Het leven van een vader met jonge kinderen en drukke baan gaat niet over rozen. Onzin. Alleen moeten er keuzes worden gemaakt. En bij mij is het vaak en en en. Dan is er ook nog eens het WK voetbal, waardoor vroeg slapen gaan er ook niet bij is. Dat wreekt zich dus op een bepaald moment. En natuurlijk heb ik geen echt slechte wedstrijd gedraaid. Alleen weet je dat het beter kan. Maar gezien de omstandigheden was dit het maximaal haalbare, dus daar heb ik dan vrede mee.
Vlak voor ik me naar de briefing wil begeven word ik door een NTB-jurylid gewezen op het feit dat ik geen chip om heb. Waarvoor dank! Helemaal vergeten. Snel terug naar de tas, opzoeken, niet vinden natuurlijk, maar na de tas binnenstebuiten te hebben gekeerd toch gevonden. Ik sluit achteraan bij de briefing en maak me mentaal op voor het zwemonderdeel. Zaak is meteen ruimte te hebben om een situatie als in Rijssen te voorkomen.
Als we in de Vecht hebben ingezwommen en liggen te wachten bij het ponton (weer een verbetering ten opzichte van vorig jaar) klinkt het startschot. Gaan! Ik probeer flink tempo te maken op de eerste meters om zo snel mogelijk vrij te liggen. Het is even maaien, voel wat armen en benen, maar na een 20-25 meter lig ik al vrij. Dan is het goed in de slag komen en doorzwemmen. Tegen de stroom in eerst, de nadruk op techniek. Vooral niet moe maken, maar lang. Bij het eerste keerpunt na 250 meter (werd gezegd) is het dan nog dringen, maar de meeste snel gestarte zwemmers vallen dan al terug. Ik werk me op in het veld. Op de weg terug voor de eerste 500 meter zie ik dat ik vlak achter de Fries Fré Adema lig en ik herken ook Martin Veenhuizen vlak voor me.
We ronden de boei voor de tweede ronde. Ik probeer Fré Adema enkele keren te passeren, maar als ik er eenmaal naast lig, is het tempo nagenoeg gelijk. Dus waarom zou ik me meer uitsloven dan nodig? Ik laat me weer terugzakken in zijn voeten en blijf daar hangen. Martin Veenhuizen laten we dan wel achter ons. Na het laatste keerpunt is het dan nog een keer terug richting het startpunt. Ik lig 15e in mijn serie van 90, lang niet slecht. In de andere serie zijn er nog 7 sneller, waardoor ik met 18’48” uiteindelijk de 22e zwemtijd neerzet. Als ik dat zie bij het op de kant klimmen valt die tijd me wel tegen, ik had op 16-laag of zo gehoopt. Maar het zwemparcours was te lang. 1250 meter stond er op mijn Polar. En als ik 250 meter meer heb gezwommen… Op tempo 1’30” per 100 is dat 3’45”, dus 15-laag op de 1000. Kijk, daar ben ik dan wel weer heeeeeeel erg blij mee! Zonder wetsuit!
De eerste wissel gaat ook supersnel zonder wetsuit en ik zit al vlot op het fietsparcours. Het inhalen kan beginnen. Ik rijd meteen lekker tempo, maar als we eenmaal uit de wijk zijn en het buitengebied van Collendoorn inrijden merk ik, bij de harde tegenwind, dat ik niet de macht heb die ik gewend ben. Souplesse draaien ok, maar dat beetje extra waardoor je het verschil kunt maken mis ik. Daardoor fiets ik niet slecht, verre van, maar ik ben beter en harder gewend. Geen idee ook hoe ik in de wedstrijd zit, maar ik doe het maar op gevoel.
