Ik had me in mei ook niet aangemeld om voor kwalificatie in aanmerking te komen toen ik meedeed in Heerenveen. Dat was namelijk een officiële kwalificatiewedstrijd. De eerste vijf plekken in mijn leeftijdscategorie gaven recht op deelname aan het WK. Ik werd vierde. Toen ik een paar weken later in Luxemburg de halve Ironman voltooide en ’s avonds lekker met de kids aan het zwemmen was en zo de award ceremony aan me voorbij liet gaan wist ik niet dat daar mijn naam genoemd ging worden. Ik had naar het WK half Ironman gekund in Chattanooga, Tennessee. Toen nog eens nagedacht. Twee WK’s aan me voorbij laten gaan is wel te veel van het goede. Misschien krijg ik die kans nooit weer. En Rotterdam is nog relatief dichtbij ook. Dus toen alsnog contact gezocht met de bond, ik kon me alsnog aanmelden op basis van mijn prestatie in Heerenveen en zo stond ik ineens op de startlijst. Ik mocht mijn land gaan vertegenwoordigen op een Wereldkampioenschap.
Zo voelde het overigens verder niet. Ik beschouwde het als een mooi tussendoortje op weg naar mijn eigenlijke doel, de Challenge Peguera-Mallorca, in oktober. Toen de filmpjes over het fietsparcours in de facebookgroep verschenen nam ik het evenement er niet serieuzer op: straatmeubilair, fietspaden, het leek in geen velden of wegen op een serieus fietsparcours. Gekscherend zei ik al dat ik mijn stadsfiets in zou gaan checken.
Veel atleten checkten ook al donderdag in, voor de openingsceremonie, de pasta party, de landenparade en zouden pas zondagavond na de sluitingsceremonie en de prijsuitreikingen weer huiswaarts keren. Ik wilde eigenlijk zo laat mogelijk die kant op. Uiteindelijk wilde Janneke ook wel graag mee om het evenement bij te wonen, zodat we nog oppas voor de kinderen moesten regelen. Die gingen verspreid op pad: op zaterdagochtend bracht ik eerst Fynn naar mijn zus, daarna gingen Jinthe en Mick naar mijn ouders. Vervolgens konden wij doorrijden richting Rotterdam en het was de bedoeling om ook weer zo snel mogelijk na de race weer huiswaarts te keren, zodat we de kinderen niet te laat hoefden op te halen.
Zaterdag 16 september
Als we de kinderen hebben weggebracht rijden we eerst naar het hotel. Ik heb een prachtig hotel weten te boeken, vlak bij Rotterdam op 20 minuten rijden van de start en finish locatie. Want dat was ook nog een dingetje: die lagen niet op dezelfde plek. De startlocatie was de Rijnhaven, waar ook de fiets moest worden ingecheckt. Maar daarvoor had ik eerst de registratiespullen nodig; de registratie was aan de noordkant van de Maas. Op ongeveer drie kilometer loopafstand. We parkeerden de auto op de Kop van Zuid bij de Jumbo. Vandaar was het al ongeveer drie kilometer wandelen naar de registratie. Van de registratie moesten we naar de eerste wisselzone om de fiets in te checken. En toen weer terug richting Noord om de Elitewedstrijd van dichtbij mee te maken. Kortom, een logistieke nachtmerrie. Met de wandeling terug naar de auto hadden we er dus ruim twaalf kilometer wandelen opzitten die dag.
Zo voelde het weekend nog steeds aan als een reguliere OD met heel veel gedoe, voor heel veel geld. Wel zagen we inmiddels veel buitenlandse atleten en supporters. Japanse vrouwen met vlaggetjes in hun haar, fanatieke Mexicanen met o.a. een mohawk in de nationale driekleur. Allemaal tekenen dat er toch wel een bijzonder evenement gaande was. Omdat we ook nog zijn uitgenodigd door de ouders van Rachel Klamer, via haar sponsor Red Bull, om haar te supporteren tijdens haar race is het die dag dus puzzelen. Ik ben dan ook blij dat ik, na contact met de organisatie, mijn fiets meteen om 15:00 kan inchecken (in plaats van om 17:15 zoals gepland, want dan zou ik het grootste deel van Rachel’s race missen). Daarmee ben ik de drukte in T1 net voor. Het voelt ook als een opluchting dat ik mijn fiets dan heb ingecheckt, want tot die tijd liep ik de hele tijd met dat ding door Rotterdam heen en weer. Eén zorg minder. Als we terug lopen is de zwemstart van de Elite bijna daar, dus we blijven maar even kijken om het zwemonderdeel te zien.
