De voorbereiding voor de race was weer als vanouds: chaotisch. Als ik naar een grote race ga dubbelcheck ik alles. Heb ik een checklist paraat. Bij een locale wedstrijd op nog geen 20 kilometer afstand geloofde ik het wel, hoe moeilijk kan het zijn. En zo kwamen we dus aan bij het Rutbeek, pakten de spullen uit de auto en kwamen er bij de bike check-in achter dat ik geen helm mee had genomen…
Gelukkig starten er veel bekenden op het Rutbeek en was de ouder-kind triathlon meteen aan het begin. Daarom was ik erg dankbaar dat ik de helm van Remko Siers mocht lenen; kon ik gelukkig toch met Poppie meefietsen.
Jinthe zit op wedstrijdzwemmen, maar bij de start had ze toch wel moeite met het koudere buitenwater. Na wat tegenstribbelen gingen we dan toch van start en bibberend legden we de eerste 100 meter zwemmen af. Op naar de fiets!
Jinthe deed het prima en op de fiets ging ze meteen tempo maken; meteen buiten op het parcours haalde ze al de eersten in. Ik probeerde haar te motiveren: ondertussen haalde ze op haar 24" mountainbike-je “gewoon” een gemiddelde snelheid van 24 per uur, met uitschieters van boven de 30.
Op de weg terug naar het Rutbeek komt voor ons een groep van 4 ouder-kindparen in zicht. Jinthe wil er naar toe rijden en verdomd, het lukt haar! Ik adviseer om er dan maar lekker achter te blijven hangen, maar dat is aan dovemansoren gericht. Op het laatste rechte stuk bedenkt ze zich niet en gaat er ook nog eens voorbij.
Daardoor beginnen we blijkbaar als 5e aan het looponderdeel. Er blijken twee teams ver vooruit te zijn, die het concept van een ouder-kind triathlon niet helemaal snappen (met vaders die solo volle bak hebben gefietst, applaus). Wij genieten van een prachtig leuke race en moeten tijdens de run nog weer een plekje afstaan, maar moe en voldaan komen we als 6e team over de streep. De eindtijd: 35’15”. Daarmee is Jinthe nu 3 minuten en 3 seconden sneller dan vorig jaar, toen ze 38’18” klokte. Toppertje!