Gezien mijn progressie op het lopen de afgelopen maanden mocht ik wel mooie verwachtingen koesteren. En die had ik eerlijk gezegd ook wel een beetje vooraf: ik achtte een tijd onder de 1 uur en 20 minuten reëel. Mocht dat niet haalbaar zijn, dan zou ik toch minstens mijn PR aan flarden moeten kunnen lopen, dat ik bij de eerste gelegenheid in 2010 had gelopen (1.23.59). Daarnaast had ik net een fantastische trainingsweek op Mallorca achter de rug. En daar zat hem nou net het venijn: ik was met een keelpijntje teruggekomen uit Spanje, die in het weekend van de halve marathon doorzette naar een serieuze verkoudheid.
De mooie verwachtingen temperde ik dus maar een beetje; daarnaast had ik ook specifieke instructies van Frank Heldoorn over de te lopen hartslagzones: de eerste vijf kilometer in zone 3 (maximale hartslag 138) en de rest van de wedstrijd in zone 4 (maximaal 146). Dat betekent dus met de handrem erop starten en mijn doel was in het begin een mooi groepje te vinden waar ik mee op zou kunnen lopen.
In het eerste startvak hebben zich ook de nodige mindere goden vooraan genesteld, zodat de eerste kilometer wat slalommen en inhalen is en het lastig is om te bepalen wie tot welke tijden in staat zijn. Gelukkig zie ik mijn baken voor het verdere verloop van de wedstrijd: LAAC-clubgenoot Joop Vriend. Op de tien kilometer loop ik momenteel een stukje harder, maar op het langere werk moeten we redelijk gelijkwaardig zijn vermoedde ik. Er sluiten nog wat meer mensen aan, maar we hebben een lekker tempo te pakken van ongeveer 3’50” per kilometer en in dat tempo leggen we ongeveer de eerste zes kilometer af (23’06”).
Thomas Altehülsing, daarachter Jorik Huizinga, ik, Leo Martens, Roland de Haan en links Joop Vriend en Jerry de Jong
(foto: Harm Job)
Er lopen wat lopers bij ons die erg onregelmatig lopen, dan weer 10-20 meter pakken en vervolgens door ons worden ingelopen. Maar iets voor Lonneker lijkt het of Joop een versnelling plaatst en ik kan mee. Inmiddels liggen de eerste vijf kilometer ook achter ons dus het mag dan al wat intensiever. Iets voor de Lonneker Molen staat een verversingspost. Hier merk ik – niet voor het eerst – de gevolgen van de verkoudheid. Door gelijktijdig te moeten ademen en drinken raak ik in ademnood en moet een gaatje laten vallen. Deze krijg ik helaas niet meer dicht en het groepje dat we achter ons hadden gelaten komt weer terug in mijn spoor.
Thomas Altehülsing (2004) en daarachter Roland de Haan, Jorik Huizinga, Carsten Böttick en daarachter
nog net zichtbaar Melvin van der Voet (foto: Aly van Langen)
Niet lang daarna komt de Duitser Carsten Böttick voorbij met een aardig tempo. Ik probeer even aan te haken, maar hij heeft er serieus de sokken in. Ik ga even mee en klok ondertussen 38’49” als tussentijd op de 10 kilometer, wat betekent de eerste vijf ongeveer in 19’10” en de tweede vijf in 19’39”. Ik wil me wel aan de opdracht houden (maximaal 146 hartslag) en wederom zak ik terug in de groep achter mij, waar ik echter wel het meeste kopwerk blijf doen. Eenmaal bij de Miro draaien we de lange weg richting Glanerbrug op en hier staat veel publiek. Plus het feit dat de weg hier iets afloopt geeft mij nieuwe energie, ik verhoog de pasfrequentie en loop wederom weg bij de groep. Dit is volgens mij het moment waarop de groep achter mij uit elkaar valt, want tot dat moment liep er nog een man of zes, waaronder TCT-clubgenoot Roland de Haan, achter me.
Tot aan Glanerbrug loop ik solo, de doorkomst op 15 kilometer is exact op mijn PR-tijd, 58’42”. Dat betekent dat de derde vijf kilometer in 19’53” is gegaan. Nog niet al te veel verval, maar de 4 minuten per kilometer komt in zicht, terwijl ik weet dat op de weg terug de wind vol tegen staat. In Glanerbrug word ik achterhaald door de Duitser Thomas Altehülsing. Zijn tempo is me helaas op dat moment te hoog en wederom kies ik ervoor om mijn hartslagzone netjes aan te houden.
Bij het uitlopen van Glanerbrug krijgen we de wind inderdaad volle bak tegen en ik vind dat ik genoeg op kop heb gelopen; er zijn nog twee mannen teruggekomen, Jorik Huizinga (die al wel een paar keer het tempo overnam op de Noord-Esmarker Rondweg) en Rik Eertman uit Ootmarsum. Ik nestel me op de lange weg terug van Glanerbrug naar Enschede achter de ruggen van deze twee heren en als in een zetel laat ik me lekker uit de wind richting Enschede voeren. Helaas laat Jorik Huizinga op ongeveer 1500 meter voor de finish een gat vallen naar Rik Eertman. Ik loop weer 10 meter daarachter, maar op ongeveer 800 meter voor de streep heb ik voldoende over om nog een tempoversnelling te maken. Zo loop ik naar een uiteindelijk 30e plek overall en 8e plek M40. En ik verbeter mijn PR met "maar liefst" 14 seconden! Groot verschil met twee jaar terug is dat ik toen in mijn tussentijden op 10 en 15 kilometer een minuut sneller was, maar op het eind volledig kapot ging. Nu kwam ik zo fris als een hoentje over de streep: ik ben klaar voor de Ironman 70.3 op Mallorca!
Uitslagen 65e Enschede Marathon, Halve Marathon:
1. Casper Koelma 1.12.14
2. Leon Sanderman 1.12.57
3. Caimin Stevens 1.14.19
4. Johan Kats 1.14.45 1e M40
5. Ricky Meylaers (BEL) 1.15.18
6. Ronny Agten (BEL) 1.15.28 1e M50
7. Sam Landman 1.16.25
8. André Winkelhorst (GER) 1.16.41
9. Arnold Klieverik 1.16.50
10. Jan Willem Nieboer 1.17.40
11. Maik Voppen 1.18.02
12. Steven Mengels 1.18.35
13. Guido van Olffen 1.18.39 2e M40
14. Frank Pol 1.18.52
15. J. van der Markt 1.19.11
19. Rik Spijkerman 1.21.03
22. Joop Vriend 1.21.26 4e M40
26. Bart-Jan van Duuren 1.22.37
30. Erik Lentfert 1.23.45 8e M40