Daarna lopen we de Erasmusbrug weer over om ons naar de Red Bull bus te begeven. Echt top geregeld, we zitten op een strategisch erg mooie plek, vlak bij de fietsdoorkomst en zeer dicht bij de finishlocatie. Voor hapjes en drankjes is gezorgd, kortom, echt super georganiseerd. Inmiddels begint het WK-sfeertje dan ook wel een beetje te leven bij mij. We zien hoe Rachel uiteindelijk zevende wordt en na afloop babbel ik nog even met haar vriend Richard Murray, die eveneens zevende werd bij de Elite mannen. Leuk te horen van hem dat het parcours in Rotterdam niet veel anders is dan de andere stadswedstrijden in het circuit. Daaruit maak ik me op dat ik me zorgen heb gemaakt om niets. Als de Elite niet anders gewend zijn, wat lopen wij als Age Groupers dan te zeuren.
Na de wedstrijd begeven we ons weer richting auto en karren terug naar ons hotel in Rhoon. Daar heb ik op loopafstand een restaurantje gereserveerd. Daar doen we ons tegoed aan een heerlijke maaltijd. Niet bepaald het voedsel dat ik normaal voor een wedstrijd zou eten (een heerlijke steak van 350 gram, medium rare gebakken, cheese cake en dat alles ondersteund door La Chouffe kabouterbier). Maar wel heerlijk. Zo heerlijk dat ik er de volgende ochtend nog last van heb. Toch iets teveel van het goede. Eenmaal terug op de hotelkamer maak ik de spullen klaar en breng vast de decalls aan op de armen en wetsuit. Ik wil de volgende ochtend nergens meer aan hoeven denken, behalve aan de wedstrijd.
Zondag 17 september: Race Day
Aanvankelijk stond voor mijn startserie een aanmeldingstijd van 05:00 uur op het schema. Dus zou ik er om 03:30 uitmoeten of zo. Maar in de weken voor het WK werd meermaals met de tijden geschoven en uiteindelijk hoefde ik pas om 12:00 te starten. En mocht ik tussen 08:00 en 10:00 de laatste spullen inchecken. Ideale tijden dus.
Om 06:00 gaat de wekker en nadat ik alles heb ingepakt zitten we om 07:00 aan het ontbijt. Eigenlijk wilde ik om 07:30 wegrijden, zodat ik om 08:00 de fietsspullen in T1 kon stallen en dan met de boot mee kon naar de overkant. Maar een dag eerder was me wat opgevallen. Je kon vrij dicht bij de wisselzones komen met de auto. Ik gok erop dat dit op dit vroege tijdstip op de zondagochtend nog beter bereikbaar is: dat scheelt weer een boel lopen. We rijden dus als eerste richting Buizenpark en het lukt inderdaad om vlakbij de auto te parkeren. Helm, schoenen en bidon op de fiets, swim-bag achterlaten en vervolgens met de auto naar de andere kant van de Maas. Daar kan ik de auto nog dichterbij kwijt, in de Houtlaan. Een dag eerder nog het decor van de Eliterace, nu kan ik er op een steenworp afstand van T2 de auto kwijt. Loopschoenen, gelletje, zonnebril in T2 achterlaten en vervolgens de auto weer parkeren bij de Jumbo. Ik ben er klaar voor.
Eenmaal terug bij de start heb ik nog ruim twee uur tot de race. Ik kijk wat naar de series die voor me starten en babbel wat met een Rotterdammer die aan het kijken is naar de wedstrijden. Een half uur voor mijn start trek ik mijn wetsuit aan. Janneke helpt me met de laatste dingen, ik breng mijn tas met kleding voor na de wedstrijd weg en begeef me in het startvak. Daar klets ik wat met collega triatleten Theo Fuhler en Bas Groothedde. Zo gaat dat laatste half uur relatief snel voorbij en worden onze namen omgeroepen voordat we het startponton opmogen. Ik heb dan al besloten om zoveel mogelijk aan de zijkant te gaan liggen, zodat ik niet te veel mensen om mij heen heb met zwemmen.