Aan het einde van de eerste ronde word ik dan nog onaangenaam verrast: het fietsparcours is gewijzigd. Ik had gerekend dat het gelijk was gebleven, maar we rijden rechtsaf, waar we vorig jaar het parcours verlieten. Een extra lus erbij dus, waardoor de fietstijd niet meer vergelijkbaar is. Balen. Ik zet me er snel overheen en probeer gewoon goed door te trekken. Aan het einde van ronde twee merk ik dat er iemand achterop komt. Bij het ingaan van de derde ronde zie ik dat het Rudolf Martens is, die vorig jaar nagenoeg dezelfde fietstijd neerzette als ik. Nu heeft hij op de eerste twee ronden bijna een minuut goedgemaakt. In de laatste twee ronden rijd hij ook nog een minuut verder weg, teken dat het toch niet goed zit met het fietsen. Of het is de vermoeidheid, of iets anders. Een dag later zal ik opnieuw gaan sleutelen aan de fietspositie, want volgens mij zit het vooral daarin.
In de laatste fietsronde word ik nogmaals ingehaald, ditmaal door Theo Fuhler. Vorig jaar reed ik daar steeds voor en op het laatst bij weg, nu dus niet. Terwijl ik toch echt niet mindere benen heb voor mijn gevoel. Dat spoor weet ik dan nog redelijk te volgen tot aan de wissel. Door de parcoursverlenging komen we dit keer ruim boven de 40 kilometer uit. Met 1u05’39” realiseer ik de 8e fietstijd. Een paar seconden sneller was al de 5e fietstijd geweest, maar vorig jaar had ik de 3e fietstijd. De enigen die toen nipt sneller waren zijn nu ruim twee minuten sneller. Dus daar heb ik of werk te doen qua training, of qua fietsafstelling. Eerst het laatste maar eens proberen, dat scheelt trainingstijd.
Lopen dan. Waar dat de vorige twee wedstrijden superlekker ging (Rijssen en Saerbeck) is het deze keer anders. Werken. Ik kom niet in mijn ritme. Het is ook warm, maar dan nog. De training bij LAAC, twee dagen eerder, ging superlekker. Ik loop op de baan weer tijden die ik jaren niet gelopen heb. Ik zit ook weer op een gewicht waar ik jaren niet op heb gezeten (vorig jaar hard mijn best moeten doen om net onder de 80 te komen, nu op 74.5). Maar het helpt me vandaag niet om een snelle looptijd te realiseren. Ik word zelfs nog weer ingehaald door Max de Vries, die ik twee jaar eerder op het lopen achter me liet. Nu al vroeg in de race komt hij me voorbij en ik kan niet mee. Zelfde als bij het fietsen: geen power.
Daarmee loop ik op een achtste plek in de serie. Ik probeer hem maar zo goed mogelijk uit te lopen, ook met het oog op de hele triathlon die er aan gaat komen. En dat lukt. Geen power, maar ook geen echte verzwakking. Ik loop een degelijke 10 kilometer. Bij het keerpunt kan ik mijn positie nog een beetje inschatten, maar wil ik nog opschuiven in het klassement dan moet ik 37-38 gaan lopen op de tien. En dat gaat niet lukken vandaag. Ook in de tweede ronde krijg ik de geest niet. Het tempo blijft hetzelfde. Gestaag, zo rond de 4’15” per kilometer. Daarmee loop ik twee minuten langzamer dan een week eerder in Saerbeck. Ach, het kan niet iedere week top zijn. En op mijn 47e doe ik gewoon nog steeds leuk mee!
Na 2u08’42” finish ik dan, mooie wedstrijd gehad en weer genoten van deze prachtige sport! Meteen na de wedstrijd moet ik dan weg, want Janneke heeft nog een feestje van haar werk. Daardoor mis ik de prijsuitreiking, word me later die dag gemaild. Bleek ik uiteindelijk, na het finishen van de tweede serie, 10e overall te zijn geworden en 3e M40. Daar hoort nog een leuke trofee bij blijkbaar, Die haal ik dan nog wel in een later stadium een keertje op.