Ergens eind 2009 kreeg ik via mijn vader de vraag of ik zin had om aan te sluiten bij een initiatief van zijn wielervereniging, Ruiten Drie uit Almelo. Er zou met een grote groep begin april naar België worden afgereisd om de Ronde van Vlaanderen te rijden. Met een zestal Luik-Bastenaken-Luik's in de benen leek me dat wel wat, eens een andere klassieker proberen.
Vanuit de Almelose organisatie werd alles tot in de puntjes voorbereid. Zo werd al vanaf begin januari iedereen uitgenodigd om iedere zaterdag aan de groepstrainingen deel te nemen, waarbij iedere week de omvang en moeilijkheidsgraad werd opgeschroefd.
We weten allemaal hoe het weer tot ongeveer half februari is geweest: sneeuw, glad, puinhoop. Dus de voorbereidende trainingen werden voor bijna 50% afgelast. Daarnaast was mijn eigen persoonlijke voorbereiding natuurlijk helemaal dramatisch: zegge en schrijve één training heb ik mee kunnen maken (op zaterdag 23 januari). De week daarna lag ik met mijn gezicht op het asfalt en de looptrainingen hervatte ik pas weer eind februari; tegen die tijd had ik ook de fiets weer een keertje aangeraakt. Dus wat dat betreft kwam de trainingsweek op Mallorca als geroepen, de 700 kilometer die ik daar heb gemaakt half maart bleken genoeg bagage te zijn voor de Vlaamse onderneming. Ook de voorbereidingsavond in Café België op vrijdag 26 februari moest ik helaas aan me voorbij laten gaan vanwege coachverplichtingen met de volleybaldames van Webton Hengelo.
Het was de bedoeling om de startnummers vrijdagmiddag per fiets op te halen uit Ninove, ongeveer 20 kilometers verwijderd van ons hotel Erasme in de Brusselse deelgemeente Anderlecht. Na 's ochtends nog even flink aan mijn scriptie te hebben gesleuteld werd in de middag koers gezet richting Brussel. Op Goede Vrijdag is dit echter een onderneming die meer tijd in beslag neemt dan de geplande drie uurtjes. Dit ondervonden alle deelnemers en uiteindelijk werden de startnummers aan het begin van de avond maar per auto afgehaald, omdat de regen inmiddels ook met bakken uit de hemel kwam. De beloning in Ninove was echter daar: het startpakket voor Ruiten Drie lag klaar!
's Avonds om 19:30 zette de meute zich aan een pastabuffet, nadat de eerste Leffe's er al goed in gingen. Leffe helpt om het bloed dun te houden en zo dus tijdens het fietsen sneller zuurstof door je lichaam transporteert. Dit geldt zowel voor de blonde als de bruine variant. Na een goede nachtrust werd zaterdagochtend om 07:00 uur het ontbijt geserveerd. Voor zes liefhebbers nogmaals een uit de kluiten gewassen bord spaghetti, de overige tien hielden het toch maar bij het reguliere ontbijtprotocol.
Iets na achten vertrok het Ruiten Drie peloton, begeleid door de bus van Hugo Olde Olthof, met één gastrijder - in mijn persoontje, in de fraaie kobaltblauwe Obifit outfits richting Ninove voor de start van de Vlaamse Hoogmis. De aanloop van twintig kilometer werd al in een redelijk straf tempo gefietst en eenmaal in Ninove bleek dat het wel eens lastig kon worden om als groep flink tempo te kunnen blijven rijden: met ons stonden er nog ruim 20.000 fanatiekelingen aan de start! Indrukwekkend wat voor een groot pak zich in beweging zet, de fietsers bleven maar langs komen. Iets na negenen zetten ook wij ons in beweging om de Ronde van Vlaanderen te gaan rijden.
Omdat we niet vanuit Brugge startten misten we de eerste helling, Den Ast. Maar verder lagen alle bekende kuitenbijters die het profpeloton ook voor de kiezen krijgt op onze route. Gelukkig werkte het weer ook mee en kwam de regen met bakken uit de lucht, zodat het een heroïsche strijd zou worden die dag. Nog voor de eerste helling opdoemde, na een dertigtal kilometers, viel het eerste pechgeval al te noteren. Op de aanloop richting eerste kasseistroken had ik al moeite om mijn ketting op het buitenblad te tillen, maar na de kasseistroken was het helemaal gebeurd. De ketting was op het binnenste blad van mijn tripel terecht gekomen en ik kreeg hem met geen mogelijkheid meer op de buitenste bladen. En om nou nog 120 kilometer op zo'n klein voorblad te gaan fietsen... achter had ik dan wel 12-20 staan, maar dit was te gortig. Mijn geluk was dat ik op dat moment 1 kilometer van het plaatsje Zwalm verwijderd was. Daar naar toe gefietst en een fietsenmaker gevonden, die het euvel relatief snel verhielp. Kostte me wel een nieuwe versnellingskabel, maar gelukkig kon ik daarna weer verder! En zonder ook maar iets van de Ronde te moeten missen.
Inmiddels was de groep al verder gefietst, men had niet in de gaten dat ik materiaalpech had. Dus mijn vader een sms gestuurd en onderweg Hugo gebeld dat ik weer op het parcours zat. Daarna flink doorgetrokken tot kilometer 50, waarna zo ongeveer de eerste klimmetjes zouden beginnen. Na doorkomst in het plaatsje Ruien lag de eerste klim, de Kluisberg, ongeveer een kilometer lang met een maximaal hellingspercentage van 14.5%. Hier ging het lekker en kwam goed boven, op naar de volgende! Die liet niet lang op zich wachten en ook de Knokteberg werd makkelijk genomen. Tot zover vond ik die Ronde van Vlaanderen nog niet zo bijzonder, ik had het profiel van de volgende klim al in gedachten: de Oude Kwaremont, 2200 meter lang en met een gemiddeld stijgingspercentage van slechts 4% (maximaal 11.6%) wilde ik daar eens even alle registers opentrekken om mezelf te testen. En toen liet Vlaanderen zien waarom het zo lastig is: hier bestond de volledige klim uit kasseien, die ook nog eens door de stromende regen spekglad waren geworden. Uit het zadel klimmen was er dus niet bij, full power alles uit je dijen halen en stampen naar de top... Dat was wel even een andere belasting dan ik gewend ben met klimmen, maar eenmaal boven zag ik de complete groep van Ruiten Drie staan, ik was weer terug!
