Maandag 16 augustus: proloog Lonneker, 8.2 kilometer
Over de proloog zat ik niet zo in. Een kort ritje knallen over 8.2 kilometer moet nog wel kunnen. Maar zoals een dag eerder bij de tien kilometer in Oldenzaal merkte ik dat ik moeite heb om inspanningen langer dan 20 minuten goed te kunnen volhouden. Dus hopelijk zou ik verderop in de week herstellen.
Ik stond overigens al vrij vroeg ingedeeld voor de proloog: om vier minuten over zeven. Aangezien het een erg drukke week is op het werk (de begroting 2011 moest afgelopen week worden opgeleverd en gepresenteerd) maakte ik ook nog eens lange dagen en iets voor zevenen meldde ik me pas in Lonneker. Gelukkig kon men nog wat passen en meten met het startschema: tijd voor mij om nog even in te rijden op het flink nat geregende parcours. Dat betekende voorzichtigheid in de bochten. De wind was wel bijna geheel gaan liggen, dus dat was weer een voordeel. Het was mijn derde Tour, en dus ook voor de derde maal een tijdrit op dit parcours. In 2008 kwam ik op mijn reguliere trainingsfiets tot 13'04", vorig jaar zette ik met mijn tijdritfiets 12'00" op de klok. Het doel was om nu richting 11'30" te gaan, aangezien ik weer een stukje harder fiets dan vorig jaar.
Vraag was of het natte wegdek roet in het eten zou gooien. Dat viel dus reuze mee. Wel geleerd van de voorgaande twee edities om op het eerste, licht aflopende, stuk richting Losser wat reserve te houden; het venijn op dit parcours zit hem in de staart. Mijn strijdplan slaagde keurig, onderweg vier man ingehaald, alleen vlak voor het einde werd ik in de laatste bocht gehinderd door een voorligger waar ik op het laatste stukje ook niet meer voorbij durfde te knallen (was nog slechts 100 meter richting finish). Maar met een tijd van 11'38" (gemiddeld: 42.3 km/h) was ik tevreden. Ik was zelfs negende overall en derde master, tussen een aantal specialisten en oud-profs; mijn eerste fietsprijs ooit! Hiermee was ik ook meteen leider in de Tour na het eerste onderdeel.
De aquathlon is altijd het onderdeel waar ik het meest tegenop zie. Het gevecht in de zwembaan vanaf de eerste meter, het zwemmen überhaupt. Het onderdeel dat nog de nodige verbetering behoeft. Maar sinds ik enige weken bij TCT mee train moet ik zeggen dat mijn zwemtechniek zich al een stuk verbeterd heeft. Dit heeft zich ook al vertaald naar een aantal betere zwemtijden, hopelijk is dat pas het begin.
De start was om 20:00 uur en dus niet te vroeg dit keer gelukkig. Mijn zus was deze dag ook nog jarig dus het was wel weer een strakke planning: alle begrotingsperikelen, naar huis, tas klaarmaken, eten, naar de verjaardag en om kwart voor zeven op weg richting UT. Vanwege twee afzeggingen in onze baan was het gelukkig met vier zwemmers ook niet te druk. De tijden werden gecheckt, de volgorde van zwemmen bepaald... zie je toch weer dat iemand die 11 minuten zwemt denkt op de eerste 25 meter de kop te moeten nemen. Die gast was na 100 meter al helemaal kapot en toen kon ik er dus eindelijk langs.
Hier merkte ik ook duidelijk nog de naweëen van mijn verkoudheid een week eerder: mijn voorhoofdsholte zat nog helemaal vol en vooral met zwemmen is dat niet prettig. Het was moeilijk om mijn ademhaling goed te reguleren en pakte af en toe even een paar slagen schoolslag. Alleszeggend dat ik vond dat ik niet best had gezwommen, maar toch een tijd neerzette waar ik vorig jaar alleen maar van kon dromen: 9'49". Mijn verkoudheid kost me hier toch zeker een halve minuut. De daaropvolgende wissel ook zo'n beetje, want ik kreeg mijn schoenen niet snel aan. Kwestie van te strak geprepareerde elastische veters...
