Wat ik tijdens die zwemstart meemaakte was uniek. Het water was zó koud dat mijn longen spontaan dichtsloegen toen ik onder water verdween. Eenmaal boven water probeerde ik in mijn crawl slag te komen, maar door de kou bleek voor mij uitademen onder water onmogelijk. En dan wordt crawl zwemmen erg lastig… Terwijl het grote pak zwemmers langzaam bij me vandaan zwemt berust ik in het feit dat ik ben veroordeeld tot iets wat op schoolslag lijkt. Waarbij ik in ieder geval lucht in mijn longen kan zuigen en ook weer uit kan ademen. Pas na 600 meter ben ik er doorheen en kan ik eindelijk over op crawl. Maar in die 600 meter daarvoor heb ik zo’n beetje alles vervloekt wat mogelijk is en zag een goed resultaat toen al in rook opgaan.
Vanuit Porto Colóm loopt het meteen omhoog. Ik besluit reserve te houden en niet te gek te doen, want we moeten dat rondje twee keer. Al snel passeer ik Ardjan en Hans de Groot, die vlak bij elkaar fietsen. Daarna komt een lastige passage richting Son Macià. Op de stijgende stukjes houd ik me gedeisd, om op de dalende en vlakke stukken vol door te trappen. Op de weg naar Felanitx passeer ik vervolgens de Nederlandse duathlontopper May Kerstens. Die heeft dus bij het zwemmen zelfs voor me gezeten. Ik heb het tempo er dan goed in zitten en begin relaxed aan de eerste klim naar Sant Salvador. Aan de voet passeer ik vervolgens Berry Meuleman, die goed gezwommen heeft en ook aardig door heeft gefietst tot op dat moment. Zit alleen Bert-Jan nog voor me van de Twentenaren.
Terug in de wisselzone. Fietsje wegzetten, helm af, schoenen uit, loopschoenen aan en hardlopen maar. De benen voelen zwaar. Maar ik ben nog maar nauwelijks T2 uit of ik word hartstochtelijk aangemoedigd. Mijn fietsmaten! Zij hebben de tocht vanuit Ca’n Pastilla per fiets gemaakt en hebben ruim 65 kilometer gefietst om me te komen aanmoedigen. Top! Dat geeft op dat moment nog geen vleugels, ik moet eerst in mijn ritme komen en ook het loopparcours is me onbekend.
Dat heeft een paar onaangename verrassingen in petto: met name aan het eind, richting vuurtoren, loopt het gemeen omhoog. De eerste omloop gaat, net als de tweede klim naar Sant Salvador, in overlevingsstand. Vergelijkbaar met hoe ik de marathon zou starten in een Ironman. In de tweede ronde weet ik het tempo wat op te schroeven. Waar de eerste ronde rond de 5 minuten per kilometer ging, gaat de tweede ronde rond de 4’20”. Daarmee kom ik uiteindelijk uit op een looptijd van 47’16”, 4’43” per kilometer. Als me dat op Lanza lukt ben ik dik tevreden. Nu: had ik meer van verwacht, had toch zeker op een lage 40’er gerekend.
Met dit resultaat wordt ik uiteindelijk 88e overall en 11e M40. De eindtijd, 4h37’06”, was ongeveer 20 minuten langzamer dan ik vooraf had ingeschat. Zwemmen: 4 minuten sneller, fietsen: 10 minuten sneller, lopen: 6 minuten sneller. Had ik gehoopt. Dat zou mij in de buurt hebben gebracht van het podium M40. Als training voor Lanzarote was de wedstrijd echter meer dan geslaagd en bracht de pijnpunten nog eens even helder aan het licht. Ik kreeg bevestigd waar de komende weken nog werk te verrichten is.
Winnaar van de triathlon werd overigens Toni Colom, een oud-prof uit de stal van Astana en Katusha. Hij zette een fabelachtige fietstijd neer en tevens de snelste looptijd. Knap. Maar als ik zie dat deze Colom in 2009 geschorst is door de UCI wegens vermoed dopinggebruik… Aanvankelijk vond ik de comeback van Lance Armstrong in de triathlon mooi en spectaculair, goed voor de sport dacht ik nog. Maar als meer en meer van dit soort dopingzondaars in de mooie triathlonsport op gaan duiken betwijfel ik ten zeerste of dit goed is voor de sport. Wat mij betreft worden dit soort figuren geweerd uit het triathloncircuit. Niet uit concurrentie overwegingen (another league), maar om de geloofwaardigheid van de sport te behouden.