12:15 Zwemstart
De starts voor de OD waren allemaal een kwartier uitgesteld, dus om kwart over twaalf zijn wij dan aan de beurt. Als allerlaatste startserie van een hele lange reeks OD waves (’s middags gaan ook nog eens evenzovele sprintwaves om de wereldtitels strijden). Na ons komt alleen nog een andere wave van onze age group, want die was met 155 deelnemers aardig vol. Dus zijn we over twee waves verdeeld, waarvan de tweede wave vijf minuten later start. Ik hoop dat ik de snelste zwemmers uit die wave voor kan blijven.
Als het startsignaal klinkt wacht ik bewust even. Ik zie hoe iedereen als een dolle naar voren duikt en begint te vechten voor een goede positie. Ik wacht drie tellen en begin dan met zwemmen. Geen gedoe om me heen en de eerste zwemmers heb ik al snel weer opgepikt. Mijn tactiek is mede ingegeven door het feit dat ik toch wel weet dat ik geen wereldkampioen ga worden. Laatste ga ik ook niet worden. Dus ik heb besloten om vooral te gaan genieten van de race en niet te gek te doen. Het water is overigens met 16ºC ook erg fris. In het verleden kreeg ik bij dat soort koude temperaturen wel eens problemen met de ademhaling.
Daardoor zwem ik eigenlijk niet echt super. Ik zit lekker in mijn slag en zwem goed door, maar het is op duur. Het echte venijn ontbreekt. Bij de eerste boei is het dan nog even dringen geblazen omdat iedereen er de ideale lijn wil pakken (en daar lag ik al), maar daarna gaat het eigenlijk verder probleemloos. Ik haal nog wat mensen in, neem wat afstand, maar heb niet het gevoel dat ik superhard heb gezwommen. Dat wordt ook al snel bevestigd: als ik het water verlaat klok ik 25’54”. Dat is toch echt ruim anderhalve minuut langzamer dan ik had ingeschat. Daarmee zet ik de 41e zwemtijd neer van mijn serie.
Wat volgt is een lange run naar de eerste wisselzone: 900 meter om precies te zijn. Lang genoeg om onder het lopen je wetsuit uit te krijgen. Ik ren ook wel redelijk door met een Australiër op mijn hielen en eenmaal bij de fiets heb ik mijn wetsuit snel helemaal uit. Helm op en gaan.
Daarna volgt het fietsgedeelte. Die ochtend, toen we de auto bij het Jumbo terrein parkeerden, zagen we een Engelse triatleet daar vlakbij tegen de vlakte gaan. Voor mij teken om toch maar vooral rustig aan te gaan doen op het parcours, want ik kende het totaal niet. Alleen het parcourskaartje gezien en daar stonden aardig wat bochten ingetekend. Kortom, mijn plan was om bij het fietsen geen enkel risico te nemen, zeker met het oog op de wedstrijd in Mallorca die er nog aan gaat komen.
Als ik richting Erasmusbrug rijd verwacht ik Janneke ergens te zien en inderdaad, langs de kade richting de brug zie ik haar staan. Ik steek ter herkenning mijn vinger op, zie groet terug en meteen daarna hoor ik “shit”. OK, die had de camera nog niet in de aanslag, dat is duidelijk. Toch nog best een leuk plaatje geworden vind ik.
Iets verderop, onder aan de brug, word ik aangemoedigd door Erik Voskuil uit Dordrecht. Een jaar of tien geleden voor het eerst ontmoet bij JdR Cycling op Mallorca en daarna bij diverse wedstrijden, meest recent de Ironman’s in Luxembourg. De Erasmusbrug over kan ik mooi even tempo rijden, maar daarna begint het draaien en keren. Ik doe rustig aan en de mensen die ik al heb ingehaald sluiten weer aan. Voordat ik het weet heb ik een lint van ongeveer zeven renners in mijn wiel. En dat voor een non-drafting race. Op de rechte stukken rijd ik echter weer weg, maar het blijft voorzichtig aan doen. De eerste fietsronde is voor mij echt parcoursverkenning. Als ik meen dat ik de bocht in de Oranjeboomstraat toch wel wat harder kan nemen rijd ik meteen bijna de hekken in, want na de bocht wordt het pad meteen smaller en knal ik bijna bovenop de trottoirband. De bravoure is meteen weer weg en de voorzichtigheid weer terug.