Ik trok meteen flink van leer op het eerste stuk lopen, met als gevolg dat ik halverwege goed in het rood zat. Daarna moest ik wat temporiseren, maar ik bleef de een na de ander inhalen. Ik was als 22e uit het water gekomen, uiteindelijk was ik als 8e weer terug op het zwembad. Toch een mooie inhaalrace! Nu nog eens echt hard leren zwemmen...
(eigen foto)
Op het laatste stuk zwemmen had ik het gevoel dat de slag er beter in zat dan bij het eerste gedeelte. Maar dat was blijkbaar schijn. Ik zat wel lekker in een rustige slag, maar uiteindelijk deed ik over de afsluitende 250 meter meer dan vijf minuten: 5'03". Dat kostte me uiteindelijk weer vier plaatsen, waarmee ik de aquathlon met een twaalfde plaats afsloot. Wel met een beste eindtijd ooit: 26'51" (vorig jaar 27'16", in 2008 kwam ik tot 31'56"). Wel stom: liep ik een week eerder na de triathlon van Rheine de verkoudheid/griep op door te lang op blote voeten buiten te staan, nu stond ik na de wedstrijd weer na te babbelen met enkele clubgenoten en wederom op blote voeten in het koude gras... Heel verstandig .
De aquathlon werd gewonnen door Martin Veenhuizen, voor Tom Tiehatten en Aje Niks. Ik verloor hier maar liefst drie minuten, dus de illusies voor de eindzege konden hiermee in de ijskast. In het tussenklassement was ik teruggevallen naar plaats zes.
Woensdag 18 augustus: duathlon Azelo, 3 km. lopen, 11.2 km fietsen, 2 km. lopen
Een dag later dan tijd voor mijn specialiteit: de duathlon. Maar in plaats van beter voelde ik me juist slechter. Toch te lang in het gras gestaan na de wedstrijd de avond ervoor; het grieperige gevoel kwam in de loop van de dag terug. Toen het rond 16 uur ook nog eens met bakken uit de lucht kwam checkte ik buienradar: met dat weer was ik niet van plan om te starten. De bui trok echter snel weg richting Duitsland en het weer klaarde meteen weer op. Dus toch de spullen gepakt en iets voor zessen richting Azelo vertrokken. Na een rondje infietsen en inlopen was ik er klaar voor. Een minuut na de start van de jeugd mochten wij starten in de masterserie, samen met de dames.
o.a. LAAC-clubgenoten Ben Platier, Dick Ramerman (208) en Ingrid Prigge (foto: Margot Oude Wolbers)
Meteen vanaf het begin scheidden we ons met ons drieën af: leider in de Tour Martin Veenhuizen, Aje Niks (derde) en ik. Verder stonden voor me in het klassement Tom Tiehatten (tweede, 2 minuten voor), Leo Belshof (vierde, 50 seconden) en Richard Leussink (vijfde, 1 seconde). Mijn doel was vandaag zoveel mogelijk van de verloren tijd van gisteren weer goed te maken en me terug te knokken in de top-drie. Martin bepaalt aanvankelijk het tempo en ik volg erg makkelijk. Na een halve ronde laat hij het tempo iets zakken en neem ik de kop over, ik wil zoveel mogelijk marge opbouwen op de achterblijvers.
(foto: Margot Oude Wolbers)
Zo bepaal ik ruim een ronde het tempo, waarna Aje de kop overneemt. Hij neemt heel iets voorsprong, maar ik weet met Martin in zijn spoor te blijven en gedrieën duiken we het parc fermé in. Martin doet een schoenwissel, waardoor Aje en ik op de fiets een kleine voorsprong hebben. Wetende dat ik de sterkere fietser ben probeer ik Aje meteen te lossen, wat in de eerste bocht na het AZC lukt. Daarna waan ik me veilig en denk dat ik een goede voorsprong aan het opbouwen ben, maar voor het viaduct richting Azelo zie ik dat Martin Veenhuizen me fanatiek probeert te achtervolgen. Moet ik toch nog vol aan de bak.