Weer compleet zetten we ons in gang richting de volgende klimmen, de Paterberg en de Koppenberg. Deze waren in het drukke peloton en door de weersomstandigheden moeilijk neembare vestes. Veel mensen die afstapten, midden op de weg gaan lopen etc. dwongen bijna alle achteropkomende fietsers, onze groep incluis, ook van de fiets te stappen. Slechts een enkeling wist zich met geluk fietsend door de massa te manoeuvreren, voor zover ik weet zijn Frank Wever en Wim de Boer de enigen die alle hellingen fietsend hebben kunnen bedwingen.
Kort daarna maakten we een stop, Hugo Olde Olthof had de bus netjes in de berm geparkeerd en verzorgde onze ravitaillering. Na op krachten te zijn gekomen werden de fietsen onderworpen aan een laatste inspectie. Hier bleek dat de carbon voorvork van Wim de Boer's Giant TCR het gestuiter over de kasseien niet had overleefd. Er zat al flink wat speling in, een volgende kasseienstrook zou wel eens tot vervelende gevolgen hebben kunnen leiden. Gelukkig had Mark nog een reservefiets meegenomen en na deze te hebben gecustomized voor Wim werd de Ronde vervolgd. Niet lang daarna bleek de groep incompleet te zijn. Onze Alpe d'Huzes man, Frank Wever, bleek kort achter elkaar twee keer lek te zijn gereden. Na een tijd te hebben gewacht kwam Frank aangelopen. Mecanicien Eric Krukkert haalde zijn expertise wederom van stal en repareerde het wiel van Frank vakkundig, waarna we weer verder konden.
Gezamenlijk werd koers gezet naar de Steenbeekdries, ook de volgende hellingen werden zonder problemen door het Almelose peloton bedwongen: Taaienberg, Eikenberg en Molenberg. In de aanloop naar de Leberg zag ik dat er eindelijk eens geen kasseien bergop lagen en gaf even goed gas, maar eenmaal boven begon een lange wachtperiode. Bleek Frank voor een derde maal lek te zijn gereden... De door hem gemonteerde Schwalbes waren duidelijk niet bestand tegen de Vlaamse ondergrond en de extreme omstandigheden van afgelopen zaterdag. Ik zou sowieso al mijn wenkbrauwen fronsen als fietsbanden genoemd zijn naar vallende Duitse voetballers, maar goed. Aan zijn benen lag het in ieder geval niet, want Frank fietste beresterk.
Langzaam maar zeker kwam de finish dichterbij. De Berendries en daaropvolgend Tenbosse waren weer geasfalteerd, dus eindelijk weer eens lekker op techniek klimmen en niet op brute kracht. Bovenop Tenbosse, in het plaatsje Brakel, stond Hugo weer voor een laatste verversing voordat we koers konden zetten richting Geraardsbergen. Nog eenmaal de bidons bijvullen (of vervangen, want op die kasseistroken ben je je bidons zo kwijt, of niet Harold), nog even wat zoete troep in de maag, het vizier nog eenmaal op scherp... en gaan! Blijkbaar was er een signaal gegeven voor vrij koersen, want een drietal renners (Frank, Mark en Bas) waren vooruit. Ik zette mij als tijdrijder in de achtervolging, met Peter Gödde en Willem Dubbelman in mijn wiel, en vlak voor het plaatsje Geraardsbergen kregen we de aansluiting. Eenmaal in de straten van Geraardsbergen werd de benen even rust gegund en na een bocht naar links ging het dan meteen steil omhoog: de Muur van Geraardsbergen lag voor onze neus!
zaterdag
Ik zocht meteen het kleinste verzet op, wetende dat het maximale stijgingspercentage op 19.8% lag. Zonder te forceren en lekker licht trappend fietste ik omhoog, de geasfalteerde Muur op. Na een 300 meter draait de weg dan naar rechts en vanaf dat moment tot bovenaan de Kapel (Kapelmuur) is het wegdek weer voorzien van de altijd comfortabele kasseien. Inmiddels regende het ook weer, dus dat scheelde. Gelukkig stond de hele Kapelmuur vol met fanatiek aanmoedigend publiek en duidelijk te zien was dat zij menig coureur verbaal over het dode punt heen hielpen. De weg is hier ook relatief breed (breder in ieder geval dan bv. de Paterberg) zodat je hier goed fietsend naar boven kon. Vlak achter Willem en Frank zette ik als derde mijn fiets tegen de Kapel. Na even te hebben gewacht was het hele pak boven en na een fotootje te hebben gekiekt als bewijsmateriaal kon het richting finish in Meerbeke.
Op weg naar Meerbeke lag nog één noemenswaardige bult, de Bosberg. Organisator Harold Plettenburg vond hier de kracht en was het aan zijn stand verplicht om nog eenmaal alle registers open te trekken. Hij zette zijn imposante twee meter in gang en trok vol door tot op de top, met nog een lastige 11% nivellation op het eind. Daarna kon het echte uitrijden richting finish beginnen en in Meerbeke kwam de beloning, waar we onder de officiële finishboog van de Ronde mochten finishen.