Ik kan het me nog goed herinneren: mijn eerste deelname aan de Woolderesloop, op 14 maart 2004. Ik was net weer begonnen met hardlopen en rookte zelfs nog. Die 5.1 kilometer doe ik wel even dacht ik. Met in het achterhoofd dat ik 15 jaar eerder, op 18-jarige leeftijd, nog 15-hoog en 16-laag liep. Viel dat even tegen. Na een voortvarende start moest ik twee keer wandelen en kwam uiteindelijk na 21’19” over de finish.
Daags voor de race doe ik nog de Bloemendal ATB Toer met Rudi Jansen. Net als op de zondag is het dan nat zeikweer. Met heen- en terugfietsen en de tocht zelf kom ik aan 100 kilometer. Daarmee wordt de angel uit een (te) snelle Woolderesloop gehaald.
Als we starten ben ik goed weg en loop meteen vrij. Ik zie anderen echt weer veel te hard uit de startblokken komen. Ik probeer een middenweg aan te houden tussen mijn doel (38’er) en wat ik in voorgaande wedstrijden heb gedaan: rustig starten en daarna kunnen versnellen. Maar waar ik in voorgaande wedstrijden makkelijk kon doorversnellen naar 3’55” heb ik nu vanaf het begin moeite om dit tempo te handhaven.
In het stuk daarna gaat het tempo weer omhoog. Maar zo makkelijk als ik in voorgaande races liep gaat het deze keer niet. Van 4’00” wordt het toch weer 4’06”, 4’02” en 4’03”. In de laatste kilometer komt Thijs Aarninkhof me nog achterop en hij weet me weer op gang te trekken. Ik kan aanhaken en samen gaan we richting finish. Die bereiken we na 40’22”, met een laatste kilometer van 3’56”. Omdat de weg bij het industrieterrein iets anders is na de bouwwerkzaamheden aldaar, is het parcours iets langer geworden dan in het verleden. Mijn Polar geeft 40 meter meer aan. Netto klok ik 40’18”. De zuivere tijd over exact 10 kilometer bedraagt 40’11”.