te rijden (foto: Margot Oude Wolbers)
In de derde ronde trek ik daarom nog even vol door, vergroot mijn voorsprong en neem bijna te veel risico in de voorlaatste bocht. Die stuur ik net iets te strak in, terwijl daar grind ligt. Ik voel de fiets iets glijden, maar houd hem onder controle. Het viaduct op blijf ik in het zadel en eenmaal terug in het parc fermé maak ik wederom een snelle wissel. Ik snel weg nog voordat Martin zijn fiets kan parkeren en zijn schoenen moet wisselen. Normaal gesproken moet dat voldoende zijn voor mij om de winst te pakken. Maar helaas is vanavond niet normaal. Allereerst ben ik conditioneel dus nog niet top, waardoor ik me toch wat vermoeider voel in de laatste run. Daarbij krijg ik in de eerste ronde van de laatste run krampscheuten in mijn kuit, waardoor ik niet vol door kan trekken. Word ik ook nog bijna aangevallen door een hond in de eerste ronde... Vlak na de doorkomst van de eerste ronde komt Martin me voorbij en ik heb dan niet de macht om te volgen.
(foto: Margot Oude Wolbers)
Eenmaal achter op het parcours zijn de krampverschijnselen weg en weet ik het tempo weer wat op te voeren. Ik loop nog wel weer in op Martin, maar kom uiteindelijk acht seconden tekort voor de overwinning. Aje eindigt op bijna een halve minuut als derde, daarna volgt een gat van twee minuten naar de nummer vier Hans Dat (TCT). De opzet voor het klassement is geslaagd: het gat ten opzichte van Martin is min of meer gelijk gebleven, Aje staat nu tweede en ik ben opgeschoven naar plek drie, op 25 seconden van het zilver. Mijn voorsprong op nummer vier Tom Tiehatten bedraagt zo'n 50 seconden met de triathlon van Oldenzaal voor de boeg.
De afsluiter op zaterdag pak ik dan toch mee. Oorspronkelijk was het mijn plan deze zaterdag de kwart triathlon van Vroomshoop mee te doen. Die was vorig jaar voor het eerst en ik eindigde daar als tweede. Een mooie wedstrijd, leuk parcours, goed publiek en goede organisatie. Vandaar dat ik daar graag weer acte de présence wilde geven. Door mijn prioriteit voor het nationale duathlon circuit, met volgende week de run-bike-run van Borne, heb ik echter de keus gemaakt voor de Hulsbeek triathlon. Van een achtste herstel je toch wat makkelijker dan van een kwart, en een kwart in Vroomshoop op halve kracht doen is geen optie. Dus het doel was proberen, ondanks de aanhoudende verkoudheid, een leuke tijd neer te zetten en te proberen de tweede plek in het klassement te pakken.
Dat laatste bleek niet al te lastig: meerdere atleten, waaronder Aje Niks, hadden besloten wel de kwart in Vroomshoop te doen. Daarmee kwam de tweede plek op voorhand binnen handbereik. Echter geen reden om daarom rustiger aan te gaan doen: het parcours is aan de korte kant en leent zich dus bij uitstek voor een snelle tijd. Vorig jaar had ik 58'12" en die tijd wilde ik, ondanks het nog steeds regelmatig ophoesten van slijm, toch proberen te verbeteren.
De startvolgorde is een het omgekeerde klassement. Daardoor starten de mannen voor me in het klassement steeds met een minuut interval na mij. Mijn startsein wordt om 15:43 gegeven en het zwemmen, dat ik besloot met wetsuit te doen, ging eigenlijk vanaf het begin perfect. Ik zat meteen lekker in mijn slag en zwom rustig maar gedecideerd naar een goede tijd. Eenmaal op de kant is het even worstelen met het wetsuit, maar eigenlijk heb ik het pak redelijk vlot uit en maak ook een snelle wissel. Alleen de schoenen gaan wederom moeilijk aan, ondanks dat ik de veters wat losser heb geprepareerd.
