Na de Frankman in augustus had ik toch wel zin gekregen om weer eens echt in een race aan de start te staan. De regels werden versoepeld, waardoor het ineens mogelijk werd om coronaproof evenementen te organiseren. De KiKa Triathlon van TTvW-clubgenoot Martijn Lievestro was om die reden in mei afgelast, maar kon nu toch doorgang vinden. In de groepsapp meldde ik me aan en zo stond er toch ineens een echte wedstrijd op de rol.
Het aantal plekken was beperkt, dus ik was blij dat ik aan de start mocht verschijnen. De race werd opgesplitst in twee series. De snelle mannen in serie 1, de recreanten in serie 2. Omdat ik nog steeds met overgewicht zit en eerder die week na 26 jaar een comeback had gemaakt als techno DJ had ik al aangegeven bij Martijn voor een finish te willen gaan, maar ook niet meer dan dat. Zo kwam ik dus als dark horse in serie 2 terecht.
Na het zwemmen van de eerste serie te hebben bekeken, waar Stijn Jansen toch niet kinderachtige zwemmers als Remko Siers inhaalde en Jeroen Jansen zelfs twee keer, mocht ik dan zelf aan de bak. Na de instructie mocht ik plaatsnemen in baan zes. Eventjes inzwemmen en vol vertrouwen ging ik aan de kant hangen. Een tijd van ongeveer 8 minuten was mijn doel.
Als het startsignaal klinkt ben ik goed weg. Iets voor mij Hans Lammers uit Aalten, achter mij twee dames. Het gaat mij niet hard genoeg en ik wil er na 15 meter al voorbij, maar dan merk ik dat het in de slipstream veel makkelijker gaat. Sterker nog, bij het eerste keerpunt valt een gaatje en moet ik volle bak zwemmen om weer aan te haken. Ook bij het tweede keerpunt gebeurt dit. Het kost me teveel kracht en ik moet laten gaan.
De dames achter me hebben dit rap in de gaten en zwemmen langs me. Ik snap er geen bal van. Op de een of andere manier gaat het niet. Mijn ademhaling gaat tegen hyperventileren aan. Net als vroeger, toen ik helemaal niet kon zwemmen. Nu is mijn techniek echter vele malen beter en ik neem maar wat gas terug, zodat ik qua ademhaling weer in een lekker ritme kom. Het drietal voor me ben ik kwijt. Solo zwem ik verder, maar eenmaal in mijn ritme loopt de achterstand niet al te ver op. Ze lopen uiteindelijk een volle baan uit, dus zo’n 25 meter. Na 8’39” ben ik klaar met mijn 500 meter zwemmen.
Wat volgt is een snelle wissel in 48 seconden. Deze is zo snel dat ik de beide dames uit mijn baan bij het verlaten van het parc fermée al vlak voor me heb en Hans Lammers is ook in zicht. Mijn baan was blijkbaar de baan met de vier snelste zwemmers van onze serie; verder zijn er nog geen andere atleten die zich op de fiets hebben begeven. Het duurt niet zo heel lang voor ik de eerste plek in mijn serie heb gepakt. Daarvoor reed ik nog wel bijna fout, toen Welmoed Meindertsma een afslag miste. Ik had gelukkig goed op de kaart gekeken, twijfelde wel even, maar vanuit bijna surplace pakte ik toch op tijd de afslag naar rechts.
Verder rijd ik dan solo het 20 kilometer lange fietsrondje. Echt lekker gaat het niet. Het voelt als werken. Af en toe kijk ik wel even om, maar het gat met Hans Lammers wordt steeds groter en als ik door Haarlo rijd zie ik al niemand meer in de achtergrond. Wel zie ik daar Jeroen Jansen staan met een lekke band. Balen. Eenmaal bij Borculo draai ik rechtsaf en dan staat de wind ineens gunstig. Van werken voor 37-38-39 per uur wordt het ineens soepeltjes 43-44 per uur. De benen draaien goed rond en voor ik het weet draai ik Neede weer in. De laatste meters is dan wat draaien en haal ik het tempo er wat uit om de benen voor te bereiden op het lopen. Met 28’27” over 18.2 kilometer fietsen zet ik een prima fietsonderdeel neer. Het voelde niet super, maar ook niet slecht.
Ook de tweede wissel gaat vlot in 1’01” en dan mag ik gaan lopen. Het onderdeel waarop ik de laatste jaren veel heb ingeleverd. Maar vandaag gaat het eindelijk weer eens lekker. Ik heb de vaart er goed in en het voelt ook echt weer eens als hardlopen; niet als een verplicht onderdeel om de finish te halen. In de finishstraat zie ik anderen nog finishen uit de eerste serie; zij zijn 25 minuten eerder gestart. Met nog iets meer dan vier kilometer te gaan heb ik nog zo’n 16 minuten voor de boeg.
Op het keerpunt zie ik dat dat mijn achtervolgers ver achter liggen. Ik schat dat ik inmiddels al wel een kleine kilometer voorsprong heb opgebouwd. Toch besluit ik om te blijven pushen; het gaat gewoon lekker en dan doet het ook niet zeer. Nog een kleine lus over een boerenpad en dan doemt ineens de finishstraat op. Ik gooi nog even het tempo omhoog en finish dan met een looptijd van 18’38” in een eindtijd van 57’33”. Een PR!
Uiteraard werd ik hierbij geholpen door de krappe afstanden: het zwemmen klopte uiteraard wel, het fietsen was met 18.2 kilometer aan de erg korte kant en ook het lopen met 4.8 kilometer was geen 5 kilometer. Maar mijn vorige PR van 57’54” op de Hulsbeektriathlon betrof evenmin de officiële afstanden, dus het doet goed om na 10 jaar mijn PR op de achtste triathlon naar de geschiedenisboeken te verwijzen!
Natuurlijk ook grappig om dan als winnaar van de tweede serie ook nog derde overall te worden. In de eerste serie waren alleen eredivisie atleten Stijn Jansen en Remko Siers (ruim) sneller, niets om je voor te schamen als bijna 50-jarige recreant 😊
UITSLAG KIKA TRIATHLON NEEDE:
1. Stijn Jansen 49'xx?
2. Remko Siers 52'xx?
3. Erik Lentfert 57'33"