Een eindje verder word ik ingehaald door Theo Fuhler. In Hardenberg reed ik nog harder en ook nu denk ik dat ik wel harder kan, maar ik durf het risico gewoon niet aan. Wat zou het me opleveren? Of ik nou 25e of 50e word op het WK, dat boeit me eerlijk gezegd ook niet zoveel. Belangrijkste is dat ik heel overkom. Dus ik rijd maar lekker mijn eigen tempo. Al snel mogen we de Van Brienenoordbrug over en daar passeer ik weer een boel fietsers. Ook op de mannen die mij daarvoor hebben ingehaald win ik weer terrein. Ik zie uit de tweede startserie Eric Wattez en Olaf Brouwers die me inhalen, ook geen mannen die normaal gesproken op een regulier fietsparcours harder gaan (als ik eerdere uitslagen van Heerenveen en Hardenberg bekijk).
Op het stuk terug kan ik op sommige stukken nog best aardig tempo rijden, maar echt lekker vind ik het rondje niet. Zeker niet als we dan ook nog een smal tunneltje door moeten en vlak voor het keerpunt volgt dan nog een of andere ramp waar je goed in je zadel moet blijven zitten. Meer geschikt voor de BMX sport zeg maar. Die eerste ronde gaat dan nog best vlot voorbij. Vooraf dacht ik dat een tijd onder het uur er niet in zou zitten, maar ik ben nog best redelijk snel rond. Als ik hier volle bak zou rijden is dat best haalbaar.
De tweede fietsronde ken ik het parcours wat beter en kan ik ook wat harder. Bij de chicane richting Willemsbrug zie ik Olaf Brouwers met zijn fiets aan de kant staan. Pech? In ieder geval enorm balen om de wedstrijd niet te kunnen vervolgen. Het stuk waar ik de eerste ronde nog wat meer risico nam en bijna de hekken in reed rijd ik nu wat voorzichtiger, bochten waar ik de vorige ronde wat voorzichtiger reed durf ik nu iets harder aan te rijden. Er zitten ook minder mensen nu op het parcours, want veel mensen die ik inhaalde waren de vorige ronde aan hun tweede ronde bezig en waren dus van een eerdere startwave.
Ik word eigenlijk nog maar twee keer ingehaald in die tweede ronde: vlak voor de Van Brienenoord brug komt Eddy van Leeuwen achterop. In principe ook niet iemand die normaal gesproken harder fietst, in Almere 2015 reed ik harder. Naar boven de brug op fietst hij ook niet bij me weg, maar ik zie wel dat hij bedrevener is in het rijden van bochten. Daar verlies ik echt flink terrein. Wel haal ik op die brug Bas Groothedde in, waar ik voor de start nog mee aan het ouwehoeren was.
Dan is het nog een keer terug naar de Erasmusbrug langs de Maas en dan op naar het loopgedeelte. Onder de Erasmusbrug wordt iedereen hartstochtelijk aangemoedigd door een contingent Mexicanen. Vandaar is het nog een klein stukje naar de wisselzone. Ik haal mijn voeten bijtijds uit de schoenen en na 1u01’50” ren ik dan de wisselzone in. Ik denk dat ik ten opzichte van mijn “normale” fietsen ongeveer 2-2’30” minuut laat liggen, maar het is goed zo. Dit is genieten en ik begin hierdoor extra fit aan het lopen.
Wat me bezielt in de tweede wissel weet ik niet, maar als ik bij mijn loopschoenen kom sta ik te twijfelen. In eerste instantie omdat er al een fiets op mijn plek hangt. Een of andere Engelsman heeft zijn fiets verkeerd opgehangen. Eerst die fiets aan de kant schuiven, vervolgens sta ik daar. Mijn voeten zakken bijna tot de enkels in het gras/modder weg. Vertwijfeld sta ik daar. Tot ik een halve minuut later toch maar besluit om mijn schoenen aan te gaan trekken. Bizar. Inmiddels is Bas Groothedde ook binnengekomen en die aarzelt niet, trekt zijn schoenen aan en is al weg voordat ik mijn voeten in de schoenen steek. Kan ik weer in de achtervolging. In de wisseltijden zie ik dat ik in deze wissel echt 45 seconden laat liggen.