Als ik het parc fermé uit ben en de wielerbaan van OWC op rijd kan ik beginnen aan acht ronden fietsen. Al snel haal ik de eersten in en de eerste bekende die ik te pakken heb is Tom Tiehatten. Hij zal ongetwijfeld de 50 seconden achterstand bij het zwemmen reeds hebben goedgemaakt, maar nu is het mijn beurt. Als ik hem inhaal probeert hij nog even te volgen, maar een halve ronde later moet hij lossen. De eerstvolgende die ik opraap is Florian Schmidt, die voor me staat in het overall klassement. Tot dan reed ik het gat naar hem redelijk makkelijk dicht, maar hem er af rijden is een ander verhaal. Ik besluit maar gewoon mijn eigen tempo te blijven rijden, tot op een gegeven moment Guido Gosselink ons inhaalt. Ik reageer niet, Florian wel. Ik voel dat de fietsbenen vandaag niet top zijn en heb geen zin om te gaan forceren en volhard in mijn eigen ritme. Florian kan Guido ook niet volgen en niet veel later passeer ik hem weer. Daarop rijden we drie ronden bij elkaar, voordat ik afbuig en na acht rondjes de wielerbaan verlaat voor mijn laatste vijf loopkilometers.
Het is inmiddels toch redelijk drukkend benauwd geworden en het loopgedeelte valt zwaarder dan ik verwachtte. Mede ook door de verkoudheid, waardoor ik voel dat ik toch nog de echte kracht mis om een inspanning van meer dan een half uur tot een goed einde te brengen. Ik voelde dat al bij het fietsen, waarbij de echte macht ontbrak om goed door te trappen. Ook de scherpte ontbrak, want in ronde vier of vijf miste ik bijna een bocht omdat ik er met de gedachten niet bij was. Daarnaast is het loopparcours met vier ronden van 1.25 kilometer over onverhard terrein niet de makkelijkste. De eerste twee ronden gebruik ik voornamelijk om te herstellen van de fietsinspanning, alhoewel ik daar al wel de nodige atleten voor me opraap.
Vanaf ronde drie gaat het tempo gelukkig weer iets omhoog. Ik zie Tom Tiehatten ook nog steeds op het loopparcours, een goed teken voor mijn tweede plek in het klassement. Eenmaal lopend langs het strand bij de surfvijver zie ik Guido Gosselink lopen, die er ook aardig de sokken in heeft. Ik versnel nogmaals, ik wil hem in ieder geval in de run nog voorblijven. Dat stimuleert nog weer even en zo gaat het tempo in de laatste ronde weer omhoog en weet ik uiteindelijk onder de 58 minuten te finishen: 57'50". Gezien mijn fysieke conditie van de afgelopen week zeker geen verkeerde tijd, maar omdat het parcours niet geheel de afstand van een achtste heeft zal ik het niet aanmerken als PR. Wel goed voor de tweede plek in de wedstrijd bij de Masters, en daarmee dus ook goed voor plaats twee in het eindklassement. Ik denk dat ook bij deelname van Aje Niks deze tijd mij het zilver had opgeleverd. De strijd bij de senioren werd nog super spannend, Guido leverde een van zijn beste triathlons dit jaar af en won overtuigend. In het eindklassement kwam hij daarmee uiteindelijk slechts 2 seconden tekort om Jan-Roelf Heerssema van de eerste plek te stoten; titelverdediger Martijn Paalman werd derde.
Uiteindelijk kan ik dus tevreden terug kijken op deze Twentse Triathlon Tour. Wel eentje waarbij ik voelde alsof ik elke dag iets minder sterk en vermoeider werd. Richting Run-Bike-Run van Borne volgend weekend neem ik dus maar even wat rust. Het lichaam heeft wel even wat herstel verdiend na de verkoudheid en de daaropvolgende inspanningen van afgelopen week.
Uitslag Hulsbeek Triathlon:
1. Guido Gosselink 53'13"
2. Jan-Roelf Heerssema 54'12"
3. Martijn Paalman 54'29"
4. Martin Veenhuizen 55'18" (1e M40+)
5. Florian Schmidt 56'11"
6. Rudi Jansen 57'31"
7. Remko Siers 57'36"
8. Erik Lentfert 57'50" (2e M40+)
9. Rob Denekamp 59'14"
10. Stefan Paalman 59'34"
dames:
1. Jony Heerink 1h01'11"
2. Susan Boode 1h02'12"
3. Marlies Schoonhoven 1h03'51"
Eindklassement:
1. Jan-Roelf Heerssema
2. Guido Gosselink
3. Martijn Paalman
4. Martin Veenhuizen (1e M40+)
5. Florian Schmidt
6. Remko Siers
7. Stefan Paalman
8. Erik Lentfert (2e M40+)
9. Tom Tiehatten (3e M40+)
10. Ruud Tuitert