geboekt met zwemmen!
Ik hoop dan snel te kunnen wisselen, maar ook daar verlies ik tijd. Ik test een nieuwe Polar hartslagmeter (V800) van Step One en mijn mouw van de wetsuit gaat niet over het horloge. Hier verlies ik zeker een halve minuut en mijn opgebouwde voorsprong op het groepje bij het zwemmen ben ik weer kwijt. Ik ga het fietsparcours op en zit dan vlak achter Theo Fuhler, waar ik in Heerenveen nog vier minuten achter zat.
Op de fiets gaat het dan stukken beter dan de afgelopen anderhalf jaar. Ik had de week voor de race een aantal fietsfoto’s aan mijn vroegere coach Chris Brands gemaild met de vraag of er veel verschil zat in mijn houding op mijn oude fiets en mijn nieuwe TT-bike. Die was er inderdaad: aan de hand daarvan heb ik het stuur van de tijdritfiets omlaag gezet en ineens gaat het fietsen weer als vanouds!
Ik ontwikkel een goed tempo op de fiets en al snel heb ik Theo Fuhler weer ingehaald. Ik blijf lekker doortrappen en zie dat mijn voorsprong langzaam groeit. Een aantal snellere zwemmers raap ik nog op en zo rijd ik gestaag naar de kop van de wedstrijd. Reed ik vorig jaar op het zelfde parcours nog 1u02’19”, nu weet ik een lekker tempo vast te houden en ben met 58’02” weer terug in de wisselzone. Dat is de derde fietstijd, de snelste had 57’51” en de tweede 58’01”. En dan laat ik in de slotfase nog een flink aantal seconden liggen omdat ik de aanrijroute naar de wisselzone niet had verkend. Ik ging er van uit dat die hetzelfde was als vorig jaar. Dus ik in de remmen bij de uitgang, maar uiteindelijk bleek ik vanaf daar nog 150 meter door te moeten fietsen. Dus dat had de snelste fietstijd kunnen zijn.
(foto: Hendrikus Vugteveen)
Ik lig dan vierde. Theo Fuhler komt een twintigtal seconden later binnen, maar wisselt veel sneller: ik trek sokken aan en laat daarmee weer een halve minuut liggen. Vlak achter hem ga ik als vijfde het loopparcours op en op het heen-en-weer parcours heb ik dan een goed beeld van de ontwikkelingen in de wedstrijd. De achterstand naar de koploper, Han Peter Lucas, en zijn achtervolgers, Olaf Brouwers en Peter van Grootheest, is te overzien. Belangrijker nog: ik loop erg lekker en ontspannen en kan Theo makkelijk volgen. De eerste vijf kilometer lopen we rond de 20 minuten. Maar vlak voor het einde van de eerste loopronde gaat het mis. Op de smalle fietspaadjes moeten alle lopers links houden, maar Olaf Brouwers komt door de binnenbocht. Ik waarschuw nog en spring de berm in, maar hij doet hetzelfde. Wat volgt is een frontale botsing bij een snelheid van 15 km/u van beiden, dus een impact van 30 km/u. We kunnen allebei verder, maar ik ben even dizzy. Ook raak ik hierdoor de aansluiting met Theo Fuhler kwijt. Een ronde later wil ik versnellen, maar dan zegt mijn achillespees ineens “PANG”. Een heftige pijnscheut en ik vrees einde wedstrijd.
Ik stop, maar ik lig nog steeds ruimschoots vijfde. Ook leek ik op weg naar het podium M40, want Peter van Grootheest loopt er niet ver meer voor. Maar ik kan niet meer verder. Niet meer op hetzelfde tempo tenminste. Ik probeer of ik in ieder geval de wedstrijd rustig kan beëindigen, want een week na Didam weer uitstappen heb ik geen zin in. Ik zet mij weer in beweging en inderdaad, op een rustig tempo kan ik inderdaad weer rennen. In die derde ronde blijf ik zelfs vijfde, maar in de vierde en laatste loopronde komen er nog drie man overheen en zo finish ik uiteindelijk als achtste. Maar nog niet slecht, zeker aangezien de tweede vijf kilometer drie minuten langzamer was dan de eerste vijf.
Gezien de verbeterpunten (4x zwembril vol met water, terug in het water gevallen, horloge vast bij het uittrekken van het wetsuit, wisselzone niet verkend en seconden verspeeld in het laatste stuk fietsgedeelte, sokken aantrekken, achillespeesblessure) ben ik echt supertevreden met het resultaat. Want op zich ging het zwemmen, fietsen en lopen supergoed. En dan gewoon een top-10 klassering en mijn tijd van vorig jaar met drie minuten verbeterd. Nu hopen dat de blessure snel herstelt.
Volledige uitslagen op de site van Triathlon Hardenberg