Al snel tijdens het lopen voel ik dat ik erg nodig moet plassen. Dat ga ik zo geen tien kilometer volhouden. Dus na anderhalve kilometer stop ik in het park, zoek een mooie boom op en daarna gaat het al een stuk beter. Ook dit kost weer een halve minuut, maar het komt het lopen daarna ten goede. Ik word dan alleen nog door twee sterke lopers ingehaald die 33 minuten lopen zie ik later; zelf pak ik het tempo goed op en weet langzaam te versnellen. Bij het keerpunt achter in het park zie ik dat er een Engelsman vlak achter me loopt op ongeveer 15 meter, maar niet meer dichterbij komt.
Het rondje gaat eigenlijk vrij snel voorbij en voordat ik het weet loop ik het park uit en richting de finish area. In de Calandstraat, waar het keerpunt is naar ronde twee, zie ik Janneke weer staan. Ik ben nog fris en fruitig en geef aan dat het lekker gaat. Ik heb ook echt zin in die tweede loopronde en ben dan ook van plan om die wat harder te lopen dan de eerste. De Engelsman achter me verliest terrein.
Die tweede loopronde gaat dan zeer lekker. Ik heb het gevoel dat ik vleugels heb en ondanks dat het geen makkelijk parcours is (veel bochten, deels onverhard, boomwortels) loopt het wel erg lekker. We hebben ook weinig last van de zon, want in het park loop je bijna overal beschut. Ik heb het tempo er goed in en als ik bijna het park uit ben zie ik Janneke weer. Ze wil net een foto maken, maar ik ben met een inhaalactie bezig. Als ik die Duitser inhaal sta ik er niet op. Dus ik wacht maar even en blijf er even achter lopen, zodat ook dit plaatje geschoten kan worden voor het nageslacht.
Het laatste stuk zet ik dan nog even extra aan. Op naar de finish. Daar blijkt er nog een extra keerpunt in te zitten, maar dat deert niet. Met nog een versnelling kom ik uiteindelijk uit op een looptijd van 40’05”. Dat valt me dan weer tegen, maar dat is inclusief die sanitaire stop van zeker een halve minuut. Dus laat ik 39’30” hebben gelopen. Dan is dat mijn beste tien kilometer van dit jaar. Nog lang niet op mijn oude niveau, maar door de kundige fysiotherapie van René Reinerink van praktijk Langeveld in Mariaparochie lijken de achillespeesklachten nu toch redelijk onder controle.
Bij de finish ontvang ik dan de felbegeerde finishmedaille. Want daar was het toch allemaal om te doen vandaag. Heelhuids overkomen en die unieke medaille binnenhalen. In de WK stand word ik 51e van de 155, dus nog steeds niet gek, bij de beste 30% van het veld. Mijn eindtijd is 2u15’13”. Als ik maximaal was gegaan had er wellicht een tijd van 2u10 in gezeten. De Australische Hailey Mason bijvoorbeeld, die twee weken geleden op het Rutbeek nog een minuut achter me zat, klokt hier 2u11 en wordt tweede bij de meisjes 18-19. Met 2u10 was ik tussen plek 25 en 30 geëindigd, dus waar hebben we het over. Nu heb ik optimaal kunnen genieten en geraced zoals ik dat voor ogen had, met nog steeds een hele acceptabele eindtijd. Dus ik kijk heel tevreden terug en heb echt genoten van een prachtige wedstrijd in een prachtige entourage. Want gedurende de wedstrijd ging dat WK-gevoel toch wel heel erg leven. Door al die verschillende landenpakjes die je onderweg tegenkomt. En dan besef je tijdens de race dat je toch wel met een unieke race bezig bent. Anders dan een Ironman. Maar wel heel erg leuk. Eigenlijk smaakt dit wel naar meer ;-)
Met grote dank aan mijn sponsor Webton voor het mede mogelijk maken van deelname aan dit evenement.
Epiloog
Meteen na de finish haal ik de finishtasjes op, de fiets uit T2 en we lopen terug naar de auto. Janneke haalt bij de Jumbo even wat broodjes voor onderweg en een flesje cola voor mij. Als we een half uurtje later Rotterdam uitrijden denken we beiden dat het flesje cola explodeert. Wat is dit? We kijken beiden, maar het flesje staat nog steeds even stoïcijns in de houder tussen ons in. Het is de achterband van mijn fiets die het begeven heeft. Extra dankbaar dat dit niet tijdens de wedstrijd is gebeurd vervolgen we onze weg. Op naar de kindjes.
Volledige uitslagen M45-M49 ITU